Hoofdpagina | Avond- en weekendopleiding - Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Didactische stage 1
| Avond- en weekendopleiding - Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs |
2010-11 |
| nvt |
BALLOA_5105 |
| 12 |
360 uur |
| Eerste Programmajaar |
Ja |
| Neen |
Neen |
| Verplicht |
Punt op 20 |
| Neen |
Neen |
Docenten
- Boon Tim
- Verhoeven Anne
- Winnelinckx Anneleen
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
Begincompetentie
Eindtermen secundair onderwijs bereikt hebben.
Eindcompetentie
| BALLO_01.11 | 1.11 - De leerkracht kan het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen. | Elementair niveau |
| BALLO_02.1 | 2.1 - De leerkracht kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in de groep en op school. | Elementair niveau |
| BALLO_07.1 | 7.1 De leerkracht kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteam. | Elementair niveau |
| BALLO_07.2 | 7.2 De leerkracht kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven. | Elementair niveau |
| BALLO_07.5 | 7.5 De leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het schoolteam. | Elementair niveau |
| BALLO_11_A1 | A1. beslissingsvermogen :durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen. | Elementair niveau |
| BALLO_11_A2 | A2. relationele gerichtheid: in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen. | Elementair niveau |
| BALLO_11_A3 | A3. kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen. | Elementair niveau |
| BALLO_11_A4 | A4. leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen. | Elementair niveau |
| BALLO_11_A5 | A5. organisatievermogen: erop gericht zijn de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden. | Elementair niveau |
| BALLO_11_A6 | A6. zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken. | Elementair niveau |
| BALLO_11_A7 | A7. verantwoordelijkheidszin: zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en het engagement aangaan om een positieve ontwikkeling van het kind te bevorderen. | Elementair niveau |
| BALLO_11_A8 | A8. flexibiliteit: bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, zoals middelen, doelen, mensen en procedures. | Elementair niveau |
Leerresultaten
De student als lid van een schoolteam:
- respecteert het opvoedingsproject van de stageschool;
- kan verwoorden waar de taak van leerkracht uit bestaat en ziet de school als lerende organisatie;
- beschikt over sociale en communicatieve vaardigheden die een goed contact met kinderen en aanstaande collega’s mogelijk maken;
- stemt zijn taalgebruik af op het doelpubliek (kinderen, collega’s, ouders, directie,…);
- gaat op een discrete manier om met verworven informatie uit de stageschool.
- kan adequaat omgaan met leidinggevenden.
De student als begeleider van leerprocessen:
- bereidt activiteiten schriftelijk voor d.m.v. het activiteitenplan in het heen- en -weerschriftje;
- raadpleegt de volgende bronnen als aangever voor zijn stageactiviteiten: de mentor en kant-en klaar lesmateriaal uit diverse methodes.
- kan kinderen boeien bij verhalen en prentenboeken voorlezen/vertellen/uitbeelden.
- maakt gebruik van verschillende gespreksvormen, zowel individueel als met de groep (zoals het kringgesprek, het interview, een enquête, enz).
De student als organisator:
- gebruikt de beschikbare tijd zorgvuldig (zoals gepland) en stelt deze eventueel bij op grond van interactie met leerlingen en reflectie;
- ordent de te gebruiken materialen efficiënt en maakt ze toegankelijk;
- vervult tijdens zelfstandig spelen/werken van kinderen een begeleidende rol.
De student als opvoeder:
- levert een bijdrage aan het creëren van een groepssfeer in een klas, waarin elk kind zich prettig voelt en waarbij vormen van discriminatie en geweld worden tegen gegaan;
- observeert kinderen in verschillende situaties nauwkeurig, objectief en gericht en legt dit
schriftelijk vast.
Bovendien getuigt de student van:
- de nodige basisattitudes om in een (school-)team te functioneren;
- een bereidheid tot inhoudelijk en vakdidactisch leren;
- een reflectieve ingesteldheid die leren in het werkveld toelaat.
Inhoud
De stage teamfunctioneren omvat 30 halve dagen stage van 3 uur of minimaal 90 stage-uren.
Daarnaast heeft de student opgelegde reflectietaken die op het einde van de stage worden ingediend.
De gedetailleerde inhoud daarvan staat in de stagehandleiding.
Welke vaardigheden verwachten we NIET?
- zelf een les opstellen en uitschrijven in een lesvoorbereiding
- zelf een volledige voor- of namiddag begeleiden zonder hulp van de mentor
Welke vaardigheden verwachten we WEL?
Alle begeleidende taken (in assistentschap van een mentor) in de volledige basisschool zoals:
- begeleiden bij zelfstandige werkvormen
- een individueel kind ondersteunen na een klassikale uitleg door de mentor zelf
- een speelplaatsbewaking mee ondersteunen
- een rij, buitenschoolse activiteit, sportactiviteit mee begeleiden
- een leerling met problemen extra ondersteunen bij klassikale lessen
- begeleiding bij openluchtklassen
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Evaluatie
OLOD kan ofwel in semester 1 ofwel in semester 2 opgenomen worden
Er is nooit tweede examenzittijd mogelijk.
| Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Geïntegreerde evaluatie | 100% | |