KHMechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in de verpleegkunde

Stages afstudeerrichting kinderverpleegkunde

Docenten

• Vandecandelaere Katrien

Onderwijsvorm

• Stage/praktijkoefening

Begincompetentie

Stages algemene verpleegkunde eerste en tweede jaar.

Eindcompetentie

De verpleegkundige als PERSOON handelt naar beroepsspecifieke attitudes
De student
- respecteert waarden en normen van de cliënt
- is empatisch
- toont verantwoordelijkheidszin
- is kritisch ingesteld
- houdt rekening met feedback
- neemt initiatief
- blijft adequaat functioneren in stressvolle situaties
- communiceert gepast

De verpleegkundige als KLINISCH BEOORDELAAR EN ZORGVERLENER verleent professioneel verpleegkundige zorg op maat
De student
- benadert de cliënt vanuit een holistische mensvisie
- handelt vanuit theoretische kennis
- verzamelt relevante gegevens
- bepaalt verpleegproblemen
- voert verpleegkundige zorgen verantwoord uit (basisprincipes)
- past procedures en protocollen toe
- voert verpleegkundige zorgen vlot en handig uit
- evalueert de kwaliteit van de verleende zorg
- rapporteert relevant en beknopt, zowel mondeling als schriftelijk
en dit in gepaste terminologie
- geeft gepaste informatie door aan de cliënt en zijn omgeving

De verpleegkundige als ORGANISATOR EN COÖRDINATOR organiseert en coördineert de diverse aspecten van de zorg
De student
- stelt de juiste prioriteiten in de organisatie van het werk
- voert ondersteunende, administratieve en logistieke taken correct uit

De verpleegkundige als LID VAN HET TEAM werkt intra- en interprofessioneel samen om de visie en de doelen van de zorg te realiseren
De student
- werkt constructief samen binnen het team
- begeleidt medestudenten
- neemt actief deel aan overlegmomenten

De verpleegkundige als LID VAN DE SAMENLEVING vervult een rol in de samenleving in functie van gezondheid en welzijn
De student
- staat open voor diversiteit
- draagt een positief beeld uit van het verpleegkundig beroep

Inhoud

In de loop van het derde jaar benadert de student het niveau van de afgestudeerde:
- De student is bekwaam om verpleegkundige activiteiten zelfstandig uit te voeren.
- Hij beheerst deze geheel en past deze ook aan in functie van een situationele context.
- Dit sluit niet uit dat de student nog regelmatig advies en toezicht nodig heeft bij de inschatting van het probleem en bij de selectie van de gewenste verpleeginterventies.
- Vroegere ervaringen worden hierbij geïntegreerd, maar deze integratie is nog niet volledig.
- De student kan in elk geval methodisch plannen en handelen.
- Vertrekkend van anamnese en verpleegkundige diagnose kan hij doelgericht handelen.
- De student beheerst dus veel voorkomende situaties in zijn denken en handelen, maar hij schiet nog tekort in snelheid van uitvoering en flexibiliteit.

De studenten volgen een specifiek traject (gehandicaptenzorg, en 3 pediatrische afdelingen binnen het ziekenhuis, waarvan één gespecialiseerde pediatrische dienst).

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Evaluatie

Permanente evaluatie:
Tussentijdse – en eindevaluatie
Stageverslag

Het functioneren op stage wordt permanent geëvalueerd. Je neemt na de stageperiode kennis van de (beschrijvende) evaluatie en kan er eventueel eigen bemerkingen aan toevoegen. Op het einde van het academiejaar wordt de beoordeling voor dit opleidingsonderdeel uitgedrukt in een cijfer. Dit gebeurt in overleg door de groep stagebegeleiders, rekening houdend met de evolutie tijdens het jaar.

Zoals de examenpunten worden ook de stagepunten aan de examencommissie voorgelegd. Enkel deze commissie kan een definitieve beslissing nemen.

Eindbeoordeling:
80% stage-praktijk
20% stage-verslag

De student moet op beide onderdelen (stage-praktijk/stageverslaggeving) minimum 10/20 hebben om geslaagd te zijn.

Volgtijdelijkheid voor stages algemene verpleegkunde 1 en 2

Tweede examenkans geldt enkel voor stage-verslaggeving!

Op dit opleidingsonderdeel zijn de tolerantieregels niet van toepassing.