KHMechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Elektriciteit 4

Docenten

• De Landtsheer Erik
• Op De Beeck Jan
• Dons Rafael
• De Landtsheer Erik
• Op De Beeck Jan
• Herbots Herman

Onderwijsvorm

• Groepswerk
• Hoorcollege
• Hoorcollege
• Hoorcollege
• Oefensessie
• Practicum
• Werkcollege

Begincompetentie

Eindtermen secundair onderwijs en competenties van elektriciteit 1, 2 en 3 met betrekking tot de geziene leerstof.

Eindcompetentie

niv 3 lln formuleren de doelstellingen voor de lessen die ze tijdens de stage geven
1.2 bis sem 2 – niv 1 studenten weten hoe doelstellingen te formuleren
niv 3 doelstellingen worden correct geformuleerd op de voorbereiding van hun stage
niv 1 student weet welke leerinhouden van welk leerplan hij kan selecteren en welke criteria hij hanteert
niv 3 mentor en student bepalen de leerinhouden

Als begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen moet een student:
- v1.1 de beginsituatie van de leerlingen achterhalen
- v1.2 doelstellingen kiezen en formuleren
- v1.3 de leerinhouden kunnen selecteren.
- v1.4 de leerinhouden kunnen structureren en vertalen in opdrachten.
- v1.5 een aangepaste methodische aanpak en groeperingvormen bepalen
- v1.7 een adequate leeromgeving kunnen realiseren.
- v1.8 Observatie/evaluatie kunnen voorbereiden.
- v1.9 Observeren/proces en produkt kunnen evalueren.

Als opvoeder moet een student:
- v2.3 door attitudevorming de leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie kunnen voorbereiden.
- v2.6 het fysiek welzijn van de leerlingen kunnen bevorderen?
- v2.7 adequaat kunnen omgaan met meerderjarige leerlingen.

Als inhoudelijk expert moet een student:
- v3.1 basiskennis beheersen en recente evoluties i.v.m. domeinspecifieke kennis en vaardigheden kunnen opvolgen.

Als organisator moet een student:
- v4.1 een gestructureerd werkklimaat kunnen bevorderen.
- v4.2 een soepel en efficiënt les-en dagverloop kunnen creëren.
- v4.4 een stimulerende, veilige en werkbare klasruimte kunnen creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen.

Als innovator en onderzoeker moet een student:
- v5.1 vernieuwende elementen kunnen aanwenden en aanbrengen.
- v5.2 kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek rond de eigen praktijk.
- v5.3 het eigen functioneren bevragen en bijsturen

Als partner van de ouders/verzorgers moet een student:
- v6.1 zich op de hoogte stellen van en discreet omgaan met gegevens over de leerling.
- v6.2 aan de ouders/verzorgers informatie kunnen verschaffen over hun kind in de school.
- v6.3 in overleg met het team de ouders/verzorgers kunnen informeren over het klas- en schoolgebeuren.
- v6.4 met de ouders in dialoog kunnen treden over opvoeding en onderwijs.

Als lid van een schoolteam moet een student:
- v7.1 participeren aan samenwerkingsstructuren.
- v7.2 binnen het team over een taakverdeling kunnen overleggen en deze naleven.

Inhoud

INHOUDELIJK EXPERT:
Theorie
• Keten met weerstand en spoel in serie
• Keten met twee of meer spoelen in serie
• Keten met weerstand en condensator in serie
• Keten met gelijkstroomweerstand, spoel en condensator in serie
• Keten met spoel en condensator in serie
• Serieschakeling bij praktische toepassingen
• Keten met gelijkstroomweerstand en spoel in parallel
• Keten met gelijkstroomweerstand en condensator in parallel
• Keten met gelijkstroomweerstand, spoel en condensator in parallel
• Keten met spoel en condensator in parallel
• Keten met gelijkstroomweerstand en spoel in parallel
• Parallelschakeling bij praktische toepassingen
• Spoel met gelijkstroomweerstand in parallel met condensator
• Spoel met gelijkstroomweerstand in parallel met condensator met gelijkstroomweerstand in serie

Praktijk:
- TL- schakelingen : TL met starter
TL met startloze ontsteking
TL duoschakeling
TL tandemschakeling
- Hallogeenverlichting
- Belschakelingen met eenfazige veiligheidstransformator
- Telefonie en signalisatie : bureel en parlefoonschakeling
- Maken van cursus en didactisch mateiaal
- Onderhoud en herstellen van materiaal in het werkhuis
- Een volledige huisinstallatie leggen en tekennen
- Een volledige bouw opvolgen (vanaf de aarding tot de keuring)

Tekenen:
1. Relaisschakelingen
- Opbouw van een relaisschakeling
- Aansluitnummer van relaisspoelen en contacten
- Relais bediend door bistabiele schakelaars
- Volgorde schakelingen
- In- en uitschakelingen (start-stopschakelingen)
- Na elkaar inschakelen (Volgordeschakeling)
- Tijdrelais
- Debietschakelaar
- Omschakelingen
- Hoofdkring
- Bedieningskring.

2. Logische schakelingen
- Grondfuncties van logische schakelingen
- Geheugencomponent
- Schakelingen met logische componenten


VAKDIDACTIEK:
De bovenstaande items worden vakdidactisch uitgewerkt met aandacht voor:
- Leerplan Elektrotechnieken en Elektrische Installaties
- Eindtermen hoe integreren?
- Handboeken
- Lesvoorbereiding maken
- Lesgeven aan leerlingen TSO of BSO
- Een project uitwerken in groep
- Reflecteren en evalueren van lesvoorbereidingen en lessen

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Inhoudelijk expert

Cursussen

• Cursus

Handboeken

• Project huisinstallatie Naslagwerk
• Serie Elektrotechniek - Elektriciteit deel 1
• Serie Elektrotechniek - Elektriciteit deel 2
• Serie Elektrotechniek - Elektrotechnisch tekenen schema's lezen deel 1

Evaluatie

Tweede examenkans, tweede examenperiode(augustus) : Elektriciteit 4 Praktijk : de punten van de permantente evaluatie blijven behouden.

Berekening van scores voor opleidingsonderdelen die bestaan uit meerdere deelopleidingsonderdelen
Algemene regel: totaalscore = gewogen gemiddelde van de deelscores. Uitzonderingsregel (in geval een zwaar tekort op één deelopleidingsonderdeel maakt dat het credit voor het volledige opleidingsonderdeel niet kan toegekend worden) (toe te passen op scores die werden afgerond tot op een geheel getal op twintig):
1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore ( = gewogen gemiddelde van de deelscores)
2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar:
*8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt
*9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is