Hoofdpagina | Bachelor in het informaticamanagement en de multimedia

Netwerktechnologie 3


Studiepunten4Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar2Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Martens Jan

Onderwijsvorm

  • Zelfstudie
  • Hoorcollege
  • Practicum

Begincompetentie

Eindcompetenties Netwerktechnologie 1, met name het afgelegd hebben van Cisco Certified Network Associate exploration versie, "Networking Fundamentals" en "Routing Protocols and Concepts"

Eindcompetentie

Specifiek voor dit opleidingsonderdeel: Het behalen van het certificaat "Cisco Certified Network Associate (640-802 CCNA)" via een certifiëringsinstantie (Pearson VUE) of slagen op een vergelijkbare KHM georganiseerde test.

1. INFORMATIEBEHEERDER
1C. De jonge professional organiseert de informatie-infrastructuur.
1.1 De jonge professional bepaalt de telecommunicatiebehoefte, op basis van strategische, tactische en/of operationele plannen van de opdrachtgever. De student kan een geschikte LAN- en WAN-technologie aanraden.
1.2 De jonge professional zet functionele specificaties om naar een praktische implementatie. De student configureert de netwerktoestellen zodat het netwerk binnen de vooropgestelde parameters functioneert.
1.6 De jonge professional beheert een database en een server. Dit behelst het beheer van de capaciteit, beschikbaarheid en performance. De student beheert een netwerk. Dit behelst implementeren van redundantie en het controleren van performatie.
1.9 De jonge professional maakt procedures voor automatische uitvoering van taken o.a. backup’s. De nadruk ligt op life-cycle (van creatie tot archivering) en duurzame oplossingen (procedures) en dit in tegenstelling tot one-shot oplossingen. Een belangrijke stap bij het implementeren van een datanetwerk is de documentatie. De student kan met behulp van het TFTP protocol het configuratiebestand, met daarin commentaarlijnen, en het besturingssysteem van een toestel op een tweede locatie wegbergen.
1.10 De jonge professional wendt spontaan en exploratief nieuwe technieken en softwarepakketten aan binnen de beroepscontext; hij gebruikt simulatiesoftware om nieuwe configuraties te testen vooraleer ze in een productienetwerk uit te voeren.
1.11 De jonge professional onderkent de nodige maatregelen voor systeembeveiliging en past deze toe; hij voorziet de configuratie van de routers en switches van de nodige waarschuwingen en beveiligingen om ongewenste toegang te verbieden.

2. COMMUNICATOR
2A. De jonge professional communiceert omtrent een project zowel mondeling als schriftelijk, in het Nederlands, Frans en Engels, professioneel met alle betrokken partijen.
2.2 De jonge professional kan zijn project vlot duiden, alsook de wijze waarop de invulling ervan tot stand kwam. Hij geeft een onderbouwde presentatie over de inhoudelijke, technische en financiële facetten van het werk. De student kan zijn netwerkopstelling vlot duiden, alsook de wijze waarop de invulling ervan tot stand kwam.
2.4 De jonge professional functioneert constructief in een (multicultureel, multidisciplinair) team, met respect voor de inbreng van de anderen. De oefeningen tijdens het practicum verlopen meestal in groep omdat er te weining toestellen zijn en om tijdswinst te genereren.
2.6 De jonge professional documenteert beroepsspecifieke informatie, ideeën, problemen en oplossingen en communiceert deze zowel aan specialisten als aan leken.

3. ORGANISATOR/COÖRDINATOR
3B. De jonge professional plant zijn werk in tijd, stelt prioriteiten en haalt deadlines, ook als hij onder (zware) stress staat.
3.3 De jonge professional maakt een werkplanning op en volgt deze ook effectief.
3.4 De jonge professional blijft efficiënt functioneren onder (redelijk) zware werkdruk.

