Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Brugprogramma Bachelor in de verpleegkunde

Geriatrische verpleegkunde 1


Opleiding Brugprogramma Bachelor in de verpleegkunde Academiejaar 2010-11
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BBrBV_3357
Studiepunten 5 Studietijd 150 uur
Opleidingsfase Tweede Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans Ja

Docenten

  • De Blaeser Liesbeth
  • Dries Lieven
  • De Duytsche Remko
  • Vanhoucke Elise

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege

Begincompetentie

Eindcompetenties HBO5 opleiding verpleegkunde

Eindcompetenties opleidingsonderdeel "Anatomie, fysiologie en pathologie 1" (semester 1, 2e programmajaar brugopleiding)

Eindcompetenties opleidingsonderdeel "Inleiding in het wetenschappelijk onderzoek" (semester 1, 2e programmajaar brugopleiding)

Eindcompetenties opleidingsonderdeel "VD &I 4" gedeelte rond diabeteszorg (semesetr 1, 2e programmajaar brugopleiding)

Eindcompetentie

VPK_1.01.1VPK_1.01.1 - Empathie: Bewust zijn van anderen (collega’s, patiënten/cliënten, cliëntsysteem) in eigen omgeving en rekening houden met hun referentiekader, gevoelens, behoeften en wensen.Verdiepen
VPK_1.01.2VPK_1.01.2 - Verantwoordelijkheidszin: Actief en autonoom de nodige acties ondernemen om de opdrachten gebonden aan het beroep en omgang met anderen naar waarde te volbrengen.Verdiepen
VPK_1.01.3VPK_1.01.3 - Kritische ingesteldheid: Voortdurende kritische reflectie op eigen handelen/ eigen positie.Verdiepen
VPK_1.02VPK_1.02 - Een verpleegkundig professionele relatie aangaan met het cliëntsysteem en het interdisciplinair team: Uitwisselen, met wederzijds respect, teneinde een vertrouwens- en professionele relatie aan te gaan met individuen, cliëntsysteem, sociale groepen (inbegrepen met de cliënten met communicatieve beperkingen) en met collega’s en andere disciplines/ organisaties.Verdiepen
VPK_1.03VPK_1.03 - Ethisch en juridisch verantwoord verpleegkundig handelen: Inzicht hebben in eigen grenzen, waarden en normen- respect hebben voor de persoonlijkheid, waarden en normen van anderen- handelen op een deskundige, menswaardige en juridisch verantwoorde wijze in functie van het welzijn van het cliëntsysteemIntegreren
VPK_2.05"VPK_2.05 - Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk perspectief: Zorg verlenen vanuit een brede theoretische basis en aangepast aan de concrete situaties. Gegevens vanuit verschillende bronnen kritisch beoordelen, er de kern, de verbanden en patronen uithalen en conclusies trekken. "Verdiepen
VPK_2.06VPK_2.06 - Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde: Systematische observaties en gegevensverzameling over de menselijke reacties op de gezondheidstoestand en levensomstandigheden van cliënten en cliëntsysteem, rekening houdend met relevante fysieke, psychische, sociale, culturele, spirituele aspecten en omgevingsfactoren.Integreren
VPK_2.09"VPK_2.09 - Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren: Totaalzorg verlenen met integratie van de fysieke, psychische, emotionele en sociale aspecten met als doel de cliënt zo snel mogelijk te helpen in het herwinnen van zijn autonomie, gezondheid en/of welzijn. Veiligheid bevorderen en verwikkelingen voorkomen, inclusief in de verplaatsingen, infectiecontrole, eerste hulp en urgentieprocedures. Veilig en menswaardig behandelingen en verpleegtechnische handelingen uitvoeren. Cliënten en cliëntsysteem informeren, ondersteunen, adviseren en educatie geven. "Verdiepen
VPK_2.11"VPK_2.11 - Relevant en efficiënt schriftelijk en mondeling rapporteren: Accuraat observaties, planning en zorg rapporteren, registreren en documenteren, gebruikmakend van de gepaste technologieën. De handelingswijze vastleggen (wanneer ze afwijkt van standaardprocedures en/of protocollen) met het oog op juridisch perspectief "Verdiepen
VPK_2.12"VPK_2.12 - Primaire en secundaire preventie toepassen. Preventie op alle niveaus is:‘Bijdragen tot het bevorderen van de gezondheid, tot het voorkomen en herstellen van ziekten, verwikkelingen, psychisch disfunctioneren en tot het voorkomen van ongevallen. De verpleegkundige neemt gepaste structurele en faciliterende maatregelen om gezonde keuzes te ondersteunen (primaire preventie). Ze observeert, detecteert en signaleert vroegtijdig specifieke kenmerken van risicopopulaties (secundaire preventie)."Verdiepen
VPK_3.13VPK_3.13 - De zorg organiseren en coördineren: De intra-, trans- en extra-murale zorgactiviteiten doeltreffend en efficiënt op elkaar afstemmen rekening houdend met de zorgbehoeften van de cliënt en cliëntsysteem, de samenwerking tussen de disciplines en de diensten, de beschikbare tijd en middelen en met bijzondere aandacht voor informatiedoorstroming.Verdiepen
VPK_4VPK_4 - De verpleegkundige als PROFESSIONAL levert een bijdrage aan het bevorderen van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg: Zich verder professioneel ontwikkelen en de kwaliteit van de verpleegkundige zorg verhogen.Verdiepen
VPK_5.18VPK_5.18 - Interprofessionele relaties opbouwen en samenwerken in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelstellingen: Vanuit kennis van en respect voor deskundigheidsgebieden van de verschillende disciplines in het team overleggen met als doel optimale totaalzorg en continuïteit in de zorg, met oog voor kwaliteitsnormen.Verdiepen
VPK_6.19VPK_6.19 - Open staan voor diversiteit in de samenleving: De verpleegkundige benadert zowel collega’s gezondheidswerkers als de cliënt en zijn omgeving vanuit een fundamenteel respect voor ieders persoonlijke, sociale, culturele, etnische en religieuze eigenheid.Verdiepen
VPK_6.21VPK_6.21 - Open staan voor het economisch, sociaal en ethisch beleid binnen de gezondheidszorg: Student staat open voor tendensen en evoluties in het sociaal, economisch en ethisch beleid. Student is zich bewust van de gevolgen van het verpleegkundig handelen op economisch, sociaal en ethisch vlak en levert van daaruit een bijdrage in cliëntenbesprekingen en discussies’.Verdiepen

