Hoofdpagina | Bachelor in het officemanagement
Spaans 1
Bachelor in het officemanagement |
2010-11 |
nvt |
OM_3005 |
3 |
90 uur |
Eerste Programmajaar |
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
Ja |
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
- Oefensessie
- Zelfstudie
- Werkcollege
Begincompetentie
Eindtermen secundair onderwijs
Er is geen voorkennis van Spaans vereist.
Eindcompetentie
OM_IRM_02.00A | OM_IRM_02.A - Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven- die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig. Dit wil zeggen dat de jonge professional van de Bachelor in Office management, afstudeerrichting Intercultural Relations Management in het Nederlands, Frans en Engels en in meerdere of mindere mate in het Duits of Spaans, met respect voor de huisstijl van de beroepsomgeving: | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_IRM_02.01 | OM_IRM_02.1 - interne en externe contacten in internationale context kan leggen en onderhouden, zowel van zichzelf als van de leidinggevende met respect voor de interculturele verschillen- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_IRM_02.02 | OM_IRM_02.2 - op een gepaste manier interne en externe, formele en informele gesprekken kan voeren in internationale context- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
Leerresultaten
De student begrijpt vertrouwde woorden en basiszinnen die hemzelf en zijn directe concrete omgeving betreffen. De student begrijpt korte, heel eenvoudige teksten en kan een eenvoudig gesprek volgen. De student drukt zich uit in eenvoudige communicatieve situaties. Hij formuleert eenvoudige vragen en antwoorden mbt persoonlijke gegevens, bezigheden en omgeving. Hij stelt zichzelf en anderen voor. Hij beschrijft zichzelf, andere personen, plaatsen en objecten. De student schrijft een korte, eenvoudige Spaanse tekst over een behandeld onderwerp. Hiervoor maakt hij gebruik van de geziene woordenschat en grammatica en het juiste taalregister. Hij is leergierig en staat open voor andere culturen.
European level scale: luisteren A1 - spreken A1 - lezen A1 - schrijven A1
Inhoud
De onderwerpen die aan bod komen zijn de volgende: - persoonlijke gegevens - het alfabet, spellen en uitspraak - getallen - iemand formeel en informeel begroeten - afscheid nemen - jezelf en anderen voorstellen - persoonlijke gegevens - familie - werk en studies - een persoon beschrijven - voorkeuren uitdrukken -
Qua cultuur komen volgende onderwerpen aan bod: - de twee familienamen - de Spaanstalige wereld en het belang van Spaans - bekende Spaanstaligen - veel voorkomende namen - beleefdheid - de familie en de bekendste familiefeesten - tapa's - manieren van eten - de Spaanse gastronomie - etenstijden
Volgende grammaticale items worden behandeld: - de regelmatige werkwoorden, een aantal onregelmatige werkwoorden - de vragende voornaamwoorden - de bezittelijke voornaamwoorden - de zinsvolgorde - het geslacht en de meervoudsvorming - de persoonlijke voornaamwoorden - de voorzetsels - hoeveelheden - de aanwijzende voornaamwoorden - hoofdtelwoorden - gustar en parecer
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Handboeken
- 'Grammatica in gebruik Spaans', leer- en oefenboek
- Beknopte thematische woordenschat Spaans
- Pasaporte ELE1(A1) - alumno + CD audio
Evaluatie
De kennis van de woordenschat wordt regelmatig aangekondigd getest. Studenten die op het totaal van alle testen een gemiddelde van minimum 12/20 halen, kunnen op hun vraag ontslagen worden van een overeenkomstige vraag op het examen.
De student maakt hierover afspraken met de docent.
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen | 100% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 100% | |