Hoofdpagina | Avond- en weekendopleiding - Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Wijsbegeerte
| Avond- en weekendopleiding - Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs |
2010-11 |
| nvt |
BALLOA_3754 |
| 3 |
90 uur |
| Eerste Programmajaar |
Ja |
| Ja |
Ja |
| Verplicht |
Punt op 20 |
| Ja |
Ja |
Docenten
- De Bruyn Marleen
- Verbruggen Werner
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
Begincompetentie
eindcompetenties secundair onderwijs
Eindcompetentie
| BALLO_02.3 | 2.3 - De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden. | Elementair niveau |
| BALLO_09 | Functioneel geheel 9 - De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap | Elementair niveau |
| BALLO_10 | Functioneel geheel 10 - De leraar als cultuurparticipant | Elementair niveau |
| BALLO_11_A2 | A2. relationele gerichtheid: in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen. | Elementair niveau |
| BALLO_11_A4 | A4. leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen. | Elementair niveau |
| BALLO_11_A6 | A6. zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken. | Elementair niveau |
Leerresultaten
Eindcompetenties van dit opleidingsonderdeel:
1. Ethisch verantwoord handelen
De student leert zijn eigen mens en wereldbeeld expliciteren, respectvol om te gaan met verschillende opvattingen en hierover te dialogeren
2. Empathie en kritische ingesteldheid aanwenden in de praktijkcontext
De student leeft zich in in de belevingswereld van cliënten/kinderen. De student benadert kritisch zijn eigen handelen.
3. Een cliënt/een kind benaderen vanuit een holistische mensvisie
De student toont inzicht in de verschillende factoren die de gezondheid/het onderwijs beïnvloeden; interne, externe, maatschappelijke en leefstijlfactoren.
4. De student doorbreekt vanuit de verwondering de vanzelfsprekendheid om stil te staan bij het leven en zo de eigen spirituele noden en die van de cliënt of de leerling te (h)erkennnen.
5. De student leert vragen stellen, (abstracte) begrippen te definiëren en gepaste veralgemeningen te maken.
6. De student staat open voor diversiteit in de samenleving
7. De student heeft een brede kijk op het maatschappelijk gebeuren en staat kritisch t.o.v. een economisch, sociaal, politiek en ethisch beleid.
8. De student toont het belang aan van een kritisch en reflexief denken in een plurale samenleving.
Inhoud
We bestuderen een overzicht van het Westerse filosofisch denken gedurende 2500 jaar.
In de inleiding staan we stil bij wat filosofie is, we maken een onderscheid tussen filosofie en godsdienst. Achtereenvolgens maken we kennis met de antieke, de Middeleeuwse, de moderne en de hedendaagse filosofie.
Tot slot trachten we na te gaan in hoeverre deze kennismaking met de wijsbegeerte ons mensbeeld heeft beïnvloed
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Cursussen
Evaluatie
| Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Mondeling examen | 80% | | Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Opdrachten | 20% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Mondeling examen | 80% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 20% | |