Leerresultaten

1. De verpleegkundige als PERSOON handelt naar beroepsspecifieke attitudes

1.01 Empathie, verantwoordelijkheidszin, kritische ingesteldheid aanwenden in de verpleegkundige context.

1.02 Een verpleegkundig professionele realtie aangaan met het cliëntsysteem en het interdisciplinair team.

1.03 Ethisch en juridisch verantwoord verpleegkundig handelen.



De student toont respect en oprechte interesse voor de persoonlijkheid van de oudere zorgvrager, diens specifieke situatie en diens voedingsbehoeften.

Vanuit dit fundamenteel respect voor de oudere en zijn specifieke zorgsituatie stelt de student zijn verpleegkundige handelen continu in vraag.

De student neemt dan ook de verantwoordelijkheid voor zijn eigen leerproces aangaande de typische geriatrische problematiek op.





2. De verpleegkundige als KLINISCH BEOORDEELAAR en ZORGVERLENER verleent professioneel verpleegkundige zorg op maat

2. 05 Verpleegkundige zorg verlener vanuit wetenschappelijk perspectief.

2.06. Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde.

2.09 Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren.

2.11 Relevant en efficiënt schriftelijk en mondeling rapporteren

2.12. Primaire en secundaire preventie toepassen.



Vanuit de kennis van de normale verouderingsprocessen en het geriatrisch risicoprofiel kan de student kwetsbare ouderen herkennen.

De student kan tevens vanuit een competentiegerichte visie op ouderenzorg de verpleegkundige implicaties van het normaal verouderingsproces illustreren.

De student kent de evidence based-richtlijnen rond valrisico en valpreventie bij ouderen en kan deze toepassen in concrete patiëntensituaties.



De student kan relevante en correcte informatie verschaffen over diëten en gezonde voeding aan de oudere zorgvrager en zijn familie.

De student kan problemen betreffende de voedingstoestand detecteren en signaleren en beschikt over de vaardigheid om de oudere zorgvrager hierop te wijzen.

De student ondersteunt de oudere zorgvrager in het aanpassen van zijn voedingsstijl aan zijn specifieke zorgsituatie.





3. De verpleegkundige als ORGANISATOR en COÖRDINATOR organiseert en coördineert de diverse aspecten van de zorg.



De student kent het wetgevend kader van de ouderenzorg en kan met het oog op zorgcontinuïteit aanbevelingen doen op vlak van wonen van ouderen.

De student kan de Katz-schaal invullen in een concrete patiëntensituatie en kan vanuit de Katzscore realistische voorstellen doen voor thuisverpleging of residentiële opvang van de oudere zorgvrager.



