Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren

Kijk op zorgbeleid 1


Studiepunten3Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar1Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Yserbyt Sofie
  • Dolfeyn Hilaire

Onderwijsvorm

  • Groepswerk
  • Hoorcollege
  • Oefensessie
  • Stage/praktijkoefening
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Planmatig begeleider van leerlingen met specifieke onderwijsnoden
• Op zoek gaan naar kennis en advies omtrent de ontwikkelingsmogelijkheden van kwetsbare kinderen
• Het recht op communicatie en sociaal contact erkennen als fundamentele behoefte en als voorwaarde tot leren
• Signalen zien van problemen bij kinderen.
• Herkennen van signalen van leer-,gedrags- of ontwikkelingsproblemen bij het kind.
• Beluisteren van het beeld dat CLB, collega’s en ouders geven van een leerling met speciale noden
• Bevragen van collega’s omtrent diagnostische gegevens, schoolloopbaan en andere relevante informatie betreffende de leerlingen
• Zich bewust zijn van de vereiste om deontologisch om te gaan met gegevens van leerlingen
• In alle omstandigheden deontologisch correct omgaan met de gegevens van individuele leerlingen en hun omgeving
• Bereid zijn doelen aan te passen aan de individuele noden van leerlingen
• De nood erkennen aan systematische begeleiding van individuele leerlingen
• Op zoek gaan naar voorschriften en tips omtrent de aanpak van leerlingen met speciale noden
• Bereid zijn tot intensieve en individueel aangepaste evaluatie van leerlingen
• Zich verantwoordelijk voelen voor een systematische opvolging van leerlingen met speciale noden
• De betrokken partijen aanspreken en uitnodigen voor overleg

2.Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlijnen en inhouden uit diverse leerdomeinen, rekening houdend met de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen
• Iedere individuele leerling in de groep erkennen en betrekken bij de activiteiten
• Op zoek gaan naar het kind achter het ‘label’
• Spontaan in interactie gaan met alle leerlingen, hoe verschillend zij ook zijn
• Het recht erkennen op individualisering van de aanpak bij leer-, gedrags- en ontwikkelingsverschillen in de klasgroep
• Kennis hebben van volgsystemen
• Objectief observeren in verschillende situaties en op verschillende ontwikkelingsdomeinen
• Herkennen van grote verschillen tussen kinderen
• Zich bewust zijn van de nood aan aanpassingen bij grote verschillen tussen leerlingen
• Lezen van de ondersteuningsvragen als indicaties voor aanpassingen van het klasaanbod
• Differentiatiemaatregelen tav de individuele leerlingen hanteren.
• Het belang kennen van communicatie en interactie voor de sociale en cognitieve ontwikkeling
• Geen pestgedrag tolereren in de klas- of schoolgroep
• Werk maken van verbondenheid in de klas
• Waarderen van spontane interacties en open communicatie tussen leerlingen
• Bevragen van de ouders en ondersteuners naar verbetering van de communicatiemogelijkheden
• Bereid zijn het tempo, het aanbod en de instructie aan te passen aan de individuele verwerkingsmogelijkheden van de leerling met speciale noden
• Verkennen en toetsen van kleine aanpassingen van het programma aan de noden van de leerling
• Zich bewust zijn van de nood aan afstemming van een geïndividualiseerd aanbod op het groepsprogramma, met het oog op aansluiting bij de klasgroep

3. Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsnoden, vanuit een maatschappelijke verbondenheid
• Opkomen voor kwetsbare leerlingen
• Bevragen van collega’s naar procedures voor samenwerking
• Herkennen van problematische opvoedingssituaties
• Openstaan voor vragen en bekommernissen van alle partijen rond leerlingen met specifieke onderwijsnoden
• Een brede kijk hebben op factoren die tot problematische opvoedingssituaties kunnen leiden
• Op de hoogte zijn van de maatschappelijke structuren van achterstelling
• (In)formele contacten met alle ouders kunnen aangaan
• Bewust zijn van de risico- en beschermende factoren van de betrokken partijen
• Zich informeren over betekenisvolle relaties voor de leerling
• Bereid zijn tot langdurige samenwerking
• Zich informeren over de rol van paramedici, vakcollega’s, ondersteuners en andere professionelen in de begeleiding van leerlingen met speciale noden
• Oog hebben voor de aanvaardings- en verwerkingsprocessen bij leerlingen, ouders en familie

4. Coach van collega’s en coördinator van beleidsondersteunende maatregelen bij de implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau
• De expertise van anderen (h)erkennen
• Informatieve vragen stellen over de onderwijspraktijk en –ervaringen van anderen
• Delen van ervaringen uit de eigen onderwijspraktijk
• De onderwijspraktijk observeren in meerdere scholen
• Een ondersteunende rol opnemen in schoolprojecten die onderwijsvernieuwing en visie-ontwikkeling nastreven
• Bestaan en belang van een schoolcultuur onderkennen

5. Zichzelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andersmans ervaringen en uit meerdere bronnen
• Zich aangesproken en betrokken voelen wanneer informatie over zorgbreed werken op leerling-, klas- of schoolniveau in de actualiteit is
• De noodzaak erkennen van open communicatie rond het eigen handelen als middel tot leren in de praktijk
• Zich bewust zijn van zijn handelingsverlegenheid t.a.v. specifieke zorgnoden op leerling-, klas- en schoolniveau
• Geloven in het eigen aandeel in de ontwikkeling van het zorgbrede werk op leerling-, klas- en schoolniveau
• De eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid t.a.v. specifieke zorgnoden op leerling-, klas- en schoolniveau zien

Eindcompetentie

Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsnoden, vanuit een maatschappelijke verbondenheid.
3.1. In de samenwerking model staan voor een realistische en emancipatorische begeleiding.
- De cursist heeft een grondhouding van wederzijds respect en erkenning naar ouders, collega’s en andere partners.
3.2 Planmatig werken aan ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie.
- De cursist tracht moeilijk bereikbare ouders te betrekken bij de klas- en/of schoolwerking.
3.3 Planmatig samenwerken aan een duurzame interactie met de buurt en schoolomgeving.
- De cursist communiceert op gepaste wijze met ouders, collega’s en andere partners.
- De cursist past zijn eigen relatiewijze soepel aan aan de noden en behoeften van individuen of groepen (actief luisteren, erkennen, onderhandelen, beïnvloeden, feedback geven ...).
- De cursist zoekt naar de betekenis van moeilijk gedrag om de noden / behoeften / belangen in beeld te brengen en eigen handelen hierop af te stemmen.

Coach van collega’s en coördinator van beleidsondersteunende maatregelen bij de implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau.
4.1. Ruime coachingvaardigheden ontwikkelen en collegiale ondersteuning bieden.
- De cursist heeft kennis van meerdere referentiekaders rond coaching.
- De cursist observeert en beschrijft nauwkeurig de relatiewijze van collega’s.
- De cursist bevraagt de collega zowel in diens beeldvorming, de gevoelskant, de gedachten en eventuele aannames, alsook opties die de collega heeft aangaande de probleemstelling.
- De cursist stuurt obv deze bevraging de eigen beeldvorming omtrent de te coachen collega en diens ‘vraag’ eventueel bij.
- De cursist brengt doorheen het coachen verdedigingsmechanismen in kaart.
- De cursist tracht zicht te krijgen van waaruit de weerstand bij de te coachen collega voorkomt, welke achterliggende belangen, behoeften of verlangens hierin een rol spelen.
- De cursist rondt een gesprek op een voor beide partijen bevredigende wijze af, al was het maar door het samen eens te zijn dat men met elkaar van mening verschilt.
- De cursist kan de eerste stap zetten om een niet afgeronde gesprek (discussie) weer op te nemen.
- De cursist werkt met collega’s in team aan een schoolklimaat waarin verdraagzaamheid, communicatie, conflicthantering, openheid en respect tav diversiteit belangrijke waarden zijn.
- De cursist coördineert de uitwisseling van expertise tussen collega’s en zorgt dat ieders inbreng aan bod komt en gehoord wordt.
- De cursist weet welke achterliggende krachten en weerstanden een rol spelen bij veranderingsprocessen in een schoolteam.
- De cursist speelt gepast in op krachten en weerstanden bij veranderingsprocessen in meerdere schoolteams.
- De cursist stimuleert reflectieve vaardigheden bij collega’s.
- De cursist houdt eigen tips en ideeën of oplossingen nog voor zichzelf om vanuit een grondhouding van erkenning en de juiste vraagstelling de zelfwerkzaamheid van de collega te stimuleren.
- De cursist evalueert communicatieprocessen.

Zichzelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andermans ervaringen en uit meerdere bronnen.
5.1. Bereid zijn zich voortdurend te informeren en bij te scholen( m.b.t. zorgbreed werken op leerling-, klas- en schoolniveau).
- De cursist zoekt literatuur en media op met actuele informatie over zorgbreed werken op leerling-, klas- of schoolniveau en verwerkt deze informatie.
5.2. Bevragen, overleggen en voortdurend bijsturen van het eigen handelen.
- De cursist is bereid stil te staan en aan introspectie te doen over eigen biografie, referentiekader en normen die meespelen in het communicatieproces en het omgaan met anderen.
- De cursist observeert en beschrijft nauwkeurig de eigen relatiewijze (kwaliteiten, uitdagingen, volkuilen, ...).
- De cursist bevraagt actief het eigen handelen.
- De cursist is bereid tot intercollegiale (= met medecursisten) uitwisseling van expertise.
- De cursist stuurt waar nodig het eigen handelen in de klaspraktijk bij o.b.v. deze intercollegiale uitwisseling.

Inhoud

Vertrekkend vanuit de basiskaders 'axen' en 'bejegening' uit het eerste deeltijdse opleidingsjaar wordt in dit opleidingsonderdeel gewerkt aan verdieping van communicatievaardigheden. Bijzondere aandacht gaat uit naar:
- communicatie met ouders
- teamcommunicatie

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten100%