Hoofdpagina | Bachelor in de journalistiek

Redactietechnieken 1


Studiepunten5Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar1Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Sengers Luuk
  • Hellemans Frank
  • Vanden Bossche Wilfried
  • Vanhemelryck Kris
  • Duponcheel Herman

Onderwijsvorm

  • Practicum

Begincompetentie

Eindtermen secundair onderwijs

Eindcompetentie

1A - De young professional kan met de gepaste ICT-tools eventueel meertalige gegevens efficiënt verzamelen, verwerken tot in de beroepscontext direct bruikbare informatie, die informatie beheren en doen doorstormen naar anderen.
1.3. de noodzaak van bepaalde informatie kan aanvoelen vanwege de logica van het verhaal.
1.4. deze informatie gericht kan verzamelen via de belangrijke persbureaus, naslagwerken, databanken, het internet of uit eigen waarnemen ter plekke.
1.5. informatie gericht kan verzamelen uit bronnen in vreemde talen (Frans, Engels en Duits of Spaans)
1.6. zijn bronnen kan beoordelen op toegankelijkheid, betrouwbaarheid en relevantie.
1.9. kan interpreteren welke informatie essentieel is voor zijn journalistieke producten; hoofdzaken van bijzaken kan onderscheiden; kan selecteren op basis van juistheid, betrouwbaarheid en volledigheid van de informatie.
1.10. snel en gericht de verzamelde informatie kan interpreteren en beoordelen, dankzij zijn basiskennis van statistiek en onderzoeks-methodes.
3A - De young professional kan volgens de basisregels van projectmanagement elke nieuwe beroepsspecifieke opdracht analyseren en planmatig aanpakken en oplossen.
3.6. zelfstandig onderzoek kan uitvoeren met betrekking tot een nieuwsitem.
2D - De young professional beschikt over professionele mondelinge en schriftelijke communicatievaardigheden om zijn of haar journalistieke boodschap over te brengen in diverse journalistieke werksituaties, en dit in het Nederlands en twee vreemde talen.
2.2. informatie creatief kan verwerken en vormgeven, met oog voor de specifieke vormgegevensmogelijkheden van het medium; kan werken met combinaties van woord, beeld en geluid; informatie kan uitdrukken en verwerken in audio- en beeldtaal, fotomateriaal, schema’s en infographics.
2.3. zich kan bedienen van journalistieke genres en bijhorende stijltechnieken: koppen, tussenkoppen, titels, quotes, streamers en onderschriften adequaat kan gebruiken, voor meerwaarde kan zorgen via treffende citaten, details, voorbeelden, beelden en sfeer-bepalende elementen.
2.5. op een effciënte manier kan vergaderen.
2.6. zichzelf en zijn ideeën kan presenteren bij collega’s en opdrachtgevers.
2.7. zijn eigen communicatie kan veranderen op momenten waarop zijn communicatie niet goed verloopt.
2.4. interviewtecnieken kan toepassen in zijn onderzoek van een nieuwsitem: lichaamstaal kan lezen in oogbewegingen, oogcontact, ademhaling, spreektoon, ritme, snelheid, gebaren en houding; in taal kan herkennen welke informatie ontbreekt en op basis hiervan toepasselijke vragen exact kan formuleren om te weten te komen wat iemand bedoelt.
5A - De young professsional kan bij de uitvoering van de verschillende beroepsrollen instaan voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.
5.5. een breed gamma aan concrete beroeps-specifieke problemen met creativiteit en flexibi-liteit kan oplossen.

Inhoud

1. taalbeheersing (spelling – voornaamste principes) 2. taalbeheersing (stijl – voornaamste principes) 3. aanmaken eenkolommer 4. aanmaken nieuwsbericht 5. aanmaken interview 6. aanmaken reportage

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Handboeken

  • Horen, zien en journalistiek schrijven
  • Schrijfcodes

Evaluatie

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Tussentijdse evaluatie50%
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Schriftelijk examen50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen100%