Hoofdpagina | Bachelor in het officemanagement
Spaans 4
Bachelor in het officemanagement |
2010-11 |
nvt |
OM_3049 |
3 |
90 uur |
Tweede Programmajaar |
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
Ja |
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
- Oefensessie
- Werkcollege
- Zelfstudie
Begincompetentie
Eindcompetenties Spaans 3
Eindcompetentie
OM_IRM_02 | OM_IRM_02 - BEROEPSROL: COMMUNICATOR | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_IRM_02.00A | OM_IRM_02.A - Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven- die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig. Dit wil zeggen dat de jonge professional van de Bachelor in Office management, afstudeerrichting Intercultural Relations Management in het Nederlands, Frans en Engels en in meerdere of mindere mate in het Duits of Spaans, met respect voor de huisstijl van de beroepsomgeving: | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_IRM_02.01 | OM_IRM_02.1 - interne en externe contacten in internationale context kan leggen en onderhouden, zowel van zichzelf als van de leidinggevende met respect voor de interculturele verschillen- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_IRM_02.02 | OM_IRM_02.2 - op een gepaste manier interne en externe, formele en informele gesprekken kan voeren in internationale context- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_IRM_02.03 | OM_IRM_02.3 - goederen, diensten klantgericht mondeling of schriftelijk kan presenteren- doordacht kan onderhandelen, argumenteren, overtuigen in een heldere, correcte (ook vreemde) taal- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
Leerresultaten
De student behelpt zich in een Spaanstalige omgeving. De student begrijpt vertrouwde woorden en basiszinnen die hemzelf en zijn directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen duidelijk spreken. Hij begrijpt korte, duidelijke en eenvoudige boodschappen en aankondigingen. De student heeft een goede uitspraak en intonatie en kan zich op een begrijpelijke en grammaticaal correcte manier uitdrukken. De student gebruikt uitdrukkingen en zinnen om zijn directe omgevingen en de mensen die hij kent te beschrijven. Hij behelpt zich met de woordenschat en grammatica die hij kent. Hij kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen. De student voert (telefoon)gesprekken over eenvoudige onderwerpen in alledaagse situaties. De student gebruikt de correcte tijden van het verleden om een gebeurtenis te beschrijven. Hij communiceert over de toekomst en kan ook zijn gevoelens en wensen uiten. Hierbij gebruikt hij correcte tijden en wijzen. De student is op de hoogte van onderwerpen die betrekking hebben op de Spaanstalige wereld en kan die mondeling toelichten in correct Spaans. In zijn contact met Spaanstaligen heeft de student respect voor interculturele verschillen en gebruikt hij de verschillende taalregisters. De student is leergierig en staat open voor andere culturen. Hij werkt zelfstandig, geeft blijk van doorzettingsvermogen en heeft oog voor detail. De student durft praten en wil leren uit zijn fouten. De student is kritisch, ook voor zichzelf. European level scale: luisteren A1/A2 - spreken A1/A2 - lezen A2 - schrijven A2
Inhoud
Volgende onderwerpen komen aan bod: - de directe leefomgeving - omstandigheden beschrijven in het verleden - actie en beschrijving - beroepen - het menselijk lichaam - pijn uitdrukken - mogelijkheid, toestemming, noodzaak en verplichting uitdrukken - toestemming vragen, geven of krijgen
Qua cultuur komen volgende onderwerpen aan bod: - wonen in Spanje - vrouwelijke beroepen - de Spaanstalige film, hedendaagse architectuur - lichaamsverzorging - gezondheidszorg - studies - gastronomie
De grammaticale items die behandeld worden zijn: - de imperfecto (vorm en gebruik) - gebruik van de verschillende verleden tijden - de imperatief - de werkwoorden hay que, tener que, poder - de postie van de persoonlijke voornaamwoorden - de 'subjuntivo' - de 'futuro' en de 'condicional' - de 'pretérito pluscuamperfecto'
Er wordt gewerkt met video's en teksten over uiteenlopende onderwerpen. De kennis uit Spaans 1,2 en 3 wordt verder uitgediept en toegepast op gebied van luisteren, lezen, schrijven en spreken.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Handboeken
- 'Grammatica in gebruik Spaans', leer- en oefenboek
- Beknopte thematische woordenschat Spaans
- Pasaporte Nivel 2(A2), libro del alumno + CD audio
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Online studiemateriaal
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
De kennis van de woordenschat wordt regelmatig aangekondigd getest. Studenten die op het totaal van alle testen een gemiddelde van minimum 12/20 halen, kunnen op hun vraag ontslagen worden van een overeenkomstige vraag op het examen.
De student maakt hierover afspraken met de docent.
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Mondeling examen | 100% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Mondeling examen | 100% | |