Hoofdpagina | Bachelor in het bedrijfsmanagement
Religie, zingeving & levensbeschouwing
3 | Ja |
2 | Enkel met het oog op behalen credits |
Docenten
- Geussens Patrick
- De Cauwer Steven
- Celis Kerstien
Onderwijsvorm
- Groepswerk
- Hoorcollege
- Oefensessie
- Zelfstudie
Begincompetentie
Eindtermen Secundair onderwijs: levensbeschouwelijke vakken
Eindcompetentie
5. BEROEPSROL: KWALITEITSBEWAKER
5.A. Als kwaliteitsbewaker staat de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen in voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering. 5.B. Als kwaliteitsbewaker levert de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen een bijdrage tot het verbeteren van de kwaliteit van zijn beroepsomgeving.
Dit betekent voor de rol van kwaliteitsbewaker: 5.13 De jonge professional onderkent ethische, deontologische en maatschappelijke vragen in zijn beroepscontext en neemt hierbij een beredeneerd standpunt in. 5.2 De jonge professional bouwt een kwaliteitsvolle redenering, waarbij hij rekening houdt met beroepsspecifieke inzichten, ervaringen, bevindingen en gewoonten. 5.11 De jonge professional kan een bijdrage leveren tot de kwaliteit van relaties met alle stakeholders van zijn beroepsomgeving doordat hij zich gemakkelijk kan inleven in de anderen en van daaruit klantgericht kan denken en handelen. Hij kan goed inschatten welke informatie aan wie kan doorgegeven worden.
Dit betekent:
5.13. De student is bekend met een aantal basisbegrippen uit de ethiek en met een methode om morele dilemma’s en vraagstukken systematisch te analyseren.
5.13. De student kan waarden en normen van zichzelf en van anderen herkennen en respecteren
5.13. De student kan onderscheid maken tussen feiten, vermoedens en meningen.
5.13. De student kan denken in verschillende tijdschalen: hij kan een onderscheid maken tussen korte en lange termijn aanpak.
5.13 De student is in staat om in zijn beslissingsproces naast efficiëntie en effectiviteit, ethische criteria mee te wegen
5.13 De student is in staat om zijn beslissingen op een gestructureerde wijze op te bouwen.
5.13. De student is op de hoogte van de belangrijkste hedendaagse stromingen binnen de ethiek.
5.13. De student is in staat een aantal concrete gevallenstudies met een ethisch bril te ‘lezen’
5.2. De student kan zijn eigen handelen kritisch evalueren.
5.2. De student is in staat zijn keuze op een onderbouwde wijze te verantwoorden.
5.2. De studenten benoemt en analyseert integriteitvraagstukken en kan er met anderen over communiceren.
5.11. De student verwoordt en verantwoordt zijn eigen ethisch referentiekader.
5.11. De student is in staat een stakeholdersanalyse te maken.
5.11. De student is moreel competent
Inhoud
Zowel in ons professioneel als in ons privé-leven worden we geregeld geconfronteerd met moeilijke, ethische keuzes. De cursus traint de vaardigheid om met dergelijke keuzes om te gaan. We leren de ethische dimensie in ons beroep te herkennen, een ethisch dilemma te analyseren en onze uiteindelijke beslissing te verantwoorden. Hiervoor reikt de cursus de nodige denkgereedschappen aan. We plaatsen deze morele competentie in ons levensbeschouwelijk referentiekader.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Handboeken
- Praktische ethiek. Van dilemma naar standpunt
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | | 100% | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Opdrachten | | 100% |