5. KWALITEITSBEWAKER
De jonge professional staat bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen in voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.
5.1 De jonge professional ontwikkelt en bekwaamt zich en blijft alert voor nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied, meer bepaald de nieuwe mogelijkheden van nieuwe versies van Internetworking Operating System (IOS).
5.3 De jonge professional bouwt een kwaliteitsvolle redenering, waarbij hij rekening houdt met beroepsspecifieke inzichten, ervaringen, bevindingen en gewoonten. Hij kan fouten in een datanetwerk op een efficiënte en beredeneerde manier opsporen en verhelpen, en maakt hierbij gebruik van ervaring en inzichten.
5.4 De jonge professional werkt accuraat, met aandacht voor alle relevante details.
5.5 De jonge professional begrijpt een probleemsituatie van een eindgebruiker en komt via een systematische aanpak tot een al dan niet tijdelijke oplossing. De student spoort analytisch en gestructureerd de oorzaken van problemen op en stelt definitieve oplossingen voor. Hij gebruikt hulpmiddelen zoals sniffers, show commando's, network management/diagnostic tools en logfiles.
5.8 De jonge professional gaat discreet en ethisch om met informatie. Bij het gebruik van packet tracers en debug tools is het mogelijk dat er gevoelige informatie opgevangen wordt.

Inhoud

Dit opleidingsonderdeel wordt onderwezen aan de hand van de laatste twee hoofdstukken van het Cisco Certified Network Associate curriculum, Exploration versie; "LAN Switching and Wireless" en "Accessing the WAN".

In het eerste gedeelte komen de Catalyst switches van Cisco Sytems inc aan bod. Met deze worden begrippen zoals VLANs, VTP, STP en inter-VLAN routing aangebracht. Daarnaast wordt binnen de simulatie software Packet Tracer enkele draadloze toestellen van Linksys gebruikt om de basisprincipes van WLANs te bestuderen.

In het tweede en laatste gedeelte komen andere onderdelen aan bod:
- verschillende WAN technologies (PPP en Frame Relay)
- Netwerk Adres Translatie
- Dynamic Host Configuration Protocol
- beveiligen van netwerk toestellen met Access-Control Lists en Secure Device Manager.

Indien een buitenlandse student voor dit vak inschrijft, zullen de lessen in het Engels gegeven worden.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Online studiemateriaal
  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Uitrustings- en werkmateriaal

  • Praktijkmateriaal
  • Toegepaste Software

Evaluatie

Indien de student beschikt over een geldig Cisco Certified Network Associate certificaat, m.a.w. hij heeft met succes een 640-802 CCNA examen in een Pearson VUE testcentrum afgelegd in de afgelopen 3 jaar, dan is de student vrijgesteld voor het vak Netwerktechnologie 3. De score op 1000 die de student heeft behaald op het 640-802 CCNA examen wordt herleidt tot een score op 20, deze score wordt overgenomen voor het vak Netwerktechnologie 3. Door de slaagvoorwaarden die door Cisco Systems inc opgelegd worden aan pearson VUE komt dit minimaal overeen met een 16/20. Omdat dit CCNA certificaat nog altijd geapprecieerd wordt in de bedrijfswereld en omdat bij een goed resultaat voor de on-line final test van "Accessing the WAN", het laatste hoofdstuk van het Cisco Certified Networking Associate curriculum exploration versie de student beloond wordt met een voucher voor het 640-802 CCNA examen (deze voucher geeft een korting van 50% op het examengeld), is het voor studenten zeker het overwegen waard om dit certificaat te behalen.

Indien de student niet beschikt over een geldig Cisco Certified Network Associate certificaat:
De student legt een mondeling examen af: dit is een examen waarbij de student geen voorbereidingstijd krijgt. De student wordt geconfronteerd met een fout in een netwerk en moet door het opstellen en testen van hypotheses de fout in het netwerk zoeken en verbeteren. Dit examen telt voor 50% van de punten mee.
De andere 50% van de punten worden in de voorlaatste week van het semester via een on-line test toegekend. Deze test is gebaseerd op vragen die in een 640-802 CCNA examen aan bod komen.

Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen met computer100% Het mondeling examen wordt niet vooraf gegaan door een schriftelijke voorbereiding. Het mondeling examen omvat een gemeenschappelijk gedeelte en een individueel gedeelte. Het gemeenschappelijk gedeelte is gebaseerd op de tussentijdse evaluatie, het individueel gedeelte is gebaseerd op het troubleshooting examen.
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Mondeling examen met computer50% Het mondeling examen wordt niet vooraf gegaan door een schriftelijke voorbereiding.
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Tussentijdse evaluatie50% Deze vragen zijn gebaseerd op vragen die in een 840-602 CCNA examen gesteld zouden kunnen worden.