Eindcompetentie
1. BEROEPSROL: INFORMATIEBEHEERDER
1.A. De jonge professional spoort met de gepaste ICT-tools alle soorten informatiebronnen op, selecteert daarin efficiënt de relevante gegevens, verwerkt deze tot in beroepscontext direct bruikbare informatie en doet deze doorstromen naar anderen.
1.B. De jonge professional organiseert de informatie.
1.1. De jonge professional bepaalt de concrete informatie- en communicatiebehoefte, op basis van de strategische, tactische en/of operationele plannen van de opdrachtgever.
1.2. De jonge professional zet functionele specificaties om naar een praktische implementatie.
2. BEROEPSROL: COMMUNICATOR
2.B. De jonge professional bepaalt voor een vooropgestelde boodschap en doelgroep de aangewezen communicatiekanalen en vormt daarvoor een geschikte communicatiestructuur.
2.1. De jonge professional communiceert vlot, durft vragen stellen, kan probleemoplossend denken en durft hulp inroepen bij het bespreken van een opdracht.
2.2. De jonge professional kan zijn project vlot duiden, alsook de wijze waarop de invulling ervan tot stand kwam. Hij geeft een onderbouwde presentatie over de inhoudelijke, technische en financiële facetten van het werk.
2.3. De jonge professional genereert op klare en klantvriendelijke wijze aanbevelingen en feedback.
2.4. De jonge professional functioneert constructief in een (multicultureel, multidisciplinair) team, met respect voor de inbreng van de anderen.
3. BEROEPSROL: ORGANISATOR/COÖRDINATOR
3.B. De jonge professional plant zijn werk in tijd, stelt prioriteiten en haalt deadlines, ook als hij onder (zware) stress staat.
3.1. De jonge professional gebruikt technieken van projectmanagement binnen een project.
5. BEROEPSROL: KWALITEITSBEWAKER
5.A. De jonge professional staat bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen in voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.
5.B. De jonge professional levert bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen een bijdrage tot het verbeteren van de kwaliteit van zijn beroepsomgeving.
5.2. De jonge professional doet aan kwaliteitszorg o.a. via het meten van resultaten (wat een bewezen positief effect heeft op kwaliteit).
5.3. De jonge professional bouwt een kwaliteitsvolle redenering, waarbij hij rekening houdt met beroepsspecifieke inzichten, ervaringen, bevindingen en gewoonten.
5.4. De jonge professional werkt accuraat, met aandacht voor alle relevante details.
6. BEROEPSROL: CREATOR
6.A De jonge professional heeft interesse in maatschappelijke en culturele ontwikkelingen en hij spiegelt deze aan zijn eigen opdracht en werk.
6.C De jonge professional bedenkt en verwezenlijkt een concept voor een digitaal medium vanuit een eigen idee en visie, maar steeds in samenspraak met andere betrokken partijen.
6.D De jonge professional structureert, presenteert en visualiseert inhoud doelgroepgericht, zodanig dat waardevolle en betekenisvolle informatie ontstaat.
6.E De jonge professional vertaalt interactieve scenario’s naar een functionele en ergonomische user interface.
6.2. De jonge professional past de principes van grafische vormgeving toe.
6.3. De jonge professional past de vormtaal van bewegend beeld toe.
6.4. De jonge professional verwoordt, verantwoordt, visualiseert en presenteert zijn ideeën en ontwerpen.
6.5. De jonge professional bedenkt en realiseert een visuele structuur vanuit het medium, in samenspraak met andere betrokken partijen en richt de visuele structuur op een welomlijnde doelgroep.
6.6. De jonge professional vertaalt functionaliteit naar een ergonomisch verantwoorde vormgeving.
6.7. De jonge professional past technische formaten van audiovisuele materialen correct toe.
Inhoud
Tijdens Project 2 werken studenten aan een concrete opdracht waarmee ze aantonen dat ze de verworven kennis in verschillende praktische en theoretische vakken tot een geheel kunnen integreren. Tijdens het realiseren van het project wordt de student verondersteld zijn kennis uit te diepen op zelfstandige basis onder begeleiding van één of meerdere docenten. De student finaliseert het project in een interactief product en een productieverslag waarin de gezette stappen beschreven en beargumenteerd worden. De student kan aan de hand van het productieverslag alle gemaakte keuzen illustreren en verdedigen.
Evaluatie
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Portfolio | 100% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Mondeling examen | 100% | |