Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het officemanagement

Spaans 2


Opleiding Bachelor in het officemanagement Academiejaar 2010-11
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer OM_3006
Studiepunten 3 Studietijd 90 uur
Opleidingsfase Eerste Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans Ja

Docenten

  • Rouneau Inge

Onderwijstaal

  • Spaans
  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Oefensessie
  • Werkcollege
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Eindcompetenties Spaans 1



Begrijpen-luisteren A1

Begrijpen-lezen A1

Spreken-productie A1

Spreken-Interactie A1

Schrijven A1

Eindcompetentie

OM_IRM_02.00AOM_IRM_02.A - Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven- die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig. Dit wil zeggen dat de jonge professional van de Bachelor in Office management, afstudeerrichting Intercultural Relations Management in het Nederlands, Frans en Engels en in meerdere of mindere mate in het Duits of Spaans, met respect voor de huisstijl van de beroepsomgeving:Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_IRM_02.01OM_IRM_02.1 - interne en externe contacten in internationale context kan leggen en onderhouden, zowel van zichzelf als van de leidinggevende met respect voor de interculturele verschillen-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_IRM_02.02OM_IRM_02.2 - op een gepaste manier interne en externe, formele en informele gesprekken kan voeren in internationale context-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

Leerresultaten

De student behelpt zich in een Spaanstalige omgeving. De student begrijpt vertrouwde woorden en basiszinnen die hemzelf en zijn directe concrete omgeving betreffen. Hij begrijpt korte, duidelijke en eenvoudige boodschappen en aankondigingen. Hij begrijpt korte eenvoudige teksten en haalt er de belangrijke informatie uit. De student formuleert zinnen die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen en gebruikt hierbij de gepaste taalregisters. De student kent de woordenschat en de grammatica die wordt aangeboden. De student spreekt het Spaans correct uit. De student drukt zich uit in eenvoudige communicatieve situaties, zoals gaan winkelen, dingen beschrijven, uurregelingen. Hij praat over zijn gewoontes, zijn voorkeuren en emoties.  Hij geeft zijn mening over iets en drukt zijn gevoelens uit. De student begrijpt een eenvoudig gesprek over gekende onderwerpen wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken. Hij neemt deel aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren. De student schrijft een korte, eenvoudige Spaanse tekst over een behandeld onderwerp. Hiervoor maakt hij gebruik van de geziene woordenschat en grammatica. Hij is leergierig en staat open voor andere culturen.  De student durft praten en wil leren uit zijn fouten. 

European level scale: luisteren A1 - spreken A1 - lezen A1 - schrijven A1

Inhoud

De onderwerpen die aan bod komen zijn de volgende: - een plaats beschrijven - de weg vragen en uitleggen - plaatsbepaling - naar de winkel gaan - informatie geven en vragen - gewoontes - het uur - frequentieaanduidingen - gevoelens uitdrukken - tijdsaanduidingen - een afspraak maken - vrije tijd - telefoneren



Qua cultuur komen volgende onderwerpen aan bod: - het belang van het dorp - beleefdheidsvormen - Madrid - belangrijke feesten in Spanje en Latijns-Amerika - openingsuren - manier van begroeten - vakantie in Spanje - muziek



Volgende grammaticale items worden behandeld: - de regelmatige werkwoorden, belangrijkste onregelmatige werkwoorden, werkwoorden met klinkerwisseling en wederkerende werkwoorden in de tegenwoordige tijd - muy en mucho - rangtelwoorden - voorzetsels van tijd en plaats - de persoonlijke voornaamwoorden als LV en MV met en zonder voorzetsel - ir a + infinitief - pensar + infinitief - querer + infinitief - de trappen van vergelijking - het gerundio - ser, estar, hay

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Handboeken

  • 'Grammatica in gebruik Spaans', leer- en oefenboek
  • Beknopte thematische woordenschat Spaans
  • Pasaporte ELE1(A1) - alumno + CD audio

Evaluatie

De kennis van de woordenschat wordt regelmatig aangekondigd getest. Studenten die op het totaal van alle testen een gemiddelde van minimum 12/20 halen, kunnen op hun vraag ontslagen worden van een overeenkomstige vraag op het examen.
De student maakt hierover afspraken met de docent.

Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Mondeling examen100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen100%