Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren

Kleuters met ontwikkelingsachterstand deel 2


Studiepunten6Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar1Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Fournier Myriam Thérése Elisabeth
  • Yserbyt Sofie

Onderwijsvorm

  • Groepswerk
  • Hoorcollege
  • Stage/praktijkoefening
  • Oefensessie
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Planmatig begeleider van leerlingen met specifieke onderwijsnoden
• Op zoek gaan naar kennis en advies omtrent de ontwikkelingsmogelijkheden van kwetsbare kinderen
• Het recht op communicatie en sociaal contact erkennen als fundamentele behoefte en als voorwaarde tot leren
• Signalen zien van problemen bij kinderen.
• Herkennen van signalen van leer-,gedrags- of ontwikkelingsproblemen bij het kind.
• Beluisteren van het beeld dat CLB, collega’s en ouders geven van een leerling met speciale noden
• Bevragen van collega’s omtrent diagnostische gegevens, schoolloopbaan en andere relevante informatie betreffende de leerlingen
• Zich bewust zijn van de vereiste om deontologisch om te gaan met gegevens van leerlingen
• In alle omstandigheden deontologisch correct omgaan met de gegevens van individuele leerlingen en hun omgeving
• Bereid zijn doelen aan te passen aan de individuele noden van leerlingen
• De nood erkennen aan systematische begeleiding van individuele leerlingen
• Op zoek gaan naar voorschriften en tips omtrent de aanpak van leerlingen met speciale noden
• Bereid zijn tot intensieve en individueel aangepaste evaluatie van leerlingen
• Zich verantwoordelijk voelen voor een systematische opvolging van leerlingen met speciale noden
• De betrokken partijen aanspreken en uitnodigen voor overleg

2.Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlijnen en inhouden uit diverse leerdomeinen, rekening houdend met de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen
• Iedere individuele leerling in de groep erkennen en betrekken bij de activiteiten
• Op zoek gaan naar het kind achter het ‘label’
• Spontaan in interactie gaan met alle leerlingen, hoe verschillend zij ook zijn
• Het recht erkennen op individualisering van de aanpak bij leer-, gedrags- en ontwikkelingsverschillen in de klasgroep
• Kennis hebben van volgsystemen
• Objectief observeren in verschillende situaties en op verschillende ontwikkelingsdomeinen
• Herkennen van grote verschillen tussen kinderen
• Zich bewust zijn van de nood aan aanpassingen bij grote verschillen tussen leerlingen
• Lezen van de ondersteuningsvragen als indicaties voor aanpassingen van het klasaanbod
• Differentiatiemaatregelen tav de individuele leerlingen hanteren.
• Het belang kennen van communicatie en interactie voor de sociale en cognitieve ontwikkeling
• Geen pestgedrag tolereren in de klas- of schoolgroep
• Werk maken van verbondenheid in de klas
• Waarderen van spontane interacties en open communicatie tussen leerlingen
• Bevragen van de ouders en ondersteuners naar verbetering van de communicatiemogelijkheden
• Bereid zijn het tempo, het aanbod en de instructie aan te passen aan de individuele verwerkingsmogelijkheden van de leerling met speciale noden
• Verkennen en toetsen van kleine aanpassingen van het programma aan de noden van de leerling
• Zich bewust zijn van de nood aan afstemming van een geïndividualiseerd aanbod op het groepsprogramma, met het oog op aansluiting bij de klasgroep

3. Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsnoden, vanuit een maatschappelijke verbondenheid
• Opkomen voor kwetsbare leerlingen
• Bevragen van collega’s naar procedures voor samenwerking
• Herkennen van problematische opvoedingssituaties
• Openstaan voor vragen en bekommernissen van alle partijen rond leerlingen met specifieke onderwijsnoden
• Een brede kijk hebben op factoren die tot problematische opvoedingssituaties kunnen leiden
• Op de hoogte zijn van de maatschappelijke structuren van achterstelling
• (In)formele contacten met alle ouders kunnen aangaan
• Bewust zijn van de risico- en beschermende factoren van de betrokken partijen
• Zich informeren over betekenisvolle relaties voor de leerling
• Bereid zijn tot langdurige samenwerking
• Zich informeren over de rol van paramedici, vakcollega’s, ondersteuners en andere professionelen in de begeleiding van leerlingen met speciale noden
• Oog hebben voor de aanvaardings- en verwerkingsprocessen bij leerlingen, ouders en familie

4. Coach van collega’s en coördinator van beleidsondersteunende maatregelen bij de implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau
• De expertise van anderen (h)erkennen
• Informatieve vragen stellen over de onderwijspraktijk en –ervaringen van anderen
• Delen van ervaringen uit de eigen onderwijspraktijk
• De onderwijspraktijk observeren in meerdere scholen
• Een ondersteunende rol opnemen in schoolprojecten die onderwijsvernieuwing en visie-ontwikkeling nastreven
• Bestaan en belang van een schoolcultuur onderkennen

5. Zichzelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andersmans ervaringen en uit meerdere bronnen
• Zich aangesproken en betrokken voelen wanneer informatie over zorgbreed werken op leerling-, klas- of schoolniveau in de actualiteit is
• De noodzaak erkennen van open communicatie rond het eigen handelen als middel tot leren in de praktijk
• Zich bewust zijn van zijn handelingsverlegenheid t.a.v. specifieke zorgnoden op leerling-, klas- en schoolniveau
• Geloven in het eigen aandeel in de ontwikkeling van het zorgbrede werk op leerling-, klas- en schoolniveau
• De eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid t.a.v. specifieke zorgnoden op leerling-, klas- en schoolniveau zien

Eindcompetentie

Planmatig begeleider van leerlingen met specifieke onderwijsnoden.
1.1. Een positieve grondhouding bezitten met betrekking tot de mogelijkheden en toekomstkansen van de leerlingen.
- De cursist neemt een positieve grondhouding aan m.b.t. de mogelijkheden en toekomstkansen van kinderen met taalontwikkelingsproblemen.
1.2. Gegevens verzamelen, selecteren en ethisch correct hanteren als basis voor een goede beeldvorming van de leerling en herkenning van zijn noden.
- De cursist benoemt signalen van leer- of ontwikkelingskansen en -problemen bij kinderen met moeilijk ontluikende geletterdheid.
- De cursist past handelingsgericht werken toe in de brede context, gaat actief op zoek naar informatie, maakt gebruik van kennis en diagnostische gegevens, selecteert en rapporteert de meest relevante gegevens en gaat in overleg met collega’s, ouders, CLB, directie e.a. De cursist formuleert hypothesen omtrent de oorzaken en de aard van problemen bij kinderen met problemen bij ontluikende geletterdheid.
1.3. Individuele doelen formuleren en gebruiken als basis voor de planning, uitvoering en opvolging van de begeleiding en het onderwijs van de leerling met speciale noden.
- De cursist selecteert voor kinderen met taalontwikkelingsproblemen, in overleg en op basis van een ondersteuningsvraag, relevante doelen, rekening houdend met een breed toekomstperspectief van het kind en met de gegeven context.
- De cursist koppelt, in overleg, prioritaire doelen voor kinderen met taalontwikkelingsproblemen aan de ondersteuningsvraag, op individueel niveau, gelinkt aan de doelen op groepsniveau.
1.4. Coördineren van het planmatig handelen ten aanzien van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
- De cursist kent de verschillende fasen uit het proces van handelingsplanning voor kinderen met taalontwikkelingsproblemen.
- De cursist hanteert deze fasen met een voortdurende bijsturing en verfijning van elk van de stappen van handelingsgericht werken.
- De cursist formuleert correct en gepast voor meerdere partijen die betrokken zijn bij de opvolging van het kind de specifieke onderwijsnoden, de mogelijkheden en beperkingen van het kind en maakt heldere afspraken over de aanpak en de opvolging hiervan. Dit impliceert ook de voorbereiding van een kindbespreking, de planmatige aanpak en de verantwoording in een dossier en/op verslag dat de beeldvorming, de doelen, de aanpak en de opvolging weergeeft.
- De cursist evalueert de verschillende fasen in de handelingsplanning en stuurt dit bij met het oog op een lange termijn planning.

Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlijnen en inhouden uit diverse leerdomeinen, rekening houdend met de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen.
2.1. Waarderen van de diversiteit in de klasgroep, als uitdaging voor het zoeken naar aanpassingen en als meerwaarde voor het leerproces van iedere leerling.
- Via contextuele leerlingbegeleiding, hanteert de cursist een leerbevorderende, responsieve onderwijs- en begeleidingsstijl t.a.v. individuele leerlingen met taalontwikkelingsproblemen.
2.2. Diversiteit breed observeren en in kaart brengen.
- De cursist analyseert objectief verzamelde gegevens in verschillende situaties voor het ontwikkelingsdomein taal.
2.3. Differentiëren van het aanbod en de aanpak, op basis van de leer-, gedrag- en ontwikkelingsverschillen in de groep.
- De cursist leest de ondersteuningsvragen als indicaties voor aanpassingen van het klasaanbod, zet een brede waaier aan differentiatievaardigheden (op niveau van instructie en verwerking) in en gaat soepel om met differentiatiemaatregelen in functie van de noden van de kinderen met taalontwikkelingsproblemen.
2.4. Het ontwerpen van een krachtige leeromgeving om de taalvaardigheid, communicatie- en interactiemogelijkheden van de leerling te bevorderen.
- Via het observeren en analyseren van spelontwikkelingsproblemen spoort de cursist de communicatiemogelijkheden van kinderen op en gaat hij actief op zoek naar aangepaste communicatiemiddelen en –ondersteuning voor kinderen met communicatieve beperkingen.
- De cursist erkent het eigen aandeel in het ontwikkelen van de communicatievaardigheid van de kinderen en zet interventies op voor kinderen met taalontwikkelingsproblemen. De cursist bevordert actief gevarieerde sociale contacten en interacties tussen de kinderen en met bredere netwerken en kent specifieke communicatiemiddelen.
- De cursist maakt gebruik van een interactiestijl en beschikbare middelen die de communicatie en taalvaardigheid bevordert van kinderen met beperkingen op vlak van communicatie en / of taalvaardigheid.
2.5. Een deskundige en evenwichtige afstemming bieden van het onderwijsaanbod – incl. de leerlijnen - op de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen, rekening houdend met een breed toekomstperspectief, maatschappelijke participatie en alle leerdomeinen.
- De cursist individualiseert het onderwijsaanbod, rekening houdend met het kind in zijn context en hanteert ontwikkelingslijnen voor de individuele afstemming van het onderwijsaanbod. De cursist stemt het geïndividualiseerd aanbod weer af op de groepsaanpak met het oog op maximale participatie.
- De cursist benadert de beschikbare ontwikkelingslijnen kritisch en stuurt eigen didactisch handelen ten aanzien van het individuele kind en de groep creatief en dynamisch bij.
- De cursist gaan blijvend op zoek naar maximale participatiekansen voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften, in de huidige context en in de toekomst.

Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsnoden, vanuit een maatschappelijke verbondenheid.
3.1. In de samenwerking model staan voor een realistische en emancipatorische begeleiding.
- De cursisten betrekken ouders bij het opstellen van een handelingsplan rekening houdend met dromen en toekomstplannen die ouders voor hun kinderen koesteren, ze erkennen en waarderen daarbij het geloof dat ouders tonen in de mogelijkheden van hun kind
- Ze hanteren een positieve kijk op de eigen inbreng van ouders en leerlingen en stellen netwerken en andere vormen van ondersteuning ter beschikking van de ouders. Ze blijven actief op zoek gaan naar alle partijen die een rol kunnen spelen in de begeleiding op langere termijn
3.3 Planmatig samenwerken aan een duurzame interactie met de buurt en de schoolomgeving.
- De cursist bevraagt op betrokken en actieve wijze het kind, de ouders en het team met betrekking tot een wenselijke en mogelijke aanpak en gaat met de betrokken partijen een voortdurende dialoog aan rond de handelingsplanning en de dagelijkse begeleiding van de kinderen.
3.4 Constructief samenwerken met het hulpverleningsnetwerk (welzijn, gezondheid..).
- De cursisten neemt initiatief in de samenwerking met ouders van kinderen met speciale noden, hanteert netwerken en achterhaalt en integreert de behoeften van ouders en omgeving in de aanpak. Hij beluistert en integreert de inbreng van de teamleden en bevordert het gelijkgericht denken in een groep die handelt vanuit verschillende referentiekaders.
- De cursisten streeft actief naar een transdisciplinaire aanpak in de samenwerking en kan een gesprek en/of een groep leiden bij overleg.

Coach van collega’s en coördinator van beleidsondersteunende maatregelen bij de implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau.
4.1. Ruime coachingvaardigheden ontwikkelen en collegiale ondersteuning bieden.
- De cursist is draaischijf in de uitwisseling van expertise tussen collega’s, sluit aan bij de opvattingen, ervaringen, kennis en vaardigheden van de betrokken leerkrachten en andere partijen en stimuleert de reflectieve vaardigheden bij collega’s.

Zichzelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andermans ervaringen en uit meerdere bronnen.
5.1. Bereid zijn zich voortdurend te informeren en bij te scholen( m.b.t. zorgbreed werken op leerling-, klas- en schoolniveau).
- De cursist zoekt literatuur en media op met actuele informatie over zorgbreed werken op leerling-, klas- of schoolniveau en verwerkt deze informatie.
5.2. Bevragen, overleggen en voortdurend bijsturen van het eigen handelen.
- De cursist bevraagt actief het eigen handelen.
- De cursist is bereid tot intercollegiale (= met medecursisten) uitwisseling van expertise.
- De cursist stuurt waar nodig het eigen handelen in de klaspraktijk bij o.b.v. deze intercollegiale uitwisseling.

Inhoud

Mondelinge taalontwikkeling:
• Intentionele communicatie
• Herkennen en signaleren van stotteren en SMOG-taal
• Herkennen en signaleren van taalontwikkelingsproblemen
• Stimuleren van mondelinge communicatie bij kleuters met taalontwikkelingsproblemen, meertaligheid en taalvaardigheidsonderwijs
. non-verbal language disorder (NLD)

Schriftelijke taalontwikkeling
• Beginnende geletterdheid bij kleuters en tussendoelen beginnende geletterdheid
• Aanvankelijk lezen en leesproblemen.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten100%