Hoofdpagina | Avondopleiding - Bachelor in het officemanagement

Engels 1 algemene communicatie


Studiepunten6Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar1Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Haesaert Leen
  • Van Daele Karin
  • Ginckels Willem

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege
  • Oefensessie
  • Zelfstudie
  • Practicum
  • Werkcollege

Begincompetentie

Eindtermen Engels secundair onderwijs. Wie de eindtermen vreemde talen er wil op nalezen consulteert:
http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/secundair/3degraad/index.htm

Eindcompetentie

Engels 1 algemene communicatie


1. BEROEPSROL: INFORMATIEBEHEERDER

1.A. Als informatiebeheerder kan de jonge professional met de gepaste ICT-tools eventueel meertalige gegevens efficiënt verzamelen, verwerken tot in beroepscontext direct bruikbare informatie, die informatie beheren en doen doorstromen naar anderen.

1.1. De student begrijpt Engelse teksten over dagelijkse en maatschappelijke onderwerpen geschreven in een courante taal. Aan de hand van deeltaken en klassikale vragen, die meestal een éénduidige aanpak en oplossing vereisen, analyseert de student de teksten en interpreteert de student welke gegevens uit de tekst essentiëel zijn. De student structureert (mindmap, schema, …. ) en synthetiseert deze gegevens.

1.3. De student maakt zelfstandig een keuze uit een aanbod van teksten, begrijpt de teksten, haalt er de essentiële gegevens uit en verwerkt deze geselecteerde gegevens tot een mondelinge presentatie.

1.5. De student laat de verwerkte informatie doorstromen naar anderen en doet dit via eenvoudige presentatietechnieken (slide, powerpoint).


2. BEROEPSROL: COMMUNICATOR

2.A. Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven; die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig.

2.2. De student voert op een gepaste manier interne, formele en informele gesprekken in het Engels.

2.5. De student schrijft of vertaalt niet-technische, korte teksten.

2.11. De student communiceert informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan leken en bouwt hiervoor een eenvoudige maar zinvolle redenering op.




5. BEROEPSROL: KWALITEITSBEWAKER

5.A.Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen instaan voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.

5.3. De student evalueert zijn eigen functioneren kritisch en doet dit aan de hand van scoremogelijkheden bij klassikale oefeningen en studiepakketten. Hij stuurt zijn functioneren bij door het bijwonen van begeleidingsuren. Op basis van deze reflecties streeft hij ook naar een verdere (levenslange) ontwikkeling van zijn eigen competenties.

5.3. De student staat zelf in voor zijn de kwaliteitsontwikkeling van zijn Engelse taalvaardigheden door zelfstudie van woordenschat, zelfstandig inoefenen van grammaticale kwesties, door zelfstandig mondelinge oefeningen te maken.

5.3. De student gebruikt alle taalbronnen, (waaronder een verklarend woordenboek) die hem zijn aangereikt.

5.9. De student voert taken uit met aandacht voor alle deelelementen van de Engelse taal, hoe klein ook, gaande van uitspraak, woordbouw, zinsbouw en tekstbouw en streeft hierbij een hoge mate van correctheid en volledigheid na.


European level scale:
Luisteren B2
Lezen B2
Spreken B2
Schrijven B2

Opmerking:
- De context van deze module is de algemene maatschappelijke, sociale, culturele, economische of bedrijfskundige context van het latere beroep.
- De taken en opdrachten zijn voornamelijk routinematig en beperken zich tot een afgebakend terrein, met meestal een éénduidige oplossing. Soms wordt de taak aangeboden door de docent in deeltaken, soms als een geheel en wordt afgewerkt volgens een geleide planning in functie van opgelegde deadlines.
- Handelingen en vaardigheden: de bronnen worden grotendeels door de docent zelf aangereikt, de computerkennis die nodig is blijft beperkt tot elementaire pakketten, waarbij de digitale werkomgeving onder begeleiding wordt gestuurd.
Algemene competenties: de student controleert zijn eigen werk onder begeleiding, denkt en handelt in beperkte mate klantgericht onder begeleiding, reflecteert vooral op zichzelf als lerende en werkt met anderen samen onder begeleiding.

Inhoud

- Woordenboekgebruik en herhaling van spellingregels
- Grammatica : Tenses : herhaling van Present, Past, Future tenses +
Adjective & Adverb, Word order, Conditionals, Passive, Question Words, Inf v ing, Causatives, Reported speech, Modals
- Discussierondes voorbereid, gepresenteerd en gemodereerd door de
studenten
- Tekstanalyse (algemene teksten)
- Samenvattingen
- Diverse spreek- en luisteroefeningen


- Gebruik van fonetische symbolen om correcte uitspraak na te gaan/te
produceren
- Uitspraakoefeningen : vowels, diphthongs, consonants, word
stress

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Evaluatie

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Schriftelijk examen30%
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Mondeling examen50%
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Tussentijdse evaluatie20%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen met mondelinge voortzetting100%