Begincompetentie
De eindtermen van het behaalde bachelor-of masterdiploma.
Leerresultaten
De student past de kennis uit de verschillende opleidingsonderdelen toe in de praktijk.
Hij oefent ook de technieken in die hij zich tijdens de praktische workshops eigen heeft gemaakt.
Dit is een perfecte leerschool en tegelijk een uitstekende voorbereiding voor de bachelorproef en de stage.
De oefeningen zijn onderling verschillend qua:
- inhoud: vrij, een vaste format of in opdracht van een externe organisatie;
- samenstelling: individueel, groep vooraf samengesteld of zelf te kiezen;
- vaardigheden: nadruk op redactionele-creatieve of op technisch-productionele vaardigheden;
- begeleiding: elke stap van het productieproces of enkel op het einde.
Die verschillen worden ook vertaald naar de leerresultaten en attitudes: teamwork, werken naar een deadline, het behalen van technische normen en redactionele vertaling.
Inhoud
De realisatie van verschillende audiovisuele producten. De studenten staan zelf in voor de preproductie: premisse, synopsis, scenario, draaiboek, productieplanning, draaiboek, locatiebezoeken, ... productie: draaidagen postproductie: montage, sonorisatie, grafiek, voice over, ...
Multicameraprogramma
De eerste grote oefening is een multicameraprogramma (bv. een stadmagazine) voor het crossmediaal jongerenplatform supo.be. Er is dus een vastomlijnde doelgroep en een vooropgesteld format: een combinatie van reportages, gasten en kleine formats. Voor het invullen van die format zijn de studenten vrij.
Zij starten hier al begin juli mee, dus voor de officiƫle start van het academiejaar. De groepjes worden samengesteld volgens de individuele competenties van de studenten, gebaseerd op hun voorgaand diploma. Tijdens de vakantiemaanden zijn ze zelf verantwoordelijk voor de communicatie tussen de groepsleden en de eerste stappen van het preproductieproces. Dit bevordert het groepsgevoel, dat er niet is bij de start door de heterogene samenstelling van de selectie. Eind september pitchen ze hun dossier aan de lectorengroep.
De nadruk van deze oefening ligt op het redactionele-productionele aspect. Er is begeleiding voorzien bij elke stap van het productieproces en achteraf worden de producten geanalyseerd en geremedieerd door alle lectoren. Studenten mogen hier nog steken laten vallen, de lessen die ze hieruit trekken zijn het belangrijkste. Deze opdracht is een vingeroefening voor de bachelorproef.
Langere reportage of documentaire
Voor de tweede oefening mogen de studenten zelf hun groep samenstellen (individueel of per twee). Ze maken een langere reportage en kiezen het onderwerp, de invalshoek, de stijl en de vorm zelf. Het uitzendplatform is supo.be. Het camerawerk moet weldoordacht zijn en getuigen van een bepaalde stijl en vorm, maar altijd in functie van het verhaal. De montage en sonorisatie van het eindproduct moeten broadcast-waardig zijn, zowel technisch als inhoudelijk. De student mag de grenzen van non-fictie storytelling aftasten, door bijvoorbeeld grafische of fictionele elementen toe te voegen aan zijn verhaal. De nadruk ligt op het creatief-technische.
De studenten worden meer individueel begeleid en geƫvalueerd vanuit de verschillende vakken. De vorm is minder geformatteerd; het eindresultaat is vaak een portret, een raamvertelling, een onderzoeksreportage of een reality-stuk.
Product voor externe opdrachtgever
De derde oefening is een totaaloefening in technische, productionele, redactionele creatieve vaardigheden voor een externe opdrachtgever. De formats, de doelgroep en het uitzendplatform worden bepaald door de externe opdrachtgever en liggen dus vast. Een nieuw aspect is de communicatie tussen de studenten en de externe opdrachtgever. Die laatste komt de opdracht pitchen en zal de studenten bijsturen waar nodig. De opdracht is vaak commercieel van aard. De opdrachtgevers komen vaak uit de non-profitsector.
De eindresultaten zijn vaak crossmediale producten: webclips, grafische bumpers, reclameclips of reportages. De studenten zijn verantwoordelijk voor de verschillende stappen in het productieproces. Ze stellen zelf groepjes en verschillende eindverantwoordelijken aan en zorgen ervoor dat de strikte deadlines en einddoelstellingen worden gehaald. De studenten worden door de externe opdrachtgever en de lectoren beoordeeld als het totaalproduct klaar is.
Evaluatie
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Tussentijdse evaluatie | 100% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Tussentijdse evaluatie | 100% | |