Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs
Verdieping muzische talen
Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs |
2010-11 |
nvt |
BALKO_761 |
6 |
180 uur |
Derde Programmajaar |
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
Ja |
Docenten
- Walschap Annelies
- Provoost Lutgarde
- Op de beeck Kim
- Marit Kirsten
- De Clercq Bob
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
- Hoorcollege
- Werkcollege
- Oefensessie
Begincompetentie
eindcompetenties Nederlands,bewegingsopvoeding,muzikale opvoeding, beeldopvoeding van programmajaar 2
Eindcompetentie
Leerresultaten
Eindcompetenties van dit opleidingsonderdeel
Functioneel geheel 1: Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.1 De ervaringsgerichte indicatoren voor goed kleuteronderwijs (betrokkenheid en welbevinden) gebruiken bij het opzetten, verantwoorden en evalueren van het eigen onderwijs.
1.2 De ervaringsgerichte visie aan de hand van de ontwikkelingsaspecten , leerplannen en ontwikkelingsdoelen omzetten in kleutergerichte doelen rekening houdend met de vastgestelde beginsituatie, kleuterbehoeften, noden en interesses.
1.3 Breed observeren met het oog op het kunnen creëren van ontwikkelingsbevorderende leeromgevingen die reële kansen tot betrokkenheid en succesbeleving bieden.
1.4 Inhouden vertalen in activiteiten waarbij passende (multimediale) werk- en groeperingsvormen en ontwikkelingsmaterialen gekozen worden die aansluiten bij de leef- en belevingswereld van de kleuters en gericht zijn op de totale persoon.
1.5 De kennis, vaardigheden en attitudes van de kleuters continu evalueren met het oog op het bevorderen van de ontwikkeling van de kleuters en het bijsturen van de eigen aanpak.
Verschillen tussen kinderen opmerken en hiermee rekening houden.
Een rustige, warme, veilige en aanmoedigende werksfeer bevorderen.
Activiteiten/materialen kiezen en aanpassen in functie van doelen en beginsituatie.
Functioneel geheel 2: Opvoeder
2.1 Een democratische klas- en schoolcultuur realiseren gestoeld op de rechten van het kind.
2.2 Kleuters stimuleren zich zelfstandig en positief kritisch te bewegen in de wereld door met hen naar de werkelijkheid te kijken, te luisteren, ze te duiden en zich erover te verwonderen.
2.3 Kleuters stimuleren tot mondigheid en zelfstandigheid en kansen scheppen tot initiatief nemen en het opnemen van verantwoordelijkheid.
2.4 In dialoog met kleuters komen tot regels en afspraken, gebaseerd op waarden, deze voorleven en doen naleven.
2.6 Met respect voor eigenheid en diversiteit reageren op de gevoelens van kinderen, met het oog op zelfontplooiing en integratie van elk kind
Functioneel geheel 3: Inhoudelijk expert
3.1 Beschikken over vaardigheden om gericht en kritisch informatiebronnen te raadplegen om zo recente evoluties in verband met inhouden en vaardigheden uit de verschillende ontwikkelingsgebieden te volgen.
3.2 Vanuit de ervaringsgerichte opvoedingsvisie de verworven kennis en nieuwe inzichten aanwenden in het pedagogisch en didactisch handelen.
3.3 Het eigen aanbod situeren en integreren in het ruime kader van het (inclusief) kleuteronderwijs.
Communicatief vaardig zijn en een correct taalgebruik hanteren in mondelinge en schriftelijke situaties.
Functioneel geheel 4: Organisator
4.1 Rekening houdend met de beginsituatie van de kleuters, hun inbreng en veiligheid, de beschikbare ruimte optimaal indelen in hoeken tijdens de verschillende zones en deze ruimte systematisch aanpassen en bijsturen.
4.2 De opstelling van de materialen en activiteiten in de hoeken grondig overdenken vanuit de zorg voor een evenwichtig aanbod.
4.3 Een kindgericht dagverloop creëren waarbij gelijktijdig en/of opeenvolgende activiteiten met de kinderen vlot, soepel en flexibel verlopen.
4.4 Een klimaat creëren waarin kinderen een overzicht behouden over het klasgebeuren.
4.5 Administratieve taken op een correcte en efficiënte wijze plannen en uitvoeren.
ICT integreren in de klas
Functioneel geheel 5: Innovator
5.1 Vernieuwende inzichten uit de opleiding en de samenleving, in samenspraak met het schoolteam, integreren in het pedagogisch en didactisch handelen.
5.2 Zich de attitude eigen maken om zich voortdurend bij te scholen en op de hoogte te blijven van onderzoekresultaten, om actief de eigen competenties als leraar te verbreden en te verdiepen .
Artikels uit praktijkpublicaties lezen en hieruit informatie selecteren om de eigen klas- en schoolpraktijk mee te verrijken
Flexibiliteit betonen om bij problemen samen naar oplossingen te zoeken.