De student kan het maaltijdgebeuren van de oudere zorgvrager correct inschatten en van hieruit voorstellen doen voor aanpassing (extra calorieën, dieet, diabetesvereniging contacteren,...)





4. De verpleegkundige als PROFESSIONAL levert een bijdrage aan het bevorderen van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg.



De student kan via literatuurstudie zelfstandig inzicht verwerven in de symptomen en de omgangsvormen van dementie en kan deze inzichten implementeren in de organsiatie van de dagdagelijkse verpleegkundige zorg voor de dementerende oudere.

De student kan de zelfstandig verworven inzichten rond dementie presenteren aan medestudenten en hieruit kritische besluiten trekken voor de verpleegkundige praktijkvoering.



De student volgt zelfstandig de wetenschappelijke vernieuwingen aangaande voeding bij ouderen op en staat open voor vernieuwing.





5. De verpleegkundieg als LID VAN HET TEAM werkt intra- en interprofessioneel samen om de visies en de doelen van de zorg te realiseren.

5. 18 Interprofessionele relaties opbouwen en samenwerken in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelstellingen.



De student beseft ten volle dat een oudere zorgvrager die kwetsbaar is een multidisciplinaire aanpak nodig heeft om zoveel mogelijk zelfstandigheid te kunnen bewaren en gebruikt de terminologie van het geriatrisch risicoprofiel om de samenwerking vorm te geven.



De student beheerst de correcte terminologie aangaande voeding en dieet om op een vlotte wijze te communiceren met het multidisciplinaire team over de voedingstoestand van de geriatrische zorgvrager.





6. De verpleegkundige als LID VAN DE SAMENLEVING vervult een rol in de samenleving in functie van gezondheid en welzijn.

6.19 Openstaan voor diversiteit

6.21 Openstaan voor het economisch, sociaal en ethisch beleid binnen de gezondheidszorg



De student is in staat om de maatschappelijke evoluties van vergrijzing en verzilvering en de consequenties hiervan voor de verpleegkundige zorgverlening te duiden.

De student kan de geriatrische zorgvrager benaderen vanuit een fundamenteel respect voor diens levensgeschiedenis, waarden en normen.



De student houdt bij voedingsadvies rekening met de sociale en de culturele eigenheid van de geriatrische zorgvrager.


Inhoud

Onderdeel geriatrische verpleegkunde



Hoofdstuk 1: Situering ouderenzorg & oudere zorgvrager

- Demografische evoluties & uitdagingen 21ste eeuw

- Domein van de gerontologie & de geriatrie

- Het geriatrisch profiel: inhoud & betekenis in de verpleegkundige praktijk 

- Het biologisch verouderingsproces & de verpleegkundige implicaties

- Visie op ouderenzorg



Hoofdstuk 2: Ouderenzorg vanuit wetenschappelijk perspectief

- Vallen

- Dementie

- Gedragsproblemen bij dementie



Hoofdstuk 3: Organisatie ouderenzorg & woonvormen

- Zorgprogramma Geriatrie

- Woonzorgdecreet

- Katzschaal





Onderdeel voeding- en dieetleer



Hoofdstuk 1: praktische voedingszorg en gezonde voeding in de wondzorg



Hoofdstuk 2: voedingsadviezen bij diabetes mellitus type II



Hoofdstuk 3: malnutritie bij de geriatrische zorgvrager



Hoofdstuk 4: voedingsadviezen bij vermagering



De voedingsleer bestudeert de voeding vanuit de fysiologie, maw van de gezonde mens.

De dieetleer bestudeert de mens vanuit de pathofysiologie, maw de dieetleer bestudeert de voeding van de zieke mens. De verschillende diëten (natriumbeperkt, energiebeperkt,...) passeren de revue. De verworven kennis is onontbeerlijk voor een gefundeerd voedings- en dieetadvies en voor een goed begrip van de relatie voeding en preventie van welvaartsaandoeningen en dieet en pathofysiologie.

Via de curus maakt de toekomstige verpleegkundige zich de technische taal eigen om te communiceren met andere disciplines en leert tevens de wetenschappelijke voeding- en dieetkennis binnen het bereik van de patiënt te brengen.

 

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Evaluatie

Om te slagen voor dit opleidingsonderdeel dient de student 10/20 op het totaal te behalen. Indien de student echter op één van de afzonderlijke delen (verpleegkunde-voeding/dieet) minder dan 7/20 behaalt, is de student niet geslaagd voor het geheel van het opleidingsonderdeel.

Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Schriftelijk examen70%
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten30%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen100%