Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs
Technologische opvoeding 3
Docenten
- De Puysseleir Joke
- de Backer Bart
Onderwijsvorm
- Hoorcollege
- Practicum
- Zelfstudie
- Werkcollege
Begincompetentie
Eindcompetenties van TO 1 + TO 2
Eindcompetentie
(Zie basiscompetenties leraar secundair onderwijs groep 1)
A. INHOUDELIJK EXPERT
Verbreding en verdieping van de eindcompetenties TO 2.
1 DE LERAAR ALS BEGELEIDER VAN LEER- EN ONTWIKKELINGSPROCESSEN
1.8 Observatie/evaluatie voorbereiden met specifieke aandacht voor evalueren van werkstukken
1.9 Observeren/proces- en productevalueren met specifieke aandacht voor evalueren van werkstukken
2 DE LERAAR ALS OPVOEDER
2.6 Het fysiek welzijn van de leerlingen bevorderen door aandacht te hebben voor een correcte werkhouding en het doen naleven van veiligheidsinstructies
3 DE LERAAR ALS INHOUDELIJK EXPERT
3.1 Vakinhouden die onderwezen worden beheersen en recente evoluties in verband met domeinspecifieke kennis en vaardigheden opvolgen
3.2 De verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden
5 DE LERAAR ALS INNOVATOR-ONDERZOEKER
5.1 Vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen
De leraar volgt de evolutie van technologie en techniek om zijn horizon te verruimen en meer draagkracht te ontwikkelen.
8 DE LERAAR ALS PARTNER VAN EXTERNEN
8.1 Contacten leggen met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden
B. VAKDIDACTIEK (ijkniveau 1B en 2)
1 DE LERAAR ALS BEGELEIDER VAN LEER- EN ONTWIKKELINGSPROCESSEN
1.1 De leerkracht kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen (voorkennis en gedrag) via studie van de puber, raadpleging leerplan, observatie en bevraging mentor
1.2 De leerkracht kan basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelen
1.4 De leerkracht kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten, bordschema’s, en zelf een leerlijn uitzetten
1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen (doceren, onderwijsleergesprek, toepassingen, opdrachten, groepswerk, hoeken-en contractwerk, projectwerk, begeleid zelfstandig leren, excursie, ....) en groeperingsvormen (individueel, klassikaal, groepsgewijs) uitwerken en realiseren om een activerend lesverloop te creëren
1.6 De leerkracht kan individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen, aanpassen, aanmaken en gebruiken in functie van de doelstellingen, de beginsituatie en gekozen methodische aanpak en groeperingsvorm
1.13 De leerkracht kan leer- en ontwikkelingsprocessen opzetten en realiseren vanuit een vakoverschrijdende invalshoek
2 DE LERAAR ALS OPVOEDER
2.4 De leerkracht kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context
Verschillende waardevolle bronnen van informatie gebruiken bij het voorbereiden van lessen.
3 DE LERAAR ALS INHOUDELIJK EXPERT
3.3 De leerkracht kan het eigen vormingsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen, door hier in de lesvoorbereiding rekening mee te houden en naar te verwijzen (eindtermen, leerplandoelstellingen en jaarplannen) en door tijdens de les verwijzingen te maken naar voorkennis, andere vakken, ...
4 DE LERAAR ALS ORGANISATOR
4.4 De leerkracht kan een stimulerende, gezonde, milieuvriendelijke en werkbare klasruimte creëren (materialen worden op veilige wijze door leerlingen gebruikt en nadien opgeruimd, …), rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen
TAALCOMPETENTIES
2 De leraar kan teksten beoordelen op toegankelijkheid voor zijn leerlingen en kan die teksten zo nodig via mondelinge en schriftelijke ingrepen toegankelijk maken.
Inhoud
A. INHOUDELIJK EXPERT
1. De leerinhouden, zoals ze in het leerplan SO opgenomen zijn, staan centraal. We behandelen volgende leerinhouden van het tweede jaar A-stroom.
Informatietechnologie: binair talstelsel; bit, byte; hexadecimaal talstelsel; omzettingen decimaal en binair; werking van het tellerpaneel; tellen van impulsen; een bepaald aantal impulsen signaleren; een cyclus realiseren; impulsen verwerken via de poorten; gebruik van de automatische resetfunctie; combinatie van verschillende principes; de slotketen en de slot-resetketen; een praktische toepassing realiseren volgens het technologisch proces; werking van het geheugenpaneel: geheugenadres, geheugeninhoud; gegevens schrijven in bepaalde geheugenadressen; adresseren met de teller; uitbreiding van het geheugen; combinaties van geheugen-, teller- en beslissingspaneel; programmeren: sturen van een wagentje of miniverkeerslicht, kraan, …; sturingen uitvoeren met de didactische paneeltjes; sturingen uitvoeren aan de hand van software en hardware die beschikbaar is in het werkveld.
ACHTERGRONDINFORMATIE: er wordt op geregelde tijdstippen actuele, relevante achtergrondinformatie aangeboden.
B. VAKDIDACTIEK
Elk project wordt ingeleid met een verwijzing naar het leerplan en een bespreking van de leerplandoelstellingen. Naast de leerinhouden wordt veel aandacht besteed aan het beschikbare en geschikte didactisch materieel, de mogelijkheden van ICT-ondersteuning, nuttige adressen van leermiddelenbedrijven e.a.
Er worden aangepaste opdrachten voorzien om de competenties van het luik vakdidactiek te bereiken. Verdere begeleiding bij het opstellen van een lesvoorbereiding. Er wordt dieper ingegaan op evaluatie van werkstukken, toetsen en attitudes.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Inhoudelijk expert
Cursussen
Handboeken
- Logisch schakelen 2
- Schakel 2 - leerwerkschrift
- Technologie 1ste graad infofiches naslagwerk
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Vakdidactiek
Cursussen
Handboeken
- Logisch schakelen 2
- Schakel 2 - leerwerkschrift
- Technologie 1ste graad infofiches naslagwerk
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
Berekening van scores voor opleidingsonderdelen die bestaan uit meerdere deelopleidingsonderdelen
Algemene regel: totaalscore = gewogen gemiddelde van de deelscores. Uitzonderingsregel (in geval een zwaar tekort op één deelopleidingsonderdeel maakt dat het credit voor het volledige opleidingsonderdeel niet kan toegekend worden) (toe te passen op scores die werden afgerond tot op een geheel getal op twintig):
1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore ( = gewogen gemiddelde van de deelscores)
2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar:
*8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt
*9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is
Inhoudelijk expert |
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen | 60% | | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Tussentijdse evaluatie | 40% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 60% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 40% | | Vakdidactiek |
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Opdrachten | 100% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 50% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 50% | |