Functioneel geheel 6: Partner van ouders/verzorgers
6.3 Zich kunnen houden aan de deontologie van het beroep.
Functioneel geheel 7: Lid van een schoolteam
7.1 Willen, kunnen en durven overleggen in team om te werken aan een samen gedragen visie op opvoeding en onderwijs en hierdoor bijdragen tot een open, aangename sfeer in de school (sfeer van verbondenheid).
7.4 Klasdoorbrekend werken om projecten, thema’s aan te pakken en om met eigen bijzondere talenten en vaardigheden andere collega’s te ondersteunen.
Functioneel geheel 8: Partner van externen
8.1 Contacten opbouwen en samenwerken met organisaties, instanties en personen in de leefomgeving van de school om zo onderwijs en dagelijks leven zo aansluitend mogelijk te maken.
8.2 In mondelinge en schriftelijke communicatie met kinderen, ouders, teamleden en externen een adequaat en correct taalgebruik hanteren.
Functioneel geheel 10: cultuurparticipant
10.1 Zich breed informeren over de actualiteit en verdere omgeving om deze op aangepaste wijze bij de kleuters brengen via een rijk en boeiend aanbod.
10.2 De aanwezige diversiteit binnen de klas als instap gebruiken om de culturele, sociale, levensbeschouwelijke, sportieve en esthetische gevarieerdheid en rijkdom te verkennen.
10.3 Het eigen culturele referentiekader kritisch bevragen en bijsturen.
Inhoud
Verdiepingssessies: (concrete doelen en inhouden zie cursussen) Domein beeldopvoeding:(Kirsten Marit) Beeldende Kunst als impressie bij kleuters, kwalitatief sterke voorbeelden van het gebruik van beeldtaal - beeldende kunst beschouwen en vanuit de opgedane indrukken zelf creëren via beeldtaal (op eigen niveau ervaren en vertalen naar kleuters toe) - actief bezoek aan MUHKA begeleid door educatieve dienst . Textiele werkvormen in de kleuterschool - textiele werkvormen in verschillende toepassingsdomeinen in verschillende culturen - textiele werkvormen als middel om zich beeldend uit te drukken - via ontdek – en experimenteeraanbod komen tot toepassingen van verschillende textiele werkvormen bij kleuters Domein geschreven en gesproken woord:(Kim Op de Beeck) - Het muzisch proces is een communicatieproces - Muzisch taalgebruik/geschreven en gesproken woord - vanuit zintuiglijke ervaringen spelen met klanken, spelen met betekenissen - beelden en emoties in sprookjes ( en hoe deze nog versterkt worden door muzisch taalgebruik ) - Verbeelding: de verschillende muzische talen omzetten/uitdrukken in beeldende taal (beschouwen, experimenteren, creëren) - Filosoferen bij een verhaal, een gedicht, beeldende kunst, muziek, dans… - Werken met kleuters: onderzoeken hoe opgedane indrukken (beeldende kunst, muziek….) bij kleuters ‘talig’ kunnen verwerkt worden (poëzie, dramatisch spel, creatief vertellen, filosoferen…) domein muziek: (Lut Provoost) - Muziek van componisten beluisteren, analyseren en bespreken volgens de muzikale aspecten met de bedoeling inzicht te krijgen in de manier waarop deze kunstenaars de muzikale taal gebruiken om een buiten-muzikaal gegeven in muziek om te zetten. - Ontwerpen en uitvoeren van muziek op eigen niveau vertrekkende vanuit een buiten-muzikaal gegeven. - Muziekbeluisteren bij kleuters - Muziek en beweging (ritmiek) domein bewegingsopvoeding:(Annelies Walschap) In de verdiepingssessies 'bewegingsexpressie' ligt de nadruk op het muzisch omgaan met bewegen. Dit kan concreet vorm krijgen via een waaier aan bewegingsactiviteiten (o.a. mime, uitbeeldingsspelen, ...) Tijdens de verdiepingssessies wordt de aandacht voornamelijk gericht op volgende activiteiten: - dans- en bewegingsexpressie (vanuit een materiaal, interessepunt,...) - pantomimisch verhaal - bewegingsexpressie vanuit kunst Belangrijk is dat in elk van deze vormen zowel het bezig zijn met indrukken als het persoonlijk vormgeven en reflecteren aanwezig zijn. Syntheseopdracht 4 muzische talen:(begeleid door de verschillende docenten) Aansluitend bij de verdiepingssessies en culturele excursies, de verschillende muzische talen aanvullend en elkaar ondersteunend gebruiken, in een syntheseopdracht met presentatie. De inzichten en opgedane ervaringen vertalen naar kleuters toe.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Handboeken
- Leerplan Bewegingsopvoeding In De Basisschool (2010)
- Leerplan Muzische Vorming, Muzisch taalgebruik (Deelleerplan)
- Muzische Opvoeding 1999 Algemeen Deel
- Muzische Opvoeding 1999 Beeldopvoeding
- Muzische Opvoeding 1999 Dramatisch Spel
- Muzische Opvoeding 1999 Muzikale Opvoeding
Evaluatie
Eerste examenkans - tweede examenperiode: 100% opdrachten
Tweede examenkans - derde examenperiode: 100% opdrachten
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Opdrachten | 100% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 100% | |