Hoofdpagina | Bachelor in het officemanagement

Project 4 eindproject


Studiepunten17Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar3Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Wuytens Isabelle
  • Hermans Christina
  • Meerts Elisabeth
  • Van Daele Karin
  • Mertens Ann
  • Foubert Ann
  • Lauryssen Godelieve
  • Van Hoe Lieven
  • Van Den Bossche Inge

Onderwijsvorm

  • Groepswerk
  • Stage/praktijkoefening

Begincompetentie

De student heeft minstens alle vakken tot en met semester 3 van de opleiding met goed gevolg afgelegd. Het behaald hebben van de eindcompetenties van semester 5 is wenselijk.

Eindcompetentie

1.A. Als informatiebeheerder kan de jonge professional met de gepaste ICT-tools eventueel meertalige gegevens efficiënt verzamelen, verwerken tot in beroepscontext direct bruikbare informatie, die informatie beheren en doen doorstromen naar anderen.
1. De student verzamelt gegevens vanuit betrouwbare, relevante bronnen en synthetiseert en verwerkt deze in voor het management direct bruikbare informatie.
2. De student stelt de informatie op een creatieve en correct verantwoorde manier voor, met aandacht voor de huisstijl van een bedrijf.
3. De student genereert vanuit inzicht en redeneervermogen praktische oplossingen op vlak van informatieverwerking, interne en externe communicatie van informatie.
4. De student archiveert alle informatie op een snelle en adequate manier en optimaliseert zelf het archief.
5. Hij kiest telkens volledig zelfstandig de meest efficiënte ICT-tool en gebruikt deze op een geïntegreerde wijze.

2.A. Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven; die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig.
1. De student brengt interne en externe mondelinge en schriftelijke communicatieopdrachten in het Nederlands of in een vreemde taal op een efficiënte manier tot een goed einde, dit houdt in: vergaderen, telefoneren, rapporteren, notuleren, intern/extern corresponderen, zakelijke en commerciële gesprekken voeren, checklists en evaluatieformulieren opstellen, e-mailen, folders en brochures ontwerpen en , ….
2. De student argumenteert en communiceert praktische oplossingen mondeling en schriftelijk op een professionele en zakelijke manier, aangepast aan de doelgroep van communicatie.

3.A. Als organisator/coördinator kan de jonge professional volgens de basisregels van projectmanagement elke nieuwe beroepsspecifieke opdracht analyseren en planmatig aanpakken en oplossen.
3.B. Hij kan daarvoor werkbare procedures opstellen: voor zichzelf, voor medewerkers, voor de leidinggevende en op die manier ook het doelgerichte, planmatige handelen bij anderen bevorderen.
3.C. De jonge professional kan zijn werk in tijd plannen, prioriteiten stellen, deadlines halen, ook als hij onder (zware) stress staat.
1. De student analyseert, volgens de basisregels van projectmanagement, de taken van het team en pakt deze planmatig aan.
2. De student genereert vanuit inzicht en redeneervermogen praktische oplossingen op vlak van organisatie.
3. De student neemt de volledige organisatie van een vergadering op zich en leidt zelf een vergadering.
4. De student draagt op een efficiënte wijze taken en verantwoordelijkheden over in overeenstemming met de mogelijkheden van de medewerkers.
5. De student organiseert en beheert het secretariaat, ook met de digitale hulpmiddelen die nu ter beschikking zijn, met name: organisatie van post, agenda, lokalen, taakverdeling, onthaal, kantoorruimte, kasboek.

4.A. Als beleidsadviseur/ondernemer kan de jonge professional de visie, strategie van het management begrijpen, de draagwijdte ervan vatten zodat hij de implementatie ervan adequaat kan ondersteunen.
4.B. Hij kan een advies formuleren en verantwoorden op basis van beroepsgebonden informatie en zo bijdragen tot de beleidsvoering.
1. De studenten starten, met een minimum aan begeleiding van docenten en Vlajo,samen met medestudenten, een eigen bedrijf op en nemen tijdens het volledige verloop de rol van manager op zich en ontwikkelen de attitude tot ondernemerschap.
2. De student verantwoordt alle gemaakte keuzes via een zelfstandig ontwikkeld Business Plan. De student toetst het opgestelde businessplan aan de ervaring van een zelf gekozen 'peter' uit het bedrijfsleven.
3. De student redeneert vanuit inzicht actief mee met het management om het beleid van het management te ondersteunen.
4. De student denkt klantgericht en past dit toe, ook t.o.v. eigen mensen binnen het bedrijf.

5.A. Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen instaan voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.
5.B. Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen een bijdrage leveren tot het verbeteren van de kwaliteit van zijn beroepsomgeving.
1. De student presenteert zichzelf a.h.v. een sollicitatieportfolio waarin hij bewijst dat hij klaar is voor de arbeidsmarkt en waarin hij zijn specifieke troeven uitspeelt en illustreert.
2. De student geeft blijk van een gezonde zelfkennis op professioneel gebied. De invulling van het portfolio is volledig de verantwoordelijkheid van de student.

Inhoud

Het concept ‘SBP’ is gecreëerd door Vlajo (Vlaamse Jonge Ondernemingen).
Deze instantie geeft op zijn website (www.vlajo.org) volgende uitleg omtrent dergelijke SBP-projecten:
‘Via SBP’s worden proefondernemingen opgestart in de hogescholen van Vlaanderen.
Het stelt de jongeren al tijdens hun studie in de gelegenheid om zich een reëel beeld te vormen van tal van aspecten van het ondernemerschap en de opstart van een eigen zaak. Maar vooral de attitude tot ondernemerschap wordt ontwikkeld. De SBP’s geven daarbij een extra dimensie aan de opleiding. Via de krachtige leer-ervaringsformule en het SBP-businessplan zijn de jongeren in staat om belangrijke ondernemersvaardigheden te ontwikkelen en te testen.’

Een SBP (Small Business Project) komt dus neer op ‘het daadwerkelijk opstarten van een bedrijf en het verkopen van een dienst.’
Dit houdt ondermeer in:
- Interne organisatie van het bedrijf
- Keuze van een dienst gelinkt aan de opleiding
- Zoektocht naar opstartkapitaal via aandelen en/of sponsoring
- Zoektocht naar klanten en leveranciers
- ....


De student kan daarnaast ook kiezen voor:



Een project, op basis van SBP, dat inhoudt:
concept,
communicatie,
organisatie van een internationaal event.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Eerste examenkans - tweede examenperiode:
100% portfolio: de evaluatie van dit onderdeel berust op het proces, het product evenals het portfolio aangemaakt tijdens het SBP.
Het beoordelen van het portfolio omvat niet enkel de schriftelijke weergave van het af te leveren materiaal (SBP-dossier en sollicitatieportfolio) maar ook de mondelinge presentaties verbonden aan deze werken.

Eerste examenkans Tweede examenperiode (juni) Portfolio 100%
Tweede examenkans Derde examenperiode (augustus) Mondeling examen 100%

Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Portfolio100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen100%