Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Nederlands 5


Studiepunten0Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar3Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Cornelis Ilse
  • Cornelis Ilse

Onderwijsvorm

  • Groepswerk
  • Hoorcollege
  • Zelfstudie
  • Oefensessie
  • Werkcollege

Begincompetentie

eindcompetenties Nederlands 4

Eindcompetentie

Leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsdoelen : concreet:
De studenten maken de eerstejaars leerlingen vertrouwd met de werking van de bibliotheek (theoretisch en praktisch) en stellen hen zo in staat zelfstandig opzoekingswerk te verrichten. Ze kunnen de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen (voorkennis en gedrag) via raadpleging leerplan. Tevens kunnen ze basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelen
De studenten integreren ICT in de lessen Nederlands.
De studenten kunnen de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten, bordschema’s en zelf een leerlijn uitzetten voor spreek- en luistervaardigheid. Ze kunnen hierbij individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen : vergelijken van leermethodes.
De studenten kunnen observatie en proces- en productevaluatie voorbereiden, in de vorm van een toets, taak, examen en alternatieve assessmentvorm, individueel en indien nodig in team voor alle aspecten van het schoolvak Nederlands : vaardigheden, taalbeschouwing en literatuur.

Leraar als inhoudelijk expert : concreet:
De studenten stellen een zakelijke brief op.
De studenten zien welke invloed WO I heeft gehad op de literatuur.
De studenten kunnen de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden op een duidelijke en inhoudelijk correcte wijze aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijk
De studenten passen het begrip ‘intertekstualiteit’( in zeer ruime zin) toe op een boek naar keuze en geven hierover een uiteenzetting.
De studenten verruimen hun literaire kader (Nederlandstalige literatuur en wereldliteratuur).

Leraar als organisator : concreet:
De studenten maken evaluatietaken en toetsen voor het vak Nederlands.
De studenten kunnen een realistische en zinvolle invulling van de beschikbare tijd voorzien binnen een les of lessenreeks (jaarplan).

Leraar als cultuurparticipant en innovator : concreet:
De studenten kunnen vernieuwende elementen aanbrengen en aanwenden in de eigen lespraktijk (vernieuwende didactische inzichten,…)
De studenten kunnen uit artikels uit praktijkpublicaties informatie selecteren om de eigen klaspraktijk mee te verrijken.

Taalcompetenties (zeer belangrijk voor een toekomstig leerkracht Nederlands)
De studenten kunnen een schriftelijke evaluatie formuleren over leerprocessen en over producten, over gedrag en attitudes van leerlingen.
De studenten kunnen verschillende soorten informatieve, persuasieve en activerende teksten voor het functioneren op klas- en schoolniveau en voor de eigen professionalisering lezen.
De studenten zijn er zich bewust van dat schriftelijk werkmateriaal, bestemd voor leerlingen en andere partners binnen het schoolgebeuren, foutloos moet zijn en slagen erin dit te realiseren.

Inhoud

Inhoudelijk expert:
Literaire canon
Intertekstualiteit als hoogste literaire competenties
Invloed van WO I op de literatuur

Vakdidactiek
De bibliotheek (ontwikkelen van spel)
ICT en het vak Nederlands (ontwikkelen van lessen)
Evalueren en het jaarplan (ontwikkelen van toetsmateriaal en taken)

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Inhoudelijk expert

Cursussen

  • Cursus
Vakdidactiek
  • Cursus
  • Evaluatie

    Berekening van scores voor opleidingsonderdelen die bestaan uit meerdere deelopleidingsonderdelen
    Algemene regel: totaalscore = gewogen gemiddelde van de deelscores. Uitzonderingsregel (in geval een zwaar tekort op één deelopleidingsonderdeel maakt dat het credit voor het volledige opleidingsonderdeel niet kan toegekend worden) (toe te passen op scores die werden afgerond tot op een geheel getal op twintig):
    1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore ( = gewogen gemiddelde van de deelscores)
    2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar:
    *8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt
    *9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is

    Inhoudelijk expert
    Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Opdrachten100%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten100%
    Vakdidactiek
    Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Opdrachten100%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten100%