KHMechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Handel-Burotica 3

Docenten

• Rijmenams Marleen
• Jacobs Viviane
• Van Hecke Kristin

Onderwijsvorm

• Hoorcollege
• Oefensessie
• Groepswerk
• Zelfstudie

Begincompetentie

Handel-Burotica 3 Inhoudelijk expert:
Boekhouden: de eindcompetenties van handelseconomie en boekhouden uit Handel-Burotica 1.
Documentbehandeling: de eindcompetenties van documentbehandeling uit Handel-Burotica 1 en 2.

Handel-Burotica 3 Vakdidactiek: de eindcompetenties van vakdidactiek uit Handel-Burotica 2.

Eindcompetentie

* Handel-Burotica 3 Inhoudelijk expert

BOEKHOUDEN:
De leraar als inhoudelijk expert:
V 3.1. De student beheerst de basiskennis, volgt en bevraagt de recente evoluties i.v.m. inhouden en vaardigheden uit het vakgebied.
V 3.2. : De student wendt de verworven domeinspecifieke deskundigheid aan
V 3.3. : De student situeert en integreert het eigen vormingsaanbod in het geheel van
het onderwijsaanbod
De leraar als innovator :
V 5.1. : De student wendt vernieuwende elementen aan en hij kan ook vernieuwende elementen aanbrengen.
V 5.3. : De student bevraagt het eigen functioneren en stuurt bij.
De leraar als cultuurparticipant
V 10.1 : De student onderscheidt rond het sociaal- economische domein actuele thema’s en ontwikkelingen en benadert deze kritisch.
De leraar identificeert relevante informatie rond deze thema’s.
De student geeft blijk van volgende attitudes :
A1 (beslissingsvermogen),
A3 (kritische ingesteldheid),
A4 (leergierigheid),
A10 (taalgebruik en communicatie).

De student:
- berekent facturen en creditnota's;
- leert boekingen beredeneren en formuleert het waarom van de boekingen;
- registreert de handels- en eindejaarsverrichtingen volgens het systeem van dubbel
boekhouden;
- heeft inzicht in de bedrijfsadministratie van een handelsonderneming;
- is vertrouwd met de denkmethodes en de adminstratieve aspecten van het boekhouden;
- krijgt door middel van de jaarrekening inzicht in de financiële en in de economische
toestand van de onderneming;
- heeft inzicht in de centralisatiemethode;
- past de centralisatie- (en doorschrijf-) methode toe in het computerboekhouden.
- werkt met het didactisch boekhoudpakket BOB.
- raadpleegt de boekhouding als belangrijke beleidsinformatiebron.

DOCUMENTBEHANDELING:
3 De leraar als inhoudelijk expert (ijkniveau 1 en 2)
3.1 Vakinhouden die onderwezen worden beheersen en recente evoluties in verband met domeinspecifieke kennis en vaardigheden opvolgen
3.2 De verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden
5 De leraar als innovator - de laraar als onderzoeker
5.1 Vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen. De leraar volgt de recente evolutie van informatica en de recenste ontwikkelingen van de softwarepakketten
5.3 Het eigen functioneren bevragen en bijsturen


* Handel-Burotica 3 Vakdidactiek

FG 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen – eindcompetentie 2
1 De student kiest doelstellingen op basis van de leerplannen waarvoor hij onderwijsbevoegdheid zal
verwerven, bepaalt de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep en formuleert doelstellingen concreet
en operationeel. (V 1.2)
2 Op basis van de verworven vakdidactische inzichten realiseert de student didactische oefeningen binnen
verschillende vakken van zijn onderwijsbevoegdheid, gericht op: - het verwerven van functionele
vaardigheden - realistische leersituaties - actief leren. (V1.13) (cfr. werken op toepassingsniveau i.f.v.
beroepsbekwaming)
3 De student kan leerinhouden voor de vakken binnen zijn onderwijsbevoegdheid selecteren. Hij kan keuzes
maken uit een gegeven aanbod , rekening houdend met de criteria van de beginsituatie, de maatschappelijke
relevantie, de beschikbare tijd en relevantie. Hij kan de leerinhouden structureren en vertalen in
leeractiviteiten. (V 1.3 en 1.4)
4 De student kan individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen voor de vakken met
onderwijsbevoegdheid. (V 1.6)
5 Rekening houdend met de specificiteit van BSO-leerlingen en de pedagogisch didactische wenken vermeld in de
leerplannen, kiest de student een (aan)gepaste methodische aanpak. (V1.5)
6 Rekening houdend met de specificiteit van BSO-leerlingen en de pedagogisch didactische wenken vermeld in de
leerplannen, realiseert de leerkracht een krachtige leeromgeving (V1.7)
FG 2: De leraar als opvoeder – eindcompetentie 2
1 De student creëert tijdens de didactische oefeningen een positief leefklimaat in klasverband. (V2.1)
FG 3: De leraar als inhoudelijk expert – eindcompetentie 2
1 De student hanteert de correcte begrippen bij het uitwerken en voorbereiden van de didactische oefeningen.
(V3.2)
FG 4: De leraar als organisator – eindcompetentie 2
1 Tijdens de didactische oefeningen formuleert de student gepaste organisatorische instructies en bouwt
relevante controlemomenten in om een gestructureerd werkklimaat te bevorderen (V 4.1)
2 Bij de didactische oefeningen realiseert de student een lesvoorbereiding op de ter beschikking gestelde
lesvoorbereidingsformulieren en overeenkomstig de gekregen richtlijnen. (V 4.3)

