Hoofdpagina | Bachelor in het officemanagement
Groepsdynamica
Bachelor in het officemanagement |
2010-11 |
nvt |
OM_312 |
4 |
120 uur |
Tweede Programmajaar |
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
Ja |
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
Begincompetentie
Eindtermen secundair onderwijs: sociale vaardigheden:
I. Streven naar het ontwikkelen van relationele veelzijdigheid
De leerlingen
1 ontdekken de voor- en nadelen van verschillende relatievormen in verschillende contexten en maken op basis daarvan keuzes.
2 benoemen en duiden hun emoties, uiten deze gepast en herkennen en duiden andermans emoties.
3 kiezen bewust relatievormen, rekening houdende met contextelementen zoals de situaties en de partners.
II. Streven naar duidelijke communicatie
De leerlingen
4 communiceren doelgericht, bijvoorbeeld;
toetsen elkaars interpretatie en stemmen die zo nodig op elkaar af;
brengen de eigen gevoelens en gedachten tot uiting;
herkennen en gaan om met vooroordelen en uitingen van ongepaste beïnvloeding (intimidatie, manipulatie, ).
5 hebben er oog voor dat ze wensen en situaties benaderen vanuit eigen en andermans authenticiteit en expressie.
III. Constructief participeren aan de werking van sociale groepen
De leerlingen
6 helpen mee aan het formuleren en realiseren van groepsdoelstellingen door bijvoorbeeld:
contacten te maken;
te overleggen en afspraken te maken;
taken en functies te verdelen;
belangen af te wegen en te bemiddelen;
bij te dragen aan een goed functioneren van de groep als groep.
7 kunnen het belang en de mogelijke risico's aangeven van het behoren tot formele en informele
maatschappelijke netwerken en kunnen de voordelen ervan gebruiken.
8 streven naar een evenwicht tussen eigen wensen, verlangens en belevingen, en het groepsbelang.
9 kunnen omgaan met hiërarchie, macht en regelgevingen.
10 engageren zich om een eigen verantwoordelijkheid op te nemen.
IV. Conflicthantering en overleg
De leerlingen..
11 hebben inzicht in de potentieel constructieve en destructieve rol van conflicten.
12 zien het belang in van gevoelens en lichaamstaal bij het benaderen van conflicten.
13 hanteren conflicten door de eigen belangen te behartigen zonder hierbij de belangen, motivaties en emoties van anderen uit het oog te verliezen.
14 zijn bij conflicten bereid naar anderen te luisteren, hen de kans te geven zich uit te drukken, hen te respecteren, hun emotionele grenzen te respecteren, te overleggen.
Eindcompetentie
OM_IRM_02 | OM_IRM_02 - BEROEPSROL: COMMUNICATOR | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_IRM_02.02 | OM_IRM_02.2 - op een gepaste manier interne en externe, formele en informele gesprekken kan voeren in internationale context- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_IRM_02.03 | OM_IRM_02.3 - goederen, diensten klantgericht mondeling of schriftelijk kan presenteren- doordacht kan onderhandelen, argumenteren, overtuigen in een heldere, correcte (ook vreemde) taal- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_IRM_02.07 | OM_IRM_02.7 - constructief kan deelnemen aan vergaderingen- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_IRM_04.3 | OM_IRM_04.3 - eenvoudige leidinggevende taken kan uitvoeren: een werkplanning opmaken, een vergadering leiden en doelgericht handelen bij anderen bevorderen- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_IRM_05.03 | OM_IRM_05.3 - het eigen functioneren kritisch kan evalueren en eventueel bijsturen. Op basis van deze reflectie streeft hij ook naar een verdere (levenslange) ontwikkeling van de eigen competenties- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_IRM_05.05 | OM_IRM_05.5 - een breed gamma aan concrete beroepsspecifieke problemen met creativiteit en flexibiliteit kan oplossen- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_IRM_05.11 | OM_IRM_05.11 - in een (multicultureel, multidisciplinair) team een constructieve inbreng kan hebben met respect voor de inbreng