Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs
Communicatieve vaardigheden 2
Docenten
- Kelly Niomi
- De Coninck Kristof
Onderwijsvorm
- Werkcollege
- Hoorcollege
- Oefensessie
- Zelfstudie
Begincompetentie
Eindcompetenties van Communicatieve Vaardigheden 1
Eindcompetentie
Functioneel geheel 1: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.11. De student oefent zijn mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid, hij bezit de theoretische basis en oefent de volgende taalcompetenties in een gesimuleerde én reële omgeving in:
o Vertellen en voorlezen
o Een presentatie/uiteenzetting voorbereiden en houden
o Schrijven en lezen
o Het aannemen van een natuurlijke, expressieve en enthousiaste houding t.o.v. het publiek
De student hanteert een correct Nederlands zowel mondeling als schriftelijk. Hij is zich bewust van de verwachtingen wat betreft het gebruik van het Standaardnederlands, kent zijn eigen werkpunten en weet hoe hij vooruitgang kan boeken. Dit toont hij aan in zijn portfolio.
De student beheerst de terminologie van de zinsontleding en kan foutieve zinnen en teksten corrigeren.
De student maakt verslagen waarbij hij rekening houdt met: juiste spelling, correcte grammatica, vlotte stijl en aangepast lay-out.
De student geeft een presentatie waarbij hij rekening houdt met: non-verbale aspecten, stemgebruik, taalgebruik, aangepast materiaal en opbouw.
De student heeft een specifieke ervaring opgedaan in enkele basisaspecten van communicatie: schrijven, spreken, luisteren, non-verbale taal en feedback.
De student kan volgende basisvaardigheden in communicatie adequaat toepassen in reële praktijksituaties en in het dagelijkse leven: schrijven, spreken, luisteren, non-verbale taal, feedback geven en ontvangen. Dit is terug te vinden in zijn portfolio.
Functioneel geheel 5: de leraar als innovator en onderzoeker
5.3 De student kan feedback geven aan medestudenten en ontvangen van medestudenten tijdens presentatieoefeningen. Langs deze feedback kan hij de communicatieve vaardigheden van medestudenten en ook zijn eigen communicatieve vaardigheden bespreekbaar maken. Dit alles is terug te vinden in zijn portfolio.
De student kijkt kritisch naar zijn eigen leerproces. Aan de hand van eigen praktijkervaringen en door gebruik te maken van de feedback van anderen, formuleert hij voor zichzelf nieuwe werkpunten en stuurt hij zijn eigen leertraject bij. Dit alles is te vinden in zijn portfolio.
Functioneel geheel 7: de leraar als lid van een schoolteam
7.5 De student kan in Standaardnederlands in interactie treden met alle leden van het schoolteam.
7.5.2 De student kan een korte, heldere uiteenzetting geven en daarbij flexibel gebruik maken van ondersteuning in schrift en beeld.
De student heeft een permanente aandacht voor de volgende attitudes:
o A1 beslissingsvermogen
o A2 relationele gerichtheid
o A3 kritische ingesteldheid
o A4 leergierigheid
o A5 organisatievermogen
o A6 zin voor samenwerking
o A7 verantwoordelijkheidszin
o A8 flexibiliteit
Inhoud
- Mondeling en schriftelijk taalgebruik, stemgebruik, lichaamstaal
- Samenvatten, analyseren en schrijven van teksten, verslagen en reflecties
- Theorie kennen en kunnen toepassen i.v.m. correct taalgebruik, zinsontleding, grammatica (o.a. de verwijzing, woordvolgorde, de samentrekking) en bepaalde taalkwesties zelf kunnen ontleden, verklaren en verbeteren
- Definiëren van communicatie, een nieuw communicatiemodel, motieven om te communiceren, luisteren en parafraseren, een verzoek doen, waarnemen en observeren, feedback geven en krijgen
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Cursussen
Evaluatie
Opmerking: Het eindresultaat is niet noodzakelijk een optelsom van de verschillende punten. Een zwaar tekort op het mondelinge deel kan bij voorbeeld leiden tot een vermindering van het eindcijfer, ook al is het schriftelijke examen ruim voldoende (en omgekeerd). Bij het mondelinge examen wordt rekening gehouden met zowel inhoud als presentatie (structuur van het antwoord, vlot en correct taalgebruik, uitspraak, expressiviteit en communicatieve vaardigheid).
Berekening totaalscore
Algemene regel: de totaalscore is het gewogen gemiddelde van de deelscores.
Uitzonderingsregel (in geval een zwaar tekort op één deelopleidingsonderdeel maakt dat het credit voor het volledige opleidingsonderdeel niet kan toegekend worden):
1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore ( = gewogen gemiddelde van de deelscores)
2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar:
*8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt
*9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Portfolio | 50% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Portfolio | 50% | | Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Opdrachten | 50% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 50% | |