Hoofdpagina | Bachelor in het officemanagement

Nederlands 2


Studiepunten5Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar1Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Lauryssen Godelieve
  • Hermans Christina

Onderwijsvorm

  • Groepswerk
  • Oefensessie
  • Werkcollege
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Kennis en vaardigheden verworven in Nederlands 1.

Eindcompetentie

1.A. Als informatiebeheerder kan de jonge professional met de gepaste ICT-tools eventueel meertalige gegevens efficiƫnt verzamelen, verwerken tot in beroepscontext direct bruikbare informatie, die informatie beheren en doen doorstromen naar anderen.

- De student kan hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden in gestructureerde teksten en maakt zo direct bruikbare syntheses en zakelijke teksten en presentaties, dit met expliciete instructies van de docent.
- De student kent nuttige taalbronnen van het Nederlands en gebruikt deze om informatie te verzamelen, te verwerken en op te slaan.
- De student verwijst naar bronnen die hij heeft gebruikt.
- De student maakt syntheses met behulp van bouwplannen en vaste structuren.

2.A. Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven; die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig.

- De student presenteert met een uitgebreid spreekschema materiaal dat hij opgezocht en uitgebreid verwerkt heeft. Er is geen bedrijfsdoelgroep voorzien voor deze presentatie. Het gaat om een presentatie voor docent(en). De docent geeft vooraf expliciete instructies.
- De student kent de onderdelen van complexere zakelijke teksten (brieven, memo, rapport) en werkt deze met richtlijnen van de docent uit.
- De student blijft doelgroepgericht schrijven en spreken.
- De student spreekt en schrijft algemeen Nederlands.


5.A. Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen instaan voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.

- De student is voldoende accuraat: hij schrijft syntheses en complexere zakelijke teksten en maakt presentaties met aandacht voor spelling en grammatica, doel- en doelgroepgerichtheid qua stijl en inhoud en woordenschat zodat een voldoende mate van correctheid bereikt wordt.
- De student kent de conventies van een zakelijke tekst, een mondelinge presentatie en past deze richtlijnen toe wanneer dit noodzakelijk is.
- De student is kritisch bij het selecteren van bronnen van informatie.

Inhoud

In Nederlands 2 trainen en oefenen studenten in de vaardigheden schrijven en spreken.
De opdrachten nemen in complexiteit toe ten opzichte van Nederlands 1.

Schrijven: aanmaken van complexere zakelijke teksten (brief, memo, rapport) en syntheses. Dit laatste met behulp van bouwplannen en vaste structuren.
Spreken: formeel presenteren individueel en in groep.
Lezen: studenten lezen kwaliteitsvolle informatieve zakelijke teksten.

De studenten oefenen en trainen deze vaardigheden afzonderlijk maar ook gecombineerd.

De studenten leren bronnen gebruiken, deze bronnen kritisch te beoordelen en te noteren volgens de methode CAVIA. De studenten leren een bronnenlijst op te stellen.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Handboeken

  • Zakelijke communicatie: schriftelijk

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Schriftelijk examen met computer50%
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Mondeling examen50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen met computer50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen50%