Hoofdpagina | Bachelor in het informaticamanagement en de multimedia

Communicatieve vaardigheden


Studiepunten3Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar3Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Franssen Vicky Docente
  • Vanesch Nadine

Onderwijsvorm

  • Practicum
  • Groepswerk
  • Werkcollege
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Schrijf- en presentatietechnieken 1IMS

Eindcompetentie

2.A. De jonge professional communiceert omtrent een project, zowel mondeling als schriftelijk, professioneel met alle betrokken partijen.


2.1. De jonge professional communiceert vlot, durft vragen stellen, kan probleemoplossend denken en durft hulp inroepen bij het bespreken van een opdracht.
2.2. De jonge professional kan zijn project vlot duiden, alsook de wijze waarop de invulling ervan tot stand kwam. Hij geeft een onderbouwde presentatie over de inhoudelijke facetten van het werk.
2.3. De jonge professional genereert op klare en klantvriendelijke wijze aanbevelingen en feedback.
2.4. De jonge professional functioneert constructief in een (multicultureel, multidisciplinair) team, met respect voor de inbreng van de anderen.
2.5. De jonge professional communiceert in het Nederlands, zowel mondeling als schriftelijk, met medewerkers, klanten, opdrachtgevers,
2.6. De jonge professional documenteert beroepsspecifieke informatie, ideeën, problemen en oplossingen en communiceert deze zowel aan specialisten als aan leken (zowel schriftelijk als via een presentatie).

Dit betekent meer concreet:
De student leert informatie voor een project bevragen bij klanten/eindgebruiker/opdrachtgever, op een correcte en respectvolle manier, volgens de regels van het interviewen.
De student leert informatie van een project uitleggen aan klanten/eindgebruiker/opdrachtgever, op een correcte en respectvolle manier, volgens de didactische regels.
De student leert gericht te zoeken naar en zichzelf adequaat voor te bereiden op een vacature (solliciteren).
De student leert zich correct en succesvol uit te drukken en te verkopen bij het solliciteren, i.e., kan een c.v. opstellen, een begeleidende brief, kan antwoorden op typische vragen tijdens een sollicitatiegesprek.
De student leert de structuur kennen van persoonlijkheidstesten en beroepinteresse testen (solliciteren).
De student leert op een respectvolle, doch succesvolle manier te onderhandelen met anderen.
De student onderkent overreding- en overtuigingstechnieken of –tactieken (onderhandelen).
De student krijgt inzicht in bepaalde wetmatigheden bij/in informatie-uitwisseling en discussies in kleine, taakgerichte groepen.
De student kan syntheses van informatie maken en hierover gepast communiceren.
De student kan technische informatie op een gepaste manier aan specialisten en niet-specialisten briefen.
De student denkt en handelt klantvriendelijk en kan dat tot uiting brengen in zijn mondelinge en schriftelijke communicatie.
De student functioneert constructief in team en is respectvol voor de inbreng van anderen en toont dit door een aangepaste communicatieve vaardigheid.
De student kan medestudenten evalueren en feedback geven op een respectvolle en educatieve manier.


ORGANISATOR/COÖRDINATOR
3.B. De jonge professional plant zijn werk in tijd, stelt prioriteiten en haalt deadlines, ook als hij onder (zware) stress staat.

3.2. De jonge professional onderscheidt hoofd- en bijzaken, en stelt op basis daarvan prioriteiten.
3.3. De jonge professional maakt een werkplanning op en volgt deze ook effectief.
3.4. De jonge professional leert efficiënt te blijven functioneren onder (redelijk) zware werkdruk.

Dit betekent meer concreet:
De student moet zich houden aan de deadlines voor de individuele taken alsook voor de taken in team.
De student krijgt op voorhand een puntenverdeling van de deeltaken en kan a.d.h.v. dit correctieschema zijn taken organiseren.

KWALITEITSBEWAKER
5.A. De jonge professional staat bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen in voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.

5.3. De jonge professional bouwt een kwaliteitsvolle redenering, waarbij hij rekening houdt met beroepsspecifieke inzichten, ervaringen, bevindingen en gewoonten.
5.4. De jonge professional werkt accuraat, met aandacht voor alle relevante details.
5.7. De jonge professional denkt ook lateraal (=breed).
5.8. De jonge professional gaat discreet en ethisch om met informatie.

5.4. betekent meer concreet:
De student kijkt zijn werk na en checkt dit o.a. op taal- en stijlfouten, al dan niet via relevante taalbronnen, om zijn werk te checken en te verbeteren.

Inhoud

1. solliciteren: analyse noden arbeidsmarkt en vacatures, brief, c.v., gesprek, persoonlijkheidstesten.
2. interviewtechnieken: belang luisteren en info vergaren van de eindgebruiker, klant, opdrachtgever.
3. didactische principes: belang info overbrengen aan de eindgebruiker, klant, opdrachtgever.
4. onderhandelen, argumenteren, discussiëren, overtuigen, overreden, verkoopstechnieken.
5. analyse van bepaalde wetmatigheden bij/in informatie-uitwisseling bij kleine taakgerichte groepen.
6. aanvullend en ad hoc bepaalde topics uit volgend aanbod: presentatietechnieken, interculturele communicatie, notuleren, rapporteren, feedback genereren, …
Zowel schriftelijke vaardigheden (Nederlands taalgebruik, spelling) als mondelinge vaardigheden (presenteren, lesgeven, simulaties, groepsgesprekken, discussies, …) (samen 50%) als inhoud van de cursus (samen 50%) worden geëvalueerd in dit vak.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Schriftelijk examen50%
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Opdrachten50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen100%