KHMechelen ects

Hoofdpagina | Avondopleiding - Bachelor in het informaticamanagement en de multimedia

Business Intelligence

Docenten

Onderwijsvorm

• Werkcollege
• Zelfstudie

Begincompetentie

Eindtermen van opleidingsonderdeel databanken 2 en Bedrijfsinformatiesystemen uit het voorgaande programmajaar zijn wenselijk.

Eindcompetentie

1. BEROEPSROL: INFORMATIEBEHEERDER
1.A. De jonge professional spoort met de gepaste ICT-tools alle soorten informatiebronnen op, selecteert daarin efficiënt de relevante gegevens, verwerkt deze tot in beroepscontext direct bruikbare informatie en doet deze doorstromen naar anderen.
1.1. De jonge professional bepaalt de concrete informatie- en communicatiebehoefte, op basis van de strategische, tactische en/of operationele plannen van de opdrachtgever.
4. BEROEPSROL: BELEIDSADVISEUR/ONDERNEMER
4.7. In het kader van informatie-ontsluiting voldoet de student aan de bedrijfskundige informatiebehoefte via op maat gemaakte rapporten (SQL) en via krachtige ondervragingstools zoals OLAP.
5. BEROEPSROL: KWALITEITSBEWAKER
5.B. De jonge professional levert bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen een bijdrage tot het verbeteren van de kwaliteit van zijn beroepsomgeving.
5.3. De jonge professional bouwt een kwaliteitsvolle redenering, waarbij hij rekening houdt met beroepsspecifieke inzichten, ervaringen, bevindingen en gewoonten.
5.4. De jonge professional werkt accuraat, met aandacht voor alle relevante details.

Inhoud

Inleiding tot OLAP (Online Analytical Processing).
Gebruik van een OLAP-tool (Online Analytical Processing). Deze tool laat analyse van bedrijfsgegevens toe via multidimensionele kubussen.
De student dient hierbij:
o inzicht te hebben in de rapporteringsmogelijkheden die nu ter beschikking staan van het management.
o inzicht te hebben in de samenhang van transactionele systemen, een datawarehouse en OLAP-tools.
o te begrijpen hoe multidimensionale doorlichting van cijfers kan bijdragen in het managementproces.
o in te zien hoe rapporten herbruikbaar kunnen gemaakt worden.
o inzicht te hebben in de eigenheden van multidimensionale gegevensstructuren.

Enerzijds moet hij met een OLAP tool in de rol van bedrijfsmanager een bedrijfskundig probleem kunnen onderzoeken, anderzijds moet hij in de rol van ITer a.d.h.v. een behoeftenanalyse een multidimensionaal model kunnen ontwerpen en implementeren.
Dit betekent:
o een OLAP-tool praktisch kunnen hanteren vanuit een managersperspectief (exploratief zoekend naar beleidsinformatie).
o een bedrijfskundige vraag van de "business" kunnen interpreteren en een zinvolle analyse en rapportage hiervoor kunnen opstellen.
o OLAP-rapporten op maat kunnen maken.
o een OLAP-model kunnen maken en opvullen zodanig dat de kubus beantwoordt aan gegeven functionele vereisten.

Naast het praktische gedeelte dienen de studenten het verplichte theorie boek te kennen (lectuur boek Corporate Performance Management) en als zelfstudie te verwerken parallel aan de lessen.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Handboeken

• Corporate Performance Management

Toledo (Digitale leeromgeving)

• Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie