Hoofdpagina | Bachelor in het officemanagement

Project 3 taal- en communicatie adviesbureau Europa


Studiepunten9Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar3Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • D'haeyere Ilse
  • Hermans Christina
  • Huylebroeck Ingrid
  • Van Daele Karin
  • Hoyberghs Michele

Onderwijsvorm

  • Stage/praktijkoefening

Begincompetentie

Eindcompetenties van opleidingsonderdelen die voor dit opleidingsonderdeel in het modeltraject van IRM zijn opgenomen:
Project 2 externe communicatie
Engels 3 en 4
Frans 3 en 4
Dataverwerking en –beheer


Eindcompetentie

INFORMATIEBEHEERDER
1A. Als informatiebeheerder kan de jonge professional met de gepaste ICT-tools eventueel meertalige gegevens efficiënt verzamelen, verwerken tot in beroepscontext direct bruikbare informatie, die informatie beheren en doen doorstromen naar anderen.

1.1.De student analyseert elke opdracht zelfstandig en als hij lacunes in zijn competenties ontdekt, gaat hij zelf op zoek naar die informatie en verwerkt de informatie.
1.1.De student verzamelt informatie uit bronnen in het Nederlands of andere vreemde talen die hij nodig acht voor een opdracht voor een klant van het taal- en communicatieadviesbureau of voor het bureau zelf.
1.1.De student beoordeelt de verschillende bronnen kritisch, vergelijkt ze zelfstandig.
1.2.Hij verantwoordt de keuze van een bepaalde bron wanneer een opdrachtgever erom vraagt.
1.2.De student achterhaalt welke informatie essentieel is voor een goed verloop van het bedrijfsproces en houdt deze op een gestructureerde wijze bij door gebruik te maken van gepaste software.
1.3.De student selecteert essentiële informatie en verwerkt deze tot doel- en doelgroepgerichte mondelinge of schriftelijke informatie en communicatie.
1.3.De student gebruikt verschillende office pakketten geïntegreerd en kiest volledig zelfstandig voor de meest adequate tool.

COMMUNICATOR
2A. Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven; die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig.

2.1., 2.2., 2.3., 2.5.De student verzorgt de in- en externe communicatie rond de opstart van een taal- en communicatieadviesbureau en zoals gevraagd door klanten van het bureau. Dit wordt begeleid door de docenten wanneer het over nieuwe vaardigheden gaat (vb. website-ontwikkeling) en beperkt begeleid wanneer het over vaardigheden gaat die vroeger in de opleiding werden gevormd.
2.1.De student onderscheidt de verschillende taalregisters in de verschillende talen en hanteert ze in functie van doel, doelgroep, context.
2.2.De student voert, onder beperkte begeleiding, in- en externe gesprekken: klantengesprekken, sollicitatiegesprekken, mondelinge briefings aan manager, klanten, de pers.
2.3.De student presenteert op een overtuigende manier zonder spreekschema voor het management en voor klanten, onder (zeer) beperkte begeleiding.
2.5., 2.6.De student stelt in- en externe bedrijfsteksten op en reviseert/vertaalt teksten, onder (zeer) beperkte begeleiding: beeldschermteksten, wervende folder/brochure en brief, communicatieplan, persbericht, vergaderverslagen, sollicitatiebrieven, ...

ORGANISATOR/COÖRDINATOR
3A. Als organisator/coördinator kan de jonge professional volgens de basisregels van projectmanagement elke nieuwe beroepsspecifieke opdracht analyseren en planmatig aanpakken en oplossen.
3B. Hij kan daarvoor werkbare procedures opstellen: voor zichzelf, voor medewerkers, voor de leidinggevende en op die manier ook het doelgerichte, planmatige handelen bij anderen bevorderen.
3C. De jonge professional kan zijn werk in tijd plannen, prioriteiten stellen, deadlines halen, ook als hij onder (zware) stress staat.

3.1.De student ondersteunt en coördineert internationale projecten vanuit België en wordt hierbij in zeer beperkte mate gestuurd door de docenten.
3.2.De student maakt zelf een planning op in functie van de deadlines (tussentijdse deadlines worden niet meer gegeven) die hem worden opgelegd. De student heeft vooraf geen zicht op het totaalpakket van opdrachten. De student past nieuwe, onvoorziene opdrachten in deze planning in. De student bepaalt zelf prioriteiten. De student anticipeert op mogelijke problemen.
3.3.De student organiseert volledig zelfstandig vergaderingen en volgt ze zelfstandig op.

BELEIDSADVISEUR/ONDERNEMER
4A. Als beleidsadviseur/ondernemer kan de jonge professional de visie, strategie van het management begrijpen, de draagwijdte ervan vatten zodat hij de implementatie ervan adequaat kan ondersteunen.
4B. Hij kan een advies formuleren en verantwoorden op basis van beroepsgebonden informatie en zo bijdragen tot de beleidsvoering.

4.1.De student werkt nu betrokken mee aan de visie en de doelstellingen van het taal- en communicatieadviesbureau.
4.1.De student geeft klanten van het bureau, de manager van het bureau advies over (interculturele) communicatie, onder (zeer) beperkte begeleiding.
4.1.De student komt op basis van verkregen cijfermateriaal tot bedrijfsondersteunende informatie en kan deze informatie gestructureerd rapporteren. De student neemt hierbij een kritische houding aan bij de keuze van het toepassingspakket waarbij efficiëntie en professionalisme worden nagestreefd.
4.2.De student verkoopt de diensten van zijn bureau aan klanten, maakt zelfstandig een offerte met prijsbepaling, voert de opdracht uit, stelt zelfstandig de factuur op; de student zorgt voor de volledige afhandeling van een opdracht.

KWALITEITSBEWAKER
5A. Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen instaan voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.
5B. Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen een bijdrage leveren tot het verbeteren van de kwaliteit van zijn beroepsomgeving.

5.3.De student staat kritisch tegenover zijn eigen werk en dat van teamleden: hij communiceert in alle mondelinge en schriftelijke genres duidelijk, correct (spelling, stijl, woordenschat), aantrekkelijk, gestructureerd en gepast met doel en doelgroep voor ogen en bewaakt dit voortdurend.
5.3.De student stelt eigen leerdoelen op in functie van alle eindcompetenties van het beroep en neemt zelfstandig initiatief om er iets aan te doen. De student reflecteert onder begeleiding van een coach Hij leert van medestudenten zonder tussenkomst van een begeleider.
5.4.De student maakt zich nieuwe tekstgenres eigen (o.a. folders en brochures) door deze informatie op te zoeken en zelf te verwerken.
5.5.De student voert een opdracht uit waarvoor geen eenduidige, goede oplossingen bestaan. De student kiest zelf tussen een aantal alternatieven, maakt keuzes en verantwoordt die keuzes. De student is nu zeer creatief.
5.6., 5.7.De student kent ook zijn eigen beperkingen, en vraagt advies of roept de hulp in van anderen waar dat nodig is.
5.8.De student vat nu volledig zelfstandig een taak aan, werkt ze af en rapporteert erover.
5.9.De student voert taken uit met aandacht voor alle deelelementen, hoe klein ook, zodat hij een hoge mate van correctheid en volledigheid in gegevens en procedures bereikt. De student past zijn werk aan na feedback.
5.10.De student handelt complexe communicatietaken (zoals onderhandelen, argumenteren) van het latere beroepsleven mondeling en schriftelijk af, waarbij hij zich sterk moet inleven in de doelgroep (empathie). Hij communiceert en reageert tactvol.
5.11.De student staat open voor culturele verschillen en verschillende bedrijfsculturen.
5.11.De student werkt op een professionele manier samen in een groter team: de student verdeelt binnen een team nu zelf de opdrachten en de verschillende teamrollen. De student doet dat vanuit zelfinzicht en inzicht in competenties van de teamgenoten. De student kan ervoor kiezen leiding te geven aan een team.
5.12.De student reflecteert op eigen gedrag en keuzes rond ethische dilemma’s in organisaties.
5.12.De student analyseert morele keuzes bij activiteiten van een organisatie/bedrijf, beoordeelt en verantwoordt ze.

Inhoud

De studenten werken gedurende 12 weken in een taal- en communicatieadviesbureau gericht op Europese/westerse culturen. Ze werken voor een beëdigde vertaler die het initiatief heeft genomen om het bureau op te richten. Als nauwe medewerkers krijgen de studenten echter een grote medeverantwoordelijkheid. Zij zetten o.a. een communicatieplan voor het bureau op en werken op basis van dat plan verschillende externe communicatiemiddelen voor het bureau uit.
Daarnaast komen uiteraard opdrachten van allerhande klanten binnen. De studenten kiezen een domein waarin ze zich willen specialiseren en voeren communicatieopdrachten binnen dat domein uit.
Ze communiceren hierbij mondeling en schriftelijk in het Nederlands, Frans of Engels en passen hun communicatie aan hun doelgroep, doel, medium en boodschap aan. Ze doen dit zelfstandig of behoorlijk zelfstandig. Studenten worden alleen begeleid als ze er zelf om vragen.

Ethische reflectie
Ethische reflectie sluit slechts zijdelings aan bij het project. Het behandelt de volgende topics: Internationaal duurzaam ondernemen - Methodes om de ethische prestaties van bedrijven te meten - Integriteitsmanagement en gedragscodes.

Coaching
Iedere student krijgt een individuele coach toegewezen die de student voorbereidt voor een functioneringsgesprek met de werkgever.
Volgende vragen komen aan bod:
-Waar wil ik naartoe?
Samen met de coach en enkele medewerkers denkt de student na over zijn latere beroep, latere job. De student geeft aan wat het beroepenveld precies van zijn profiel verwacht en wat hij/zij zelf van een job verwacht.
-Wie ben ik?
Aan de hand van oefeningen onder begeleiding gaat de student op zoek naar zichzelf. Hij gaat na in welke kwaliteiten hij uitblinkt en aan welke kwaliteiten hij tijdens de volgende weken wil werken (zijn uitdagingen).
-Waar wil ik aan werken?
De uitdaging is voor de student het punt waaraan hij wil werken. Hij formuleert een eigen leerdoel en volgt op in hoeverre hij inderdaad aan dat doel werkt.
-Waar sta ik nu?
Op regelmatige tijdstippen rapporteert de student over zijn vorderingen. Hij illustreert deze vorderingen met ervaringen.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Eerste examenkans Eerste examenperiode (januari) Portfolio 100%
Tweede examenkans Derde examenperiode (augustus) Mondeling examen met computer 100%

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Portfolio100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen met computer100%