Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs
Onderwijs- en opvoedingskader 2
Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs |
2010-11 |
nvt |
BALKO_4375 |
5 |
150 uur |
Tweede Programmajaar |
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
Ja |
Docenten
- Teunissen Els
- Van Sanden Petrus
- Van Stijvoort Linda
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
- Groepswerk
- Oefensessie
- Stage/praktijkoefening
- Hoorcollege
- Practicum
- Werkcollege
- Zelfstudie
Begincompetentie
Eindcompetenties van PJ 1
Eindcompetentie
BALKO_01.1 | BALKO_01.1 - De ervaringsgerichte indicatoren voor goed kleuteronderwijs (betrokkenheid en welbevinden) gebruiken bij het opzetten, verantwoorden en evalueren van het eigen onderwijs. | Opleidingsfase 2 |
BALKO_01.2 | BALKO_01.2 - Vanuit de ervaringsgerichte visie werken aan de ontwikkelingsaspecten , leerplan- en ontwikkelingsdoelen | Opleidingsfase 2 |
BALKO_01.3 | BALKO_01.3 - Breed observeren met het oog op het creëren van ontwikkelingsbevorderende leeromgevingen die reële kansen tot betrokkenheid en succesbeleving bieden. | Opleidingsfase 2 |
BALKO_01.5 | BALKO_01.5 - Kleuters stimuleren met betrekking tot de basisontwikkeling en de algemene en specifieke ontwikkeling | Opleidingsfase 2 |
BALKO_01.6 | BALKO_01.6 - De competenties van kleuters continu evalueren met het oog op het bevorderen van de ontwikkeling van kleuters en het bijsturen van de eigen aanpak | Opleidingsfase 2 |
BALKO_02.1 | BALKO_02.1 - Een democratische klas- en schoolcultuur realiseren op basis van de rechten van het kind en werken aan sociale competentie en verbondenheid bij kleuters | Opleidingsfase 2 |
BALKO_06.1 | BALKO_06.1 - Vanuit bekommernissen om elk kind en in het belang van het kind, zich inleven in de leefwereld ervan en daarom de discrete dialoog en samenwerking met ouders en verzorgers aangaan | Opleidingsfase 2 |
BALKO_06.2 | BALKO_06.2 - Rekening houdend met de diversiteit initiatieven realiseren die de band tussen school en thuis leggen en ouders in hun eerste opvoedingsverantwoordelijkheid erkennen | Opleidingsfase 2 |
BALKO_07.5 | BALKO_07.5 - Op de hoogte zijn van de eigen rechtspositie en die van de kinderen en dit naleven | Opleidingsfase 2 |
BALKO_09.1 | BALKO_09.1 - De uitdaging durven aangaan om via bijscholingen/studiedagen/werkgroepen en participatieraden contacten te leggen binnen en buiten de school en in gesprek te treden over onderwijsvisie, plaats en rol van de school en het beroep van leraar in de samenleving | Opleidingsfase 2 |
Leerresultaten
De vertaling en concretisering van de eindcompetenties van het OOK 2 gebeurt enerzijds binnen het opvoedingskader en anderzijds binnen het onderwijskader.
Opvoedingskader
In het opvoedingskader 2 bouwen we voort op het opvoedingskader 1 en gaan over op verdieping van het concept welbevinden als de indicator bij uitstek voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en anderzijds op het concept betrokkenheid als de indicator bij uitstek van het leren van kinderen en van de ontwikkeling van hun competenties.
Welbevinden en sociaal-emotionele ontwikkeling
Om een gave emotionele ontwikkeling bij kinderen te waarborgen, is het cruciaal veel aandacht te hebben voor het welbevinden van de kinderen. Vanuit een brede observatie leer je aandacht hebben voor signalen van hoog/laag welbevinden die kinderen uitzenden, voor de interacties die ze aangaan in verschillende relatievelden en voor mogelijke aanwezige risicofactoren. Bij al deze verkregen informatie is het belangrijk dat je je inleeft in kinderen. Zo krijg je zicht op hoe het gesteld is met hun zelfbeeld en hun basisbehoeften. Vanuit dit inlevend begrijpen zal je ontdekken hoe je kinderen daar ondersteuning kan bieden waar ze die het meest nodig hebben op hun weg naar een gave emotionele ontwikkeling.
Emotionele ontwikkeling hangt nauw samen met sociale ontwikkeling. Je leert hoe je kinderen kan helpen ‘sociaal competent’ te worden, waarbij inleving weer de kern zal zijn, om via het begrijpen en het voorspellen van het gedrag, te komen tot tactvol inspelen op anderen.
