Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Communicatieve en agogische vaardigheden

Docenten

• Vanlommel Christiana

Onderwijstaal

• Nederlands

Onderwijsvorm

• Zelfstudie
• Werkcollege
• Groepswerk

Begincompetentie

De communicatieve vaardigheden die op het einde van het tweede programmajaar verworven zijn:
- basishouding van respect en inleving, echtheid en openheid, correctheid en duidelijkheid
- in staat zijn tot het geven van feedback op een correcte manier
- actief luisteren

Eindcompetentie

Leerresultaten

Functioneel geheel 5: Innovator 5.3 Het eigen handelen/opvoedingsvisie en dat van de groep voortdurend bevragen en bijsturen (reflectievaardig en intervisievaardig zijn).

• Kan een werkbrief schrijven: concrete praktijksituatiesituatie in de kleuterklas objectief beschrijven en analyseren, de nodige cursusinhoud gebruiken, alternatieve handelingswijzen bedenken en concreet plannen


• Kan in groep (intervisie) deelnemen aan de grondige bespreking van praktijksituaties


• Kan elementen uit deze bespreking abstraheren, transfereren naar nieuwe situaties, integreren in de eigen ontwikkeling als leraar

Functioneel geheel 6: Partner van ouders/verzorgers 6.1 Vanuit bekommernissen voor elke kind en in het belang van het kind zich inleven in de leefwereld ervan en daarom de discrete dialoog en samenwerking met ouders en verzorgers aangaan. 6.2 Rekening houdend met de diversiteit initiatieven realiseren die de band tussen school en thuis leggen en ouders in hun eerste opvoedingsverantwoordelijkheid erkennen. 6.3 Zich houden aan de deontologie van het beroep.

• Kan in praktijksituaties met ouders occasionele gesprekken voeren over het kind en het klasgebeuren


• Staat open voor de inbreng van ouders


• Kan samen met een ervaren collega met de ouders spreken over de problemen van hun kind en de aanpak ervan


• Kan ouders/verzorgers uitnodigen tot participeren aan het dagelijks klasleven waar en wanneer mogelijk en gepast


• Kan werk maken van ouderparticipatie op schoolniveau

Functioneel geheel 7: Lid van een schoolteam 7.1 Overleggen in een team om te werken aan een samengedragen visie op opvoeding en onderwijs en hierdoor bijdragen tot een open, aangename sfeer in de school (sfeer van verbondenheid). 7.2 Binnen het team over de taakverdeling overleggen en deze naleven. 7.3 Overleggen met collega's over klasgebeuren, kleuters, eigen pedagogische en didactische omgang (en het resultaat ervan toepassen in het eigen pedagogisch en didactisch handelen).

• 
  

  Is in staat zijn om met collega's over het pedagogisch project, inhouden en methoden in gesprek te treden
  

• Kan alle taken van een klasleraar zelfstandig realiseren


• Kan de eigen opdracht kritisch bespreken met directie en met het team overleggen over de taakverdeling
  

   

  
  

Funtioneel geheel 8: Partner van externen 8.1 Contacten opbouwen en samenwerken met organisaties, instanties en personen in de leefomgeving vna de school om zo onderwijs en dagelijks leven zo aansluitend mogelijk te maken.

• Is op de hoogte van de externe personen en organisaties waarop een leraar beroep kan doen in functie van begeleiding voor zichzelf en de kinderen


• Kan op gepaste wijze beroep doen op deze externe personen en organisaties

Inhoud

- Samenwerking en conflicten in een team 

- Vergadertechnieken

- Tweegesprekken met ouders (omgaan met ouders die zelf een probleem willen bespreken en slecht-nieuwsgesprekken voeren), assertief zijn in de omgang met collegae, het functioneringsgesprek en het sollicitatiegesprek

- Reflectiesessies in groep waarbij de studenten hun eigen onderwijsgedrag bekijken en op basis van ervaring en samendenken met anderen proberen bij te sturen

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Evaluatie