Hoofdpagina | Avondopleiding - Bachelor in het officemanagement

Bedrijf en omgeving


Studiepunten6Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar1Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Opsomer Suzanne

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege
  • Werkcollege

Begincompetentie

Eindtermen secundair onderwijs

Eindcompetentie

1.A. Als informatiebeheerder kan de jonge professional met de gepaste ICT-tools eventueel meertalige gegevens efficiënt verzamelen, verwerken tot in beroepscontext direct bruikbare informatie, die informatie beheren en doen doorstromen naar anderen.
1. De student voert in het kader van de lessen zelfstandig opdrachten uit waarbij hij gegevens verzamelt uit betrouwbare, relevante bronnen (gestuurd door docent) en deze verwerkt tot direct bruikbare informatie.
2. Bij de gegevensverwerking analyseert de student de gegevens en geeft de bekomen informatie gesynthetiseerd, gestructureerd en overzichtelijk weer in een geschreven document. Het maken van de neerslag in Word is niet noodzakelijk.
3. De student leert tijdens de lessen welke informatie essentieel is om interne en externe bedrijfsprocessen probleemloos te laten verlopen en past deze kennis toe in aangeboden cases.

2.A. Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven; die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig.
1. De student communiceert de resultaten van het opzoekingswerk ivm opdrachten aan de docent en/of medestudenten op een begrijpbare en gestructureerde wijze.
2. De student maakt zelfstandig een afspraak met een personeelslid in een bedrijf en neemt een interview af betreffende de functie-inhoud en vereiste kennis om deze functie te kunnen uitvoeren.

3.C De jonge professional kan zijn werk in tijd plannen, prioriteiten stellen, deadlines halen, ook als hij onder (zware) stress staat.
1. De student zorgt dat de opdrachten tijdig zijn afgewerkt en dat hij aanwezig is op het afgesproken tijdstip om zijn resultaat te communiceren, zowel mondeling als schriftelijk.
2. De student zorgt dat gemaakte afspraken met medestudenten en/of docent worden nagekomen.

4.A. Als beleidsadviseur/ondernemer kan de jonge professional de visie, strategie van het management begrijpen, de draagwijdte ervan vatten zodat hij de implementatie ervan adequaat kan ondersteunen.
4.B Hij kan een advies formuleren en verantwoorden op basis van beroepsgebonden informatie en zo bijdragen tot de beleidsvoering.
Interne organisatie
1. De student begrijpt en kent de in de les aangeleerde basisbegrippen omtrent bedrijfskunde en past deze toe in verschillende door de docent gestuurde opdrachten.
2. De student kent het begrip ‘klantgericht handelen’ vanuit bedrijfskundig standpunt en schat de draagwijdte hiervan voor bedrijven in.
3. De student kent de bedrijfsstromen in een bedrijf, schat het belang hiervan voor bedrijven in en formuleert een beperkt advies in verband met de implementatie.

5.A Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen instaan voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.
1. De student is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van afgeleverde opdrachten.
2. De student werkt bij de uitwerking van de opdrachten in een team, zorgt voor de nodige eigen inbreng en heeft respect voor de inbreng van anderen.
3. De student volgt de nieuwe ontwikkelingen in de actualiteit, plaatst deze binnen de cursuscontext en motiveert dit.
4. De student reflecteert, op basis van de aangeleverde kennis omtrent functies in een bedrijf en het interview met een personeelslid, over zijn gewenste toekomstige functie en de daaraan gekoppelde jobvereisten.

Inhoud

Het is van primordiaal belang om kennis te hebben over de manier waarop bedrijven functioneren, hoe ze gestructureerd zijn, hoe de communicatie verloopt,... Deze is of wordt namelijk de werkomgeving waar elke student zijn plaats zal innemen.

Om een globale bedrijfskennis en -inzicht te kunnen aanbieden, hebben we er voor gekozen om ‘een bedrijf’ vanuit verschillende invalshoeken te benaderen die elk met hun complementaire inhoud het beeld van ‘een bedrijf’ vervolledigen.

We zullen ons voornamelijk verdiepen in de vragen ‘Welke invloed heeft de maatschappij op een bedrijf?’ en ‘Welke invloed heeft een bedrijf op de maatschappij?’ om vervolgens een kijk te nemen binnen de bedrijfsmuren en ons te verdiepen in de verschillende functies, de bedrijfsprocessen, de organisatiestructuren, … kortom de interne wereld van een bedrijf.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Bijkomende afspraken omtrent de opdrachten die worden gegeven in de loop van het semester:
- afwezigheid tijdens uitleg omtrent de opdracht is geen geldige reden voor het niet uitwerken van een opdracht!
- afwezigheid tijdens de afhandeling van een opdracht wordt enkel in rekening gebracht wanneer bij de start van het eerstvolgende contactuur een geldig afwezigheidsbewijs wordt overhandigd (vb. kopie van doktersbewijs)!
- bij het niet afgeven van de schriftelijke neerslag tijdens de afhandeling van de opdracht zullen geen punten worden verkregen!

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Schriftelijk examen70%
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Opdrachten30%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen100%