Hoofdpagina | Internationaal programma

Network Technology 2


Studiepunten5Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar0Examencontract mogelijkJa

Docenten

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege
  • Practicum
  • Zelfstudie

Begincompetentie

The student should have completed the first two chapters of Cisco Certified Network Associate; "Network Fundamentals" and "Routing Protocols and Concepts".

Eindcompetentie

1. INFORMATIEBEHEERDER
1C. De jonge professional organiseert de informatie-infrastructuur.
1.2 De jonge professional zet functionele specificaties om naar een praktische implementatie; de student zorgt voor een werkende linux server die alle gevraagde services aanbiedt.
1.6 De jonge professional beheert een database en een server. Dit behelst het beheer van de capaciteit, beschikbaarheid en performance. De student beheert databases (DNS/LDAP/mysql) en servers (GNU/Linux). De student gebruikt forwarding/referral en master-slave/replicatie om de performatie en beschikbaarheid te waarborgen.
1.11 De jonge professional onderkent de nodige maatregelen voor systeembeveiliging en past deze toe, en dit zowel op netwerkniveau, serverniveau als applicatieniveau.

2. COMMUNICATOR
2A. De jonge professional communiceert omtrent een project zowel mondeling als schriftelijk, in het Nederlands, Frans en Engels, professioneel met alle betrokken partijen.
2.2 De jonge professional kan zijn (GNU/linux-)project vlot duiden, alsook de wijze waarop de invulling ervan tot stand kwam. Hij geeft een onderbouwde presentatie over de inhoudelijke, technische en financiële facetten van het werk.
2.4 De jonge professional functioneert constructief in een (multicultureel, multidisciplinair) team, met respect voor de inbreng van de anderen. Tijdens het practicum is groepswerk voor sommige onderdelen van de opdracht voorzien.
2.6 De jonge professional documenteert beroepsspecifieke informatie, ideeën, problemen en oplossingen en communiceert deze zowel aan specialisten als aan leken.

3. ORGANISATOR/COÖRDINATOR
3B. De jonge professional plant zijn werk in tijd, stelt prioriteiten en haalt deadlines, ook als hij onder (zware) stress staat.
3.3 De jonge professional maakt een werkplanning op en volgt deze ook effectief.
3.4 De jonge professional blijft efficiënt functioneren onder (redelijk) zware werkdruk.

5. KWALITEITSBEWAKER
5A. De jonge professional staat bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen in voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.
5.1 De jonge professional ontwikkelt en bekwaamt zich en blijft alert voor nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied, meer bepaald het gebruik en de mogelijkheden van Free/Open Source Software en virtualisatie.
5.3 De jonge professional bouwt een kwaliteitsvolle redenering, waarbij hij rekening houdt met beroepsspecifieke inzichten, ervaringen, bevindingen en gewoonten. Hij gebruikt logbestanden en packet tracers om zijn redenering te staven.
5.4 De jonge professional werkt accuraat, met aandacht voor alle relevante details.
5.6 De jonge professional spoort analytisch en gestructureerd de oorzaken van problemen op en stelt definitieve oplossingen voor. Hij gebruikt hulpmiddelen zoals sniffers (Ethereal/wireshark of tcpdump) en logfiles.
5.7 De jonge professional denkt ook lateraal (=breed); een probleem met een applicatie kan een oorzaak hebben bij een andere applicatie.
5.8 De jonge professional gaat discreet en ethisch om met informatie zoals username/password informatie die hij verzamelt via logfiles en sniffers.

Inhoud

1. Dividing and grouping IP networks in subnets of variable size.

2. Configuring a cisco router as a Small Office Home Office (SOHO) router:
- Configuring a DHCP server
- IPSec/GRE tunnels
- Network Address Translation
- Access Control Lists to allow or limit access to networks and network resources.

3. Diagnostic tools such as sniffers (wireshark, tcpdump) ping, traceroute and portscanners (nmap) to
- identify problems with access to network resources
- study network protocols

4. Installation and use of Free/Open Source Software
- GNU/Linux
- Openldap (ldapserver and -client)
- BIND (nameserver)
- OpenSSH (encryption)
- apache (webserver)
- mysql (databank)
- imap- and smtp-server (mailserver)
- php (server-side HTML embedded scripting language).

5. Modify bootable GNU/Linux with specific applications.

6. Study of Active Directory.

7. Virtualization.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Online studiemateriaal
  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Uitrustings- en werkmateriaal

  • Praktijkmateriaal
  • Toegepaste Software

Evaluatie

The interim evaluation will cover these topics:
- Subnet exercises
- Sniffers en other diagnostic programs
- ACL's
- Active Directory
Each of these topics hold the same weight in order to calculate the score for the interim evaluation.

During the oral examination, the student presents the assignment that he worked on during the semester. The assignment is based on
- Free/Open Source Software,
- Bootable Linux CD.
There is no preparation time for the oral exam in the examination period.

The score for the first examination period are calculated as followed:
- 20% for assignment
- 40% for interim evaluation
- 40% for oral exam.

The oral exam in the third examination period (august) covers all topics of the course and has preparation time.

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Opdrachten20% Building a Linux system that offers an number of services. This assignment is presented during the oral exam.
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Tussentijdse evaluatie40% The interim evaluation is based on Toledo tests.
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Mondeling examen met computer40% There is no preparation time for the oral exam. The student presents end explains the assignment he worked on during the semester.
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen met computer100% The oral exam covers all topics, including the assignment and the topics that were tested on Toledo.