Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Kind in de wereld
Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs |
2010-11 |
nvt |
BALLO_5043 |
6 |
180 uur |
Derde Programmajaar |
Ja |
Neen |
Neen |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
Ja |
Docenten
- Vermeulen Catherine
- Mattheussens Veerle
- Van Loock Lieve
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
- Groepswerk
- Hoorcollege
- Oefensessie
- Practicum
- Werkcollege
- Zelfstudie
Begincompetentie
- Algemeen: Ontwikkelingsdoelen en eindtermen Lager Onderwijs
- Eindtermen Secundair Onderwijs
- Verworven competenties uit programmajaren 1 en 2 en 3
- Vroegere leerervaringen en eigen opgebouwd referentiekader
- Bereidheid te leren uit eigen ervaring en die van anderen
- Specifiek:
- Informatiebronnen raadplegen, doelgericht informatie selecteren en verwerken i.v.m. een gekozen thema voor een specifieke doelgroep.
- Lesmateriaal en activiteiten i.v.m. een gekozen thema beoordelen en eventueel optimaliseren.
- Doelgericht lesmateriaal en activiteiten (o.a. opdrachten sociale vaardigheden, spelvormen, ...) i.v.m. het gekozen thema ontwikkelen en uitwerken voor een specifieke doelgroep.
- Gesprekstechnieken hanteren.
- Samenwerken in groep.
- (Audio-visueel) materiaal zinvol inschakelen.
Eindcompetentie
BALLO_05 | Functioneel geheel 5 - De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker | Doorgroeiniveau |
BALLO_08 | Functioneel geheel 8 - De leraar als partner van externen | Doorgroeiniveau |
BALLO_09 | Functioneel geheel 9 - De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap | Doorgroeiniveau |
BALLO_10 | Functioneel geheel 10 - De leraar als cultuurparticipant | Doorgroeiniveau |
BALLO_11_A1 | A1. beslissingsvermogen :durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen. | Doorgroeiniveau |
BALLO_11_A2 | A2. relationele gerichtheid: in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen. | Doorgroeiniveau |
BALLO_11_A3 | A3. kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen. | Doorgroeiniveau |
BALLO_11_A4 | A4. leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen. | Doorgroeiniveau |
BALLO_11_A5 | A5. organisatievermogen: erop gericht zijn de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden. | Doorgroeiniveau |
BALLO_11_A6 | A6. zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken. | Doorgroeiniveau |
BALLO_11_A7 | A7. verantwoordelijkheidszin: zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en het engagement aangaan om een positieve ontwikkeling van het kind te bevorderen. | Doorgroeiniveau |
BALLO_11_A8 | A8. flexibiliteit: bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, zoals middelen, doelen, mensen en procedures. | Doorgroeiniveau |
Leerresultaten
De student kan:
- verschillen die andere culturen met zich meebrengen duiden en deze positief hanteren
- met ouders, leerkrachten en externe begeleiders communiceren over het leerproces van een kind
- ervaringen in verband brengen met gelijke (onderwijs)kansenproblematiek
- kritisch reflecteren over eigen visie, houding, principe van de fundamentele gelijkheid
- taal-/rekenstimulerende activiteiten opzetten in functie van de beginsituatie van het kind
- opgedane ervaringen en leerwinst verwoorden in een logboek
- een eigen visie vormen over zinvol huiswerkbeleid
De student heeft inzicht in verschillende maatschappelijk relevante onderwerpen m.b.t. kinderen.
De student kan zich over maatschappelijk relevante onderwerpen informeren en kan de verworven informatie verwerken.
De student beheerst de nodige kennis om in te stromen op de arbeidsmarkt (solliciteren, vakbonden, …).
Inhoud
Om in contact te komen met een andere socio-culturele achtergrond begeleidt de student gedurende 15 uur allochtone of kansarme autochtone kinderen bij hun huiswerk in het gezin Dit is slechts een middel om toegang te krijgen tot het gezin, contact te hebben met een 'kansarm' kind. De opdracht bestaat uit 2 luiken. Enerzijds helpt de student het kind/gezin door te begeleiden, anderzijds is er zo de gelegenheid om van dichtbij kennis te maken met een kind/gezin met een andere socio-culturele achtergrond en zo inzichten op te doen m.b.t. de ongelijke kansenproblematiek.
Deze ervaring zal als uitgangspunt gebruikt worden bij het vervolg van de module.
Elke basisgroep kiest een keuzethema uit om zich in te verdiepen. Deze keuzethema's worden in samenspraak met studenten bepaald en kunnen o.a. elementen behandelen zoals bijvoorbeeld: - kinderen in 'diverse gezinsvormen' - kansarmoede - kinderen in Europa - kinderen in de wereld - vredesopvoeding - ...
De student verdiept zich vanuit een zelf geformuleerde onderzoeksvraag in een thema naar eigen keuze dat aansluit bij zijn/haar interesse.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Evaluatie
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Geïntegreerde evaluatie | 100% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 100% | |