KHMechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Nederlands 3

Docenten

• Cornelis Ilse

Onderwijsvorm

• Hoorcollege
• Oefensessie
• Groepswerk
• Werkcollege
• Zelfstudie

Begincompetentie

eindcompetenties Nederlands 2

Eindcompetentie

Leraar als inhoudelijke expert:
3.1 Basiskennis beheersen en recente evoluties in de literatuur volgen
3.1 Basiskennis beheersen van de spraakkunst

3.2 De verworven literaire competentie aanwenden: de student analyseert de inhoud, de opbouw en de vertelaspecten van een besproken verhaal en presenteert deze mondeling.
3.2 Verworven kennis en vaardigheden van de spraakkunst aanwenden
3.2 De verworven schrijfvaardigheid m.b.t. vakaspecten aanwenden
De student levert het bewijs van aangescherpte schrijfvaardigheid bij het uitwerken en uitvoeren van schrijfopdrachten voor leerlingen van de 1ste en 2de graad, zowel wat betreft zakelijke als literaire teksten. Hij kan daarbij een foutenanalyse als ondersteuning hanteren.


Vakdidactiek:
1. Leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.1 de beginsituatie van de lerenden en de leergroep achterhalen
1.2 doelstellingen kiezen en formuleren
1.3 de leerinhouden/leerervaringen selecteren
1.4 de leerinhouden/leerervaringen structureren en vertalen in opdrachten
1.5 de ORF en OVUR methode hanteren bij de lessen taalbeschouwing
1.5 een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvormen bepalen
op het gebied van jeugdliteratuur: de student maakt creatieve lessen en opdrachten rond opgegeven jeugdboeken waarin hij toont dat hij de typische aspecten van jeugdromans kan plaatsen en de leerstof van de cursus didactiek ‘Leeskracht’ heeft verworven.
3. Leraar als inhoudelijke expert :
3.3 het eigen vormingsaanbod situeren en integreren tijdens de stagelessen

Inhoud

Literatuur:
De tekstkeuze bevat verhalen en poëzie van alle tijden, hoofdzakelijk uit de 20ste eeuw. De studenten worden op verschillende manieren met allerlei soorten verhalen en poëzie geconfronteerd. Ze maken kennis met verschillende benaderingswijzen. Het gaat enerzijds om het affectieve aspect: kennismaken met en spontaan reageren op verhalen en poëzie, en anderzijds om een meer analytische aanpak. Het begrippenapparaat wordt uitgebreid. Daarbij hoort ook het lezen van biografische notities, recensies, literaire tijdschriften, leesgidsen, lezingen, etc
Het einddoel is het verwoorden van een interpretatie steunend op een grondige analyse van de tekst.
Taalbeschouwing:
De lessen spraakkunst zijn gericht op het expliciet maken van het taalsysteem dat onbewust door de taalgebruiker wordt toegepast.
Daartoe moeten de studenten beschikken over een goed uitgebouwd begrippenapparaat, zoals woordsoorten en syntactische categorieën. De studenten moeten zinsdelen en woordsoorten herkennen en kunnen benoemen.
Woordleer: na verkenning van de situatie waarin het woord/de woordsoort zich vertoont, reflecteren we over de verschijningsvormen ervan. Daaruit volgt het formuleren van de eigenschappen van de woordsoort. De inductief gevonden grammatica wordt getoetst aan de theorie in het schoolboek en het taalboek Nederlands. Alle woordsoorten komen dit jaar aan bod.
Zinsleer: de studie van de zin gebeurt eveneens op inductieve wijze. Verkennen van het taalmateriaal, reflecteren over het verschijnsel en formuleren van de taalsystematiek.Alle zinsdelen passeren de revue.

Schrijven: aandacht voor alle aspecten van het schriftelijke communicatieproces.

Leren hanteren van tekstvoorwaarden, door ze expliciet te formuleren bij schrijfopdrachten voor de leerling en ze te hanteren bij een zinvolle evaluatie.
De verbetering gaat gepaard met een doelgerichte en occasionele taalbeschouwing naar aanleiding van wat werkelijk geschreven werd.



Vakdidactiek:
Vertrekkend vanuit de nieuwe leerplannen 1ste en 2de graad ASO en BSO wordt er gewerkt rond:
• Schrijfvaardigheid en leesvaardigheid: creatief schrijven: doelen, werkvormen en oefeningen.
• Doelen en werkvormen van het literatuuronderwijs.Leesdossier, leesverslag.Leesbevordering, functie van jeugdliteratuur: fragmenten en/of volledige werken.
• Schrijven: Normaal-functioneel schrijfonderwijs.Werkvormen i.v.m. proces en product.Correctie, remediëring, evaluatie.
• Luistervaardigheid en spreekvaardigheid: analyse van het spreek- en luisterproces.
• Didactische werkvormen i.v.m. luistermodi, luisterlezen, voorlezen.
• Informatie rond vakliteratuur.Vakdidactische tijdschriften.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Inhoudelijk expert

Cursussen

• Cursus

Handboeken

• Handboek Spraakkunst + oefenboek
• Markant Nederlands 2 Bronnenboek
• Markant Nederlands 2 Werkboek incl. cd-rom
• Oefenboek Spraakkunst

Vakdidactiek

Cursussen

• Cursus

Handboeken

• Leeskracht!

Evaluatie

Berekening van scores voor opleidingsonderdelen die bestaan uit meerdere deelopleidingsonderdelen
Algemene regel: totaalscore = gewogen gemiddelde van de deelscores. Uitzonderingsregel (in geval een zwaar tekort op één deelopleidingsonderdeel maakt dat het credit voor het volledige opleidingsonderdeel niet kan toegekend worden) (toe te passen op scores die werden afgerond tot op een geheel getal op twintig):
1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore ( = gewogen gemiddelde van de deelscores)
2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar:
*8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt
*9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is