KHMechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Economie 1

Docenten

• Rijmenams Marleen

Onderwijsvorm

• Hoorcollege
• Groepswerk
• Oefensessie
• Zelfstudie

Begincompetentie

Geen specifieke voorkennis vereist. Van de kandidaten wordt wel verwacht dat ze interesse hebben in het actueel sociaal-economisch gebeuren en dat ze beschikken over voldoende zelfdiscipline, alsook over het vermogen tot logisch redeneren.

Eindcompetentie

De leraar als inhoudelijk expert op het niveau 1/2:
V 3.1. De student beheerst de basiskennis, volgt en bevraagt de recente evoluties i.v.m. inhouden en
vaardigheden uit het vakgebied.
De leraar als cultuurparticipant op het niveau 1/2:
V 10.1 : De student onderscheidt rond het sociaal- economische domein actuele thema’s en ontwikkelingen en
benadert deze kritisch.
De leraar identificeert relevante informatie rond deze thema’s.
De student geeft blijk van volgende attitudes : A1 (beslissingsvermogen), A3 (kritische ingesteldheid),
A4 (leergierigheid), A10 (taalgebruik en communicatie).

Handelseconomie:
-> De student heeft inzicht in een ganse reeks regels die van toepassing zijn op de
Belgische handelaars.
-> De student kan de vele aspecten van handel uitleggen en hun onderling verband weergeven.
-> De student toont het belang aan van overheidsinstellingen en kredietinstellingen
ten dienste van de handelaar.

Algemene economie:
-> De student maakt zich een economisch begrippenapparaat (micro-economie) eigen om zo een globale kijk te
krijgen op het economisch aspect van onze samenleving. Een goede beheersing van deze begrippen is
primordiaal.
-> De student leert de sociaal-economische realiteit begrijpen.
-> De student begrijpt de economische wetmatigheden.
-> Hij denkt na over sociaal-economische verschijnselen.
-> De student leert de gegevens uit zijn leefwereld ordenen in logische en samenhangende verbanden.
-> De student plaats de leerstof binnen de economische realiteit (door voorbeelden te geven, door
vergelijkingen te maken,…)
-> De student is in staat om zelf een economische redenering op te bouwen aan de hand van oefeningen.

Boekhouden:
-> De student heeft inzicht in de basisbeginselen van het dubbel boekhouden.
-> Hij is vertrouwd met de denkmethodes en de administratieve aspecten van het boekhouden.
-> De student kan de boekingen beredeneren en hij kan het waarom van de boekingen formuleren.

Inhoud

Economie 1 bestaat uit 3 onderdelen: handelseconomie, algemene economie 1 en boekhouden.

HANDELSECONOMIE
Deel I
1. Inleiding: ontstaan van de onderneming, de bedrijfskolom, indeling van de bedrijven, berekening van de
waarde van de productie
2. De zelfstandige beroepen
3. Verplichtingen van de handelaar bij de oprichting van een onderneming
4. Verplichtingen bij de uitbating van een onderneming
5. Handelsovereenkomsten
6. Overheidssteun aan kleine ondernemingen
7. Instanties ten dienste van de handel
(8. Ondernemen is risico's nemen en beheersen)
9. Schaal van de onderneming
10. Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Deel II
1. De fasen van de koop
2. De kredietinstrumenten
3. De beleggingsmiddelen

ALGEMENE ECONOMIE
1. Inleidende begrippen
2. Het consumentengedrag
3. Het producentengedrag
4. Marktvormen en prijsvorming

BOEKHOUDEN
1. Het systeem van dubbel boekhouden: de grondbeginselen
(2. De aan- en verkoopcyclus met hun uitgaven- en inkomstenstroom: berekenen en boeken
van aan- en verkoopfacturen en van in- en uitgaande creditnota's)

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

• Cursus

Handboeken

• Boekhouden voor het beleid.
• Economie Vandaag 2009

Evaluatie

Voor beide examenkansen wordt het eindcijfer bepaald door het gewogen rekenkundig gemiddelde van de verschillende deelvakken.
Uitzonderingsregel (in geval een zwaar tekort op één of meerdere delen):
1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore
2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar:
* 8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt
* 9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is