Inhoud

* Handel-Burotica 3 Inhoudelijk expert bestaat uit 2 deelvakken: boekhouden en documentbehandeling

BOEKHOUDEN:
(vervolg dubbel boekhouden Handel-Burotica 1)
- De aan- en verkoopcyclus met hun uitgaven- en inkomstenstroom
- De personeelskosten en hun uitgavenstroom
- Uitgebreide studie van de activa
- Uitgebreide studie van de passiva
- Boekhoudkundige registratie op het einde van het boekjaar
- Beleidsinstrumenten: analyse van de jaarrekening
- De centralisatie- (en doorschrijf-)methode toepassen in de boekhouding op computer en belangrijke
beleidsinformatie raadplegen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het didactisch boekhoudpakket BOB.
Realistische (handels)documenten vormen de basis van de boekhouding.

DOCUMENTBEHANDELING:
Word 2007
Een degelijke kennis verwerven in de gevorderde functies van Word 2007

* Handel-Burotica 3 Vakdidactiek:
- De vakdidactisch, algemeen didactisch en communicatief relationele vaardigheden, verworven mede a.d.h.v. de
microteaching- en stageopdrachten in het eerste jaar, worden verder uitgediept en aangevuld met het oog op
het realiseren van didactisch kwaliteitsvolle lesprestaties in de drie stageperiodes.
- Samenvatting van de essenties van de leerinhouden vakdidactiek van semester 2:
- werken op toepassingsniveau
- relatie: concrete probleemstellende aanpak – zelfstandige denkactiviteiten
- Samenstelling van een didactisch verantwoorde oefeningenreeks
- Didactisch verantwoorde probleemstellende hantering van de praktijkreële concreetheid via:
- inbouwen van betrouwbare oriënteringsbasis
- standpuntsbepaling
- oriëntering naar waarneembare en niet waarneembare velden
- adequaat en correct taalgebruik en vraagstelling
- ontoelaatbare veralgemeningen
- categoriseren/structureren
- logische samenhang.
- Explicitering van de voorwaarden die gesteld worden aan het didactisch handelen van de kandidaat-leerkracht
tijdens de didactische oefeningen en tijdens de stagelessen; m.n. een didactische methode die gericht is op
de maximale inschakeling van de zelfstandige denkactiviteit van de leerlingen i.f.v. een specifieke,
functionele én algemene bekwaming.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Inhoudelijk expert

Cursussen

• Cursus

Handboeken

• Boekhouden met BOB 50 1
• Boekhouden voor het beleid
• MS Word 2007

Toledo (Digitale leeromgeving)

• Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Vakdidactiek

Cursussen

• Cursus

Toledo (Digitale leeromgeving)

• Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Berekening van scores voor opleidingsonderdelen die bestaan uit meerdere deelopleidingsonderdelen
Algemene regel: totaalscore = gewogen gemiddelde van de deelscores.

Uitzonderingsregel (in geval een zwaar tekort op één deelopleidingsonderdeel maakt dat het credit voor het volledige opleidingsonderdeel niet kan toegekend worden) (toe te passen op scores die werden afgerond tot op een geheel getal op twintig):
1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore ( = gewogen gemiddelde van de deelscores)
2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar:
*8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt
*9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is