Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs
Godsdienst 2
Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs |
2010-11 |
nvt |
BALKO_3090 |
3 |
90 uur |
Tweede Programmajaar |
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
Ja |
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
- Groepswerk
- Hoorcollege
- Zelfstudie
- Werkcollege
Begincompetentie
Eindcompetenties secundair onderwijs ASO/BSO/KSO/TSO
De studenten beheersen de leerinhoud van RZL 1 en godsdienst 1.
De studenten zijn in staat om een zelfstandige activiteit godsdienst uit te werken.
De studenten hebben de openheid om hun eigen visie te confronteren met de visie van de cursus en van de medestudenten om zo zoekend te groeien in de eigen religieuze en levensbeschouwelijke groei.
De openheid hebben om interlevensbeschouwelijk te willen werken.
Eindcompetentie
BALKO_02 | BALKO_02 - Functioneel geheel 2 - De leraar als opvoeder | Opleidingsfase 2 |
BALKO_02.3 | BALKO_02.3 - Met respect voor eigenheid en diversiteit reageren op de gevoelens van kinderen, met het oog op zelfontplooiing en integratie van elk kind | Opleidingsfase 2 |
BALKO_03 | BALKO_03 - Functioneel geheel 3 - De leraar als inhoudelijk expert | Opleidingsfase 2 |
BALKO_03.1 | BALKO_03.1 - Beschikken over vaardigheden om gericht en kritisch informatiebronnen te raadplegen om zo recente evoluties in verband met inhouden en vaardigheden uit de verschillende ontwikkelingsgebieden te volgen | Opleidingsfase 2 |
BALKO_03.3 | BALKO_03.3 - Het eigen aanbod situeren en integreren in het ruime kader van het (inclusief) kleuteronderwijs | Opleidingsfase 2 |
BALKO_10 | BALKO_10 - Functioneel geheel 10 - De leraar als cultuurparticipant | Opleidingsfase 2 |
BALKO_10.1 | BALKO_10.1 - Zich informeren over de actualiteit betreffende het culturele, sociale, levensbeschouwelijke, sportieve en esthetische | Opleidingsfase 2 |
BALKO_10.3 | BALKO_10.3 - Het eigen culturele en levensbeschouwelijke referentiekader kritisch bevragen en bijsturen | Opleidingsfase 2 |
Leerresultaten
Mbt de levensbeschouwelijke en godsdienstige groei:
Functioneel geheel 2: de leraar als opvoeder 2.3 Met respect voor eigenheid en diversiteit reageren op de gevoelens van kinderen, met het oog op zelfontplooiing en integratie van elk kind. Interlevensbeschouwelijk werken met kinderen.
Functioneel geheel 3: de leraar als inhoudelijk expert 3.3 Eigen aanbod situeren en integreren 3.1 Beschikken over vaardigheden om gericht en kritisch informatiebronnen te raadplegen om zo recente evoluties in verband met inhouden en vaardigheden uit de verschillende ontwikkelingsgebieden te volgen. Levensbeschouwelijke feesten en verhalen kunnen vertalen naar kleuters. Godsdienstdidactische methoden exploreren mbt vieren en verhalen rond zingeving.
Functioneel geheel 10 : leraar als cultuurparticipant 10.1 Zich informeren op eigen niveau over de actualiteit en de verder omgeving (in de buurt, de schoolomgeving). 10.3 Zicht hebben op het eigen culturele en levensbeschouwelijke referentiekader. (Inter)levensbeschouwelijk en (inter)religieus werken.
Inhoud
In godsdienst in de kleuterklas 2 staat de idee verbondenheid (religare) centraal. Twee thema's vormen de kern van dit opleidingsonderdeel: (1) vieren en (2) levensbeschouwelijke en religieuze verhalen. (1) Vieren - De grondidee van 'vieren' wordt besproken - Verschillende belangrijke (religieuze) feesten worden behandeld - Exploreren van didcatische verwerkingsmogelijkheden (2)Levensbeschouwelijke en religieuze verhalen - Bijbel in de kleuterklas - Andere levensbeschouwelijke (bv. Koran) in de kleuterklas - Het leven overdenken: theologiseren met kleuters (indien mogelijk)
De link tussen het werkplan godsdienst en het ontwikkelingsplan wordt gelegd en vormt de basis voor het uitwerking van een evenwichtig aanbod rond levensbeschouwing in de kleuterklas.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Cursussen
Handboeken
- Werkplan Rooms-Kath. Godsdienst kleuteronderwijs
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
Opmerking: Het eindresultaat is niet noodzakelijk een optelsom van de verschillende punten. Een zwaar tekort op het schriftelijke deel kan bijvoorbeeld leiden tot een vermindering van het eindcijfer, ook al zijn de opdrachten ruim voldoende (en omgekeerd).
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Schriftelijk examen | 60% | | Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Opdrachten | 40% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 60% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 40% | |