Hoofdpagina | Bachelor in de verpleegkunde
Verpleegkundige diagnostiek en interventies 1
Docenten
- Van Winkel Hildegarde
- Potters Steve
- Aertgeerts Joris
Onderwijsvorm
Begincompetentie
eindcompetenties secundair onderwijs
Eindcompetentie
De verpleegkundige als PERSOON handelt naar beroepsspecifieke attitudes
1 .Empathie , verantwoordelijkheidszin , kritische ingesteldheid , aanpassingsvermogen en stressbestendigheid aanwenden in de verpleegkundige context
De verpleegkundige als KLINISCH BEOORDELAAR EN ZORGVERLENER verleent professionele verpleegkundige zorg op maat
5 . Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk perspectief
6 . Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde
7 . Verpleegproblemen en behoeften identificeren en onderscheiden
8 . Doelstellingen bepalen en verpleegkundig zorgplan opmaken, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem
De verpleegkundige als ORGANISATOR EN COORDINATOR organiseert en coördineert de diverse aspecten van de zorg
13 . De zorg organiseren en coördineren
De verpleegkundige als LID VAN DE SAMENLEVING vervult een actieve rol in de samenleving in functie van gezondheid en welzijn
19 . Open staan voor diversiteit in de samenleving
Inhoud
In dit opleidingsonderdeel staat de "basisverpleegkunde" centraal.
Voor de beginnende beroepsbeoefenaar is het belangrijk zich te leren richten op de basis-behoeften van de patiënt.
Centraal staan de zorgsituaties met daarbinnen omschreven verpleegsituaties.
In alle zorgsituaties hebben we te maken met gezondheid en gezondheidsproblematiek.
Enerzijds heeft de verpleegkundige te maken met een zelfzorgproces dat gericht is op het ondersteunen van het gezond functioneren van de mens. Anderzijds met een patiëntenzorgproces dat gericht is op de begeleiding van de mens met gezondheidsproblemen.
De toepassing van de basiszorg vindt aanvankelijk nog plaats in eenvoudige en duidelijk omschreven verpleegsituaties. In een later stadium kan de student de basiszorg gaan toepassen bij de verpleging van specifieke patiëntencategorieën.
De basisverpleegkunde is gekoppeld aan de functionele en disfunctionele gezondheidspatronen van Gordon.
Dit opleidingsonderdeel is a.h.w. het vertrekpunt, van waaruit naar vele andere opleidingsonderdelen van het eerste, maar ook van het tweede en derde jaar, wordt verwezen voor verdere verdieping.
Overzicht van de gezondheidspatronen + verantwoordelijke docent
30 CU (H. Van Winkel)
1. Patroon van gezondheidsbeleving en -instandhouding.
2. Voedings- en stofwisselingspatroon
3. Uitscheidingspatroon
4. Activiteitenpatroon
24 CU (S. Potters)
5. Slaap-rustpatroon: levensritme, de slaapcyclus, factoren die het slaapritme verstoren.
6. Cognitie- en waarnemingspatroon: informatievoorziening, het zenuwstelsel
7. Zelfbelevingspatroon: het psychisch en psycho-sociaal functioneren
8. Rollen- en relatiepatroon: functioneren in een persoonlijke relatie/in samenlevingsverbanden
9. Seksualiteits- en voortplantingspatroon
10. Stressverwerkingspatroon
11. Waarden- en levensovertuigingen: Dit deel wordt afgesloten met een hoofdstuk rond stervensbegeleiding, waarin ook een studiebezoek aan een funerarium is opgenomen.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Handboeken
Evaluatie
Om te slagen voor het opleidingsonderdeel dien je 10/20 te behalen. Indien je op 1 van de afzonderlijke delen minder dan 7/20 behaalt ben je niet geslaagd voor het geheel van het opleidingsonderdeel.
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen | 100% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 100% | |