Broodnodig bij sociale competentie is een positieve waardenoriëntatie om kinderen bewust te laten kiezen voor de waarde van ‘positieve omgang’ met elkaar en met de wereld. Dit brengt ons bij de basisattitude van verbondenheid. Werk maken van verbondenheid is de meest fundamentele preventie tegen klein en groot geweld. Door kinderen in contact te brengen met vijf ‘levensbanden’, groeit er bij hen een houding van respect, zorg, verantwoordelijkheid en engagement. Je leert dat de mogelijkheden om verbondenheid te beleven, vlakbij liggen.
In het onderwijs- en opvoedingskader zal je hiertoe vooral focussen op tussenkomsten die gericht zijn op ‘gevoeligheid voor beleving’.
Betrokkenheid en ontwikkeling van competenties
De betrokkenheid van kinderen laat je toe om de kwaliteit van de door jou gecreëerde leef- en leercontext te evalueren vanuit hun ervaring, van wat zich bij hen afspeelt, dus niet alleen vanuit wat jij als leraar doet. Meer nog: je toetst het succes van je aanbod en aanpak aan wat je er – hier en nu – bij de kinderen mee teweegbrengt en in welke mate dit bijdraagt tot hun ontwikkeling en het versterken van hun competenties.
Door dit goed te observeren, leer je bij het begeleiden van de kinderen tussenkomsten doen die hen stimuleren (stimulerend tussenkomen) en die hen de ruimte geven om zelfstandig te kiezen en initiatieven te nemen (autonomie verlenen). Je kan beter inschatten hoe het praktijkprincipe ‘vrij kleuterinitiatief’, in combinatie met andere principes, gunstige condities biedt voor hun ontwikkeling. Bovenal kan je ten volle leren vertrouwen op de innerlijke ontwikkelingsdrang van de kinderen en overtuigd geraken van de ‘juistheid’ van de keuzes die ze zelf maken!
Je leert hoe je gunstige condities kan creëren voor het ontwikkelen van de zelfsturingscapaciteit en ondernemingszin bij de kleuters. Om na te gaan of het aanbod, de aanpak en tussenkomsten ertoe leiden dat de kinderen ten volle kunnen profiteren van de klascontext voor hun leren en ontwikkeling, en om eventueel bij te sturen, leer je hoe je de kinderen systematisch kan opvolgen met behulp van zogenaamde ‘kind-volg-systemen’. In de lijn van de ervaringsgerichte visie, ontdek je hoe je die opvolging procesgericht kan aanpakken.
Bijzondere aandacht gaat uit naar de kinderen die voor het eerst naar school gaan en hoe die school en de leerkracht daarmee omgaan. Ten slotte verken je concrete initiatieven, methoden en materialen met het oog op het creëeren van een gunstige leef- en leeromgeving voor welbevinden en verbondenheid.
Onderwijskader
In het OOK 2 verdiepen we wat in OOK 1 aangeraakt is rond de algemeen didactische uitwerking van de ervaringsgerichte visie naar de stage toe. Algemeen didactische elementen van het stappenplan worden geanalyseerd, zodanig dat de studenten dit kunnen toepassen bij het voorbereiden van hun stage. In OOK 2 verdiepen we de didactiek tevens in functie van opgemerkte noden en behoeften bij studenten.
Inhoud
Opvoedingskader
betrokkenheid en competenties
kindvolgsysteem
speelplaats en refter
2,5-jarigen
sexuele ontwikkeling
morele ontwikkeling
autonomie verlenen
positieve aandacht
spelen met de klaspop
sociaal-emotionele ontwikkeling
ondernemingszin
Onderwijskader
Toepassing van het stappenplan om stage voor te bereiden, verdieping in functie van de vastgestelde noden van de studenten, bijv.
Keuze van een rode draad
Inschatten en beschrijven van de beginsituatie van kinderen
Doelgericht werken (ontwikkelingsaspecten) aansluitend op beginsituatie
Opbouw van een dagplanning met o.m. voorzien van smaakmaker en uitwerking van kapstokactiviteiten met aansluitende activiteiten en uitwerking van een thema
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Cursussen
Handboeken
- Ervaringsgericht werken met kleuters in het basisonderwijs
- Ontwikkelingsdoelen en eindtermen Infomap Gewoon Basisond
- Ontwikkelingsplan Voor De Katholieke Kleuterschool 2000
- Procesgericht kindvolgsysteem voor kleuters (KVS-K) (Toelichting bij de competenties)
- Procesgericht kindvolgsysteem voor kleuters (PKVS-K), formulierenset 1
- Procesgericht kindvolgsysteem voor kleuters (PKVS-K), formulierenset 2
Evaluatie
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Schriftelijk examen | 25% | | Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Opdrachten | 75% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 25% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 75% | |