KHMechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het toerisme en het recreatiemanagement

Practicum 2: Onthaal-, mice- en logiessector

Docenten

• Hoegaerts Maria
• Schepers Edmond
• Van de Poel Curt

Onderwijsvorm

• Practicum

Begincompetentie

Eindcompetenties van. "Recreatie en Vrije tijd" van 1TRM
Eindcompetenties van. "Recreatieleer" van 2TRM
Eindcompetenties van. "Practicum Receptief Toerisme en recreatie" van 2TRM

Eindcompetentie

2.5:De student kan een beleidsdocument schrijven waarin inhoudelijke, financiële en commerciële analyses zijn verwerkt. Hij kent de verschillende onderdelen van een ondernemingsplan en hij kan dit naar een specifieke context schrijven en communiceren.
2.6:De student kan beroepsspecifieke informatie, ideeën, problemen en oplossingen communiceren zowel aan collega's als aan potentiële klanten (indien van toepassing).

3.A:Als organisator/coördinator kan de jonge professional volgens de basisregels van projectmanagement elke nieuwe beroepsspecifieke opdracht analyseren en planmatig aanpakken en oplossen.

5.4:De student kan nieuwe ontwikkelingen in het werkveld volgen, zich eigen maken, en op basis daarvan innoverende voorstellen doen. Hij kan markttrends interpreteren en naar nieuwe productconcepten vertalen.

Inhoud

In het brede kader van het (inkomende en binnenlandse) toerisme is het MICE-segment niet onaanzienlijk. Niet alleen omwille van de grote macro-economische impact op een bestemming maar ook wegens de raakvlakken met de logiessector enerzijds en met het "toeristisch" onthaal anderzijds. Zowel logiesaccommodaties als onthaalkantoren voor Toerisme spelen een essentiële rol in de bemiddeling en de realisatie van MICE activiteiten
Het is de bedoeling om de studenten te overtuigen dat er, voor de MICE-sector, eigen specifieke “wetten” gelden in vergelijking met het vrijetijdstoerisme.
Omdat er bij een globale introductie van de MICE-industrie in het tweede jaar reeds
aandacht werd besteed aan meetings en congressen, wordt in het vervolgtraject van het derde jaar geopteerd voor een nadere kijk op het incentive travel gebeuren en op het fenomeen meetcentives.
Het is immers belangrijk dat studenten meekrijgen dat er, naast de “rationele” meetings
ook een subsector van de MICE-industrie bestaat die eerder gebaseerd is op het creatieve, zelfs op het “emotionele”.

De (deel)module is samengesteld uit :

- een uitgebreide introductie over het specifiek karakter van incentive-reizen en van
meetcentives waarbij de nadruk wordt gelegd op 2 essentiele eigenschappen, zