KHMechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het bedrijfsmanagement

Stage & beroepsethiek

Docenten

• Vanesch Nadine
• Geussens Patrick

Onderwijsvorm

• Stage/praktijkoefening

Begincompetentie

Die competenties verworven hebben die de student in staat stellen op het einde van het academiejaar het bachelordiploma te halen.

Eindcompetentie

Informatiebeheerder:
Voor de eindcompetentie 1A:
1.1 De student schat de betrouwbaarheid van de te verwerken gegevens goed in.
1.3 De student voert een controle uit op de juistheid en volledigheid van de gegevens vooraleer hij deze verwerkt.
1.4 De student verwerkt zelfstandig de geselecteerde gegevens tot direct bruikbare informatie voor het administratief ondersteunen van het beleid.
1.5 De student analyseert de gegevens vooraleer hij ze structureert.
1.5 De student verwerkt de gegevens in een synthese.
1.5 De student maakt met behulp van gepaste software een presentatie en slides.
1.7 De student stelt formulieren/dossiers op en vult ze in De student volgt deze dossiers op.
1.8 De student beheert de verwerkte informatie zodat die door alle rechthebbenden snel en efficiënt kan teruggevonden en geraadpleegd worden.
1.8 De student heeft steeds voldoende aandacht voor de beveiliging van digitale informatie.
1.9 De student zorgt dat de verwerkte informatie doorstroomt naar anderen.

(meertalig) Communicator
Voor de eindcompetentie 2A:
2.1 De student kan op aangepaste wijze communiceren in zowel een face-to-face gesprek als aan de telefoon.
2.2 De student ondersteunt op een gepaste manier de interne en externe communicatie, zowel schriftelijk als mondeling, formeel en informeel.
2.3 De student communiceert mondeling en schriftelijk op een efficiënte en genuanceerde manier.
2.4 De student stelt grafisch ondersteunde presentaties op.
2.5 De student bouwt een relatie op met medewerkers en externe partners.
2.6 De student stelt correcte rapporten, memo's en brieven op.

Kwaliteitsbewaker:
Voor de eindcompetenties 5A en 5B
5.1 De student stuurt de effectiviteit en de efficiëntie van zijn planning bij, controleert, sturrt bij en komt op deze manier opnieuw tot nieuwe inzichten.
5.2 De student bouwt een kwaliteitsvolle redenering op, waarbij hij rekening houdt met beroepsspecifieke inzichten en bevindingen en gewoonten.
5.3 De student evalueert het eigen functioneren kritisch en stuurt desgevallend bij. Op basis van deze reflectie streeft hij naar een verdere ontwikkeling van de eigen competenties.
5.5 De student lost concrete beroepsspecifieke problemen op met zin voor creativiteit en flexibiliteit.
5.6 - 5.7 De student schat in wanneer een beroep moet gedaan worden op externe deskundigheid om de gewenste kwaliteit te behalen.
5.8 De student vat zelfstandig een taak aan, werkt deze af, rapporteert over het proces en de resultaten en is steeds in staat om zijn eigen aanpak te verantwoorden.
5.9 De student voert opdrachten steeds uit met aandacht voor alle deelelementen, hoe klein ook, zodat hij een hoge mate van correctheid en volledigheid bereikt.
5.10 De student staat kritisch tegenover de informatie waarmee hij wordt geconfronteerd, tegenover de analyses die hij hiervan maakt, de aanbevelingen die hij oop deze analyses baseert, tegenover zichzelf en zijn houding tegenover derden.
5.11 De student schat goed in welke informatie aan wie doorgegeven kan worden.
5.12 De student heeft steeds een constructieve inbreng in het team, met respect voor de inbreng van anderen.
5.13 De student geeft invulling aan de notie integriteit als professionele verantwoordelijkheid.

Inhoud

1. Praktijkervaring.
De student doet gedurende acht weken praktijkervaring op in een professionele omgeving. Het takenpakket komt tot stand in samenspraak met de student, het stagebedrijf en de opleiding/afstudeerrichting.
2. Leerervaring.
De student staat stil bij de eigen manier van leren en de eigen manier van omgaan met ervaringen.
3. De student selecteert een stageplaats met behulp van de opdrachtentabel en legt zijn keuze ter goedkeuring voor aan de stagedocent.
4. De student komt op de vooraf bepaalde terugkomdag terug naar de hogeschool. Op de terugkomdag worden zowel individuele als groepssessies georganiseerd in het kader van reflectief en levenslang leren.
5. Tijdens de stage bezorgt de student volgens de voorgeschreven procedures de formulieren en documenten aan de stagedocent. Al de formulieren samen vormen het portfolio van de student.
6. De student woont de informatiemomenten over de praktische organisatie van de stage en de toelichting bij het samenstellen van het portfolio bij.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Toledo (Digitale leeromgeving)

• Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

De examenkans in de derde examenperiode kan pas opgenomen worden als ook de examenkans in de tweede examenperiode opgenomen werd.