Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Muzische vorming 2
| Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs |
2010-11 |
| nvt |
BALLO_3780 |
| 3 |
90 uur |
| Eerste Programmajaar |
Ja |
| Neen |
Neen |
| Verplicht |
Punt op 20 |
| Ja |
Ja |
Docenten
- Mertens Koenraad
- Van Den Eynde Tine
- Bogaerts Lieselotte
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
- Hoorcollege
- Werkcollege
- Oefensessie
- Zelfstudie
Begincompetentie
Geen specifieke voorkennis vereist, wel open staan voor muzische ervaringen
en kunst in alle domeinen (beeld - muziek - taal/drama - beweging/dans - media)
Sociaal engagement naar medestudenten
Eindcompetentie
| BALLO_01.02 | 1.2 - De leerkracht kan doelstellingen kiezen en formuleren. | Elementair niveau |
| BALLO_01.03 | 1.3 - De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren. | Elementair niveau |
| BALLO_01.06 | 1.6 - De leerkracht kan individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen. | Elementair niveau |
| BALLO_01.07 | 1.7 - De leerkracht kan een krachtige leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep. | Elementair niveau |
| BALLO_01.09 | 1.9 - De leerkracht kan observeren en het proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie. | Elementair niveau |
| BALLO_03.1 | 3.1 De leerkracht beheerst de basiskennis van de leerinhouden, waaronder ten minste de ontwikkelingsdoelen en eindtermen, en hij kan recente ontwikkelingen over inhouden en vaardigheden uit de leergebieden Frans, Lichamelijke Opvoeding, Muzische Vorming, Nederlands, Wereldoriëntatie en Wiskunde en de leergebiedoverschrijdende thema's Leren Leren, Sociale Vaardigheden en Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) volgen. Vanuit onze overtuiging wordt hier godsdienst aan toegevoegd. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_04.4 | 4.4 De leerkracht kan een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen. | Elementair niveau |
| BALLO_05.2 | 5.2 De leerkracht kan kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek die relevant zijn voor de eigen praktijk. | Elementair niveau |
| BALLO_11 | 11 - Attitudes | Doorgroeiniveau |
Leerresultaten
De student (als begeleider van leerprocessen):
bezit elementaire kennis en vaardigheden en ontwikkelt visie om met kinderen van de lagere school:
- muziek en geluiden te maken en vast te leggen
- muziek te beluisteren, op muziek te bewegen en erover te spreken
- te communiceren via beelden en beelden te maken (zowel ruimtelijk als vlak, stilstaand en bewegend, …)
beelden (o.a. media-beelden) en beeldende kunst te beschouwen en erover te spreken
De student (als opvoeder):
- verwerft inzicht in de muzisch-creatieve ontwikkeling bij kinderen
- verwerft inzicht in het proces van beschouwen en creëren om de totale persoonlijkheidsontwikkeling bij kinderen te stimuleren
De student (als inhoudelijk expert):
- ontdekt en ontwikkelt zijn eigen muzikale vaardigheden m.b.t. muziek maken, zingen, bewegen op muziek, muziek vastleggen, luisteren naar muziek en erover spreken
- ontdekt en ontwikkelt zijn beeldende vaardigheden m.b.t. het waarnemen van beelden (gerichter, vollediger, anders, indringender, kritischer, …), beelden maken en ermee / erover communiceren
- verwerft inzicht in het hanteren van muzische reflectie-wijzen om terug te blikken op het proces en het product van zichzelf en van anderen
- klank-vorm-betekenismodel
- muzikale vaardigheden (muziek ontwerpen, maken, beluisteren, vastleggen en noteren, nadenken en praten over muziek, bewegen op muziek)
- notenleer en muziektheorie
- toonvast, expressief en zuiver binnen de stemomvang van de kinderstem zingen (of kan vorderingen op dit vlak aantonen)
- de beeldaspecten: licht, kleur, vorm, lijn, compositie, ruimte en textuur.
- kunstenaars en -stromingen van vroeger, nu hier en elders in hun maatschappelijke context
- beelden beschouwen en kritisch analyseren
- media zinvol hanteren om eigen uitingen en die van anderen te beschouwen en er over te reflecteren
De student (als organisator):
- kan middelen en materialen kiezen, aanpassen en uitwerken in functie van doelen
De student (als partner van externen):
- kent enkele kunst- en cultuureducatieve diensten, publicaties en/of initiatieven met een aanbod naar kinderen toe
De student (als cultuurparticipant):
- kent het werk van verschillende kunstenaars en -stromingen (van vroeger, nu, hier, elders) en hun context
- wil inzien dat het maatschappelijk beeld (verbondenheid onderwijs en maatschappij) onvolledig is zonder een cultuur-esthetisch onderwijsaanbod
De student (attitudes):
- grondiger stilstaan bij datgene wat waargenomen wordt (nieuwsgierig zijn, vragen stellen over, …)
- durft zijn hele persoon inzetten (niet eenzijdig het denken, maar ook het voelen en het willen)
- geniet van de muzische expressie / impressie van zichzelf en anderen en bewaart producten van zijn eigen muzisch ontwikkelingsproces in een muzenbox
- tast af hoe hij het muzisch bezigzijn kan verrijken; nagaan hoe hij nog meer genoegen kan beleven aan het muzisch bezig zijn, wat hem remt, waar knelpunten zitten
- maakt vernieuwd of anders kennis met medestudenten en beleeft genoegen aan het samenwerken
Inhoud
De student beheerst de kennis en vaardigheden (niveau lager onderwijs en verdieping):
- klank-vorm-betekenismodel
- muzikale vaardigheden (muziek ontwerpen, maken, beluisteren, vastleggen en noteren, nadenken en praten over muziek, bewegen op muziek)
- notenleer en muziektheorie
- toonvast, expressief en zuiver binnen de stemomvang van de kinderstem zingen (of kan vorderingen op dit vlak aantonen)
- de beeldaspecten: licht, kleur, vorm, lijn, compositie, ruimte en textuur.
- kunstenaars en -stromingen van vroeger, nu hier en elders in hun maatschappelijke context
- beelden beschouwen en kritisch analyseren
- media zinvol hanteren om eigen uitingen en die van anderen te beschouwen en er over te reflecteren
Persoonlijke competenties
- De student beheerst technieken om zijn creatief vermogen (cognitief, emotioneel, sociaal en technisch) aan te spreken.
- De student kan de eigenheid van het muzische aanvoelen, waarderen en begrijpen.
- De student kan het eigen muzisch proces illustreren.
De student beheerst (vak)didactiek
- De student kan middelen en materialen kiezen, aanpassen en uitwerken i.f.v. doelen.
Attitude
- De student benadert dingen, mensen, waarden vanuit een muzische grondhouding benaderen.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Cursussen
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
| Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Schriftelijk examen | 50% | inhoud cursus 'muziek' en cursus 'beeld' | Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Mondeling examen | 50% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 50% | inhoud cursus 'muziek' en cursus 'beeld' | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Mondeling examen | 50% | |