Hoofdpagina | Postgraduaat in de multimedia
Project 1
Docenten
- Rutten Kathleen
- Van Reusel Inge
- Van den Bosch Wouter
Onderwijsvorm
Begincompetentie
Eindtermen Hoger Onderwijs
Eindcompetentie
3. BEROEPSROL: ORGANISATOR/COÖRDINATOR
3.A. De jonge professional analyseert volgens de basisregels van projectmanagement elke nieuwe beroepsspecifieke opdracht, pakt deze planmatig aan en bereikt hiermee een oplossing.
Hij stelt daarvoor werkbare procedures op voor zichzelf, voor medewerkers, voor de leidinggevende en bevordert op die manier ook het doelgerichte en planmatige handelen bij anderen.
3.B. De jonge professional plant zijn werk in tijd, stelt prioriteiten en haalt deadlines, ook als hij onder (zware) stress staat.
3.2. De jonge professional onderscheidt hoofd- en bijzaken, en stelt op basis daarvan prioriteiten.
3.3. De jonge professional maakt een werkplanning op en volgt deze ook effectief.
3.4. De jonge professional leert efficiënt te blijven functioneren onder (redelijk) zware werkdruk.
5. BEROEPSROL: KWALITEITSBEWAKER
5.A. De jonge professional staat bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen in voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering. Voor het vak project betekent dit dat hij oog heeft voor detail en voor een hoogstaande kwalitatieve uitvoering van zijn eigen ontwerp.
5.B. De jonge professional levert bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen een bijdrage tot het verbeteren van de kwaliteit van zijn beroepsomgeving.
5.1. De jonge professional ontwikkelt en bekwaamt zich en blijft alert voor nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied.
5.2. De jonge professional doet aan kwaliteitszorg o.a. via het meten van resultaten. Voor het vak project meet hij zijn resultaten en zijn niveau met de resultaten van zijn medestudent en met de betere resultaten van werk van voorgaande jaren (wat een bewezen positief effect heeft op de kwaliteit).
5.4. De jonge professional werkt accuraat, met aandacht voor alle relevante details.
5.8. De jonge professional gaat discreet en ethisch om met informatie.
6. BEROEPSROL: CREATOR
6.A. De jonge professional heeft interesse in maatschappelijke en culturele ontwikkelingen en hij spiegelt deze aan zijn eigen opdracht en werk.
6.B. De jonge professional is steeds op zoek naar werk van andere ontwerpers en aanverwante disciplines in een internationale context.
6.C. De jonge professional bedenkt en verwezenlijkt een concept voor een digitaal medium vanuit een eigen idee en visie, maar steeds in samenspraak met andere betrokken partijen.
6.D. De jonge professional structureert, presenteert en visualiseert inhoud doelgroepgericht, zodanig dat waardevolle en betekenisvolle informatie ontstaat.
6.E. De jonge professional vertaalt interactieve scenario’s naar een functionele en ergonomische user interface.
6.1. De jonge professional plaatst zijn grafische output in een breed cultureel kader.
6.2. De jonge professional past de principes van grafische vormgeving toe.
6.4. De jonge professional verwoordt, verantwoordt, visualiseert en presenteert zijn ideeën en ontwerpen.
6.5. De jonge professional bedenkt en realiseert een visuele structuur vanuit het medium, in samenspraak met andere betrokken partijen en richt de visuele structuur op een welomlijnde doelgroep. Voor project betekent dit dat hij een opdracht kan benaderen en ontwerpen kan maken voor en vanuit verschillende media.
6.6. De jonge professional vertaalt functionaliteit naar een ergonomisch verantwoorde vormgeving. Hij kan een website ontwerpen die aangepast is aan een specifieke doelgroep zowel qua beeldtaal als op gebied van gebruiksvriendelijkheid.
Inhoud
Tijdens het projectwerk wordt de student verondersteld zijn kennis uit te diepen onder beperkte begeleiding van één of meerdere docenten.
Tijdens het projectwerk krijgen studenten een concrete opdracht waarmee ze aantonen dat ze de verworven kennis in verschillende praktische en theoretische vakken tot een geheel kunnen integreren.
De student kan conceptueel denken en zijn ideeën visualiseren en communiceren naar zijn opdrachtgevers toe.
Hij kan zich inleven in een doelgroep en stelt de gebruikte beeldtaal af op deze doelgroep.
De student voert onderzoek i.f.v. zijn opdracht en visualiseert de resultaten op een grafisch verantwoorde manier.
Hij maakt daarvoor gebruik van verschillende media en houdt rekening met de specifieke eisen die daarbij van toepassing zijn.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Uitrustings- en werkmateriaal
- Praktijkmateriaal
- Toegepaste Software
Evaluatie
Door de aard van het opleidingsonderdeel is de organisatie van een tweede examenkans praktisch niet mogelijk.
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Portfolio | 100% | |