van de anderen- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_IRM_05.12 | OM_IRM_05.12 - ethische, deontologische of maatschappelijke vragen in zijn beroepscontext kan onderkennen en hierbij een beredeneerd standpunt kan innemen. | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_MA_02 | OM_MA_02 - BEROEPSROL: COMMUNICATOR | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_MA_02.02 | OM_MA_02.2 - op een gepaste manier interne en externe, formele en informele gesprekken kan voeren (klankbordfunctie)- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_MA_02.06 | OM_MA_02.6 - constructief kan deelnemen aan vergaderingen- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_MA_04.3 | OM_MA_04.3 - eenvoudige leidinggevende taken kan uitvoeren: een werkplanning opmaken, een vergadering leiden en doelgericht handelen bij anderen bevorderen- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_MA_05.03 | OM_MA_05.3 - het eigen functioneren kritisch kan evalueren en eventueel bijsturen. Op basis van deze reflectie streeft hij ook naar een verdere (levenslange) ontwikkeling van de eigen competenties- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_MA_05.05 | OM_MA_05.5 - een breed gamma aan concrete beroepsspecifieke problemen met creativiteit en flexibiliteit kan oplossen- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_MA_05.11 | OM_MA_05.11 - in een (multicultureel, multidisciplinair) team een constructieve inbreng kan hebben met respect voor de inbreng van de anderen- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_MA_05.12 | OM_MA_05.12 - ethische, deontologische of maatschappelijke vragen in zijn beroepscontext kan onderkennen en hierbij een beredeneerd standpunt kan innemen. | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
Leerresultaten
Werkt volgens geldende procedures.
Werkt accuraat, met oog voor details.
Aanvaardt feedback over het eigen functioneren.
Verwerft basisinzicht in werkmethoden en werking van de werkomgeving en zijn eigen rol hierin
Kan in bepaalde situaties een conversatie voeren.
Neemt (bij werkoverleg/ vergaderingen) actief deel aan eenvoudige gesprekken over hem vertrouwde onderwerpen.
Wisselt eenvoudige informatie uit met medestudenten.
Geeft een korte presentatie.
Begrijpt uiteenzettingen over vertrouwde onderwerpen uit de actualiteit of (groeps)psychologische onderwerpen.
Begrijpt cursusgerelateerde instructies/woordenschat in min of meer duidelijk gesproken standaardtaal.
Notuleert bij vergaderingen /teamoverleg rond (groeps)psychologische onderwerpen.
Is zich bewust van specifieke interpersoonlijke verschillen.
Geeft informatie en kennis door die voor anderen nuttig of belangrijk kan zijn.
Aanvaardt groepsbeslissingen.
Houdt rekening met de mening van anderen.
Voert toegewezen opdrachten uit.
Neemt voorbereid deel aan werkoverleg/vergadering
Plant en coördineert taken en acties.
Volgt werkzaamheden op.
Denkt teamgericht
Ziet werk liggen, en gaat over tot actie.
Zoekt uit zichzelf naar informatie
Heeft kennis van de regels van professionele ethiek en (mede)menselijke ethiek.
Handelt respectvol.
Respecteert gemaakte afspraken
Heeft inzicht in situaties en contexten waarin men in de maatschappij met diversiteit wordt geconfronteerd.
Gaat zorgzaam om met mensen
Concreet hertaald:
- Kennis hebben van alle gegeven theorie
en van de meest onderzochte en elementaire begrippen, verschijnselen, fenomenen, theorieën van sociale psychologie, groepen en groepsprocessen (zie inhoud theorie).
- Inzicht krijgen in zijn/haar eigen sociale functioneren, zowel als individu als als groepslid
- Inzien dat het/de eigen gedrag, denken, prestatie, perceptie en oordelen meebepaald wordt door groepen en groepslidmaatschap en omgekeerd, dat hij/zij zelf deze vaardigheden van een ander groepslid mee beïnvloedt
- In staat zijn de eigen attitudes en het eigen voorkomen te interpreteren, de sterke en zwakke punten te onderkennen en deze desgewenst bij te sturen.
- In staat zijn op basis van en rekening houdend met voorgaande vaardigheden en inzichten tot efficiënte zelfpresentatie, het geven van uiteenzettingen voor publiek, het samenwerken met anderen, het onderhandelen, het discussiëren, kortom, het adequaat functioneren in een sociale en werkomgeving
- Inzien dat de totale groepsprestatie vaak niet zo goed is als verwacht
- Inzien wanneer een groep efficiënter kan werken dan een individu (bv., hangt af van soort taak)
- Inzien wat de valkuilen zijn van een groep, dat er verlies kan bestaan op product, proces en procedure
- Toepassen van alle voorgenoemde inzichtdoelstellingen in praktijkoefeningen: via
- zelfreflectie over bepaalde van de geziene sociaal psychologisch of groepsdynamische fenomenen, bv., persoonswaarnemingen: eerste indrukvorming, vooroordelen, impliciete persoonlijkheidstheorieën, categorisatie, communicatie en luisteren, ...
- oefeningen op persoonswaarnemingen: eerste indrukvorming, vooroordelen, impliciete persoonlijkheidstheorieën, categorisatie, (optische) illusies, enz.
- oefeningen op presenteren, communicatie en luisteren
- groepswerken en rollenspelen (bv., de NASA-oefening, schipbreukoefening, appartementenverhuur oefening, studentenvertegenwoordiger kiezen oefening, brainstormen, enz.)
- bespreking van video's over gehoorzamen, conformeren, leiderschap, ‘de mensentuin’, ‘Millgram anno 2010’,
Inhoud
THEORIE
Definitie Groepsdynamica
Definitie sociale psychologie
Definitie groepen
Situeert zich tussen psychologie en sociologie, evolutionaire psychologie
Het sociale zelf: ik tussen de anderen
Het zelfconcept: introspectie, affectieve voorspelling, zelfperceptie theorie, gelaatsfeedback hypothese, overjustificatie effect, , sociale vergelijkingstheorie, autobiografisch geheugen
Zelfwaardering: zelfdiscrepantie theorie, zelfbewustzijnval, private en publieke zelfbewustzijn, beperkingen van zelfregulatie, mechanismen van zelfverheerlijking, impliciet egotisme, zelfdienende cognities, zelfhandicappering, zich koesteren aan het succes van anderen, neerwaartse sociale vergelijkingen,
Zelfpresentatie en zelfsturing
Persoonswaarneming
Observatie: de elementen van sociale perceptie: een boek beoordelen op basis van de o; actor-observator effect,
Integratie: van dispositie tot impressie: impliciete persoonlijkheidstheorie, primauteitseffect, behoefte van afsluiting,
Confirmatievertekeningen: van impressie tot realiteit: persistentie van opvattingen, confirmatorische hypothesetoetsing, zelfvervullende voorspelling,
Sociale perceptie: conclusie
Groepswaarneming
Stereotypen (vroegere oefeningen): ontstaan, accuraatheid, kern van waarheid, denkbeeldige correlaties, contrasteffecten, confirmatievertekening en zichzelf vervullende voorspelling, automatisch versus intentioneel proces,
Vooroordelen: intergroep conflict, ingroep favoritisme, impliciete theorieën
Sociale beïnvloeding
Conformiteit: Ash, waarom conformeert men,
meerderheidsinvloed, minderheidsinvloeden
Inwilliging (3de jaar)
Gehoorzaamheid (Millgram), Milgramm annoo 2010, verzet
Continuïteit van sociale beïnvloeding: sociale impact theorie
Groepsprocessen
De aanwezigheid van anderen: sociale facilitatie, social loafing, blokkades en procesverliezen, caution en risky shifts, deindividualisatie
Informatie-uitwisseling: jury’s, brainstormen
Interactie met anderen: Groupsthink, Polarizatie, meerderheid minderheid, gedrag shifts
(enkele van volgende) Toegepaste hoofdstukken
Communicatie
Cooperatie, competitie en conflict
Leiderschap
Motivatie
Economische besluitvorming: sociale invloeden op de effectenbeurs, engagement, verstrikking en escalatie
PRACTICA
Oefeningen op de theorie en groepsdynamische processen
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Toledo (Digitale leeromgeving)
Evaluatie
Eerste examenkans Tweede examenperiode (juni) Mondeling examen 100%
Tweede examenkans Derde examenperiode (augustus) Mondeling examen 100%
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen | 60% | | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Tussentijdse evaluatie | 40% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 80% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Tussentijdse evaluatie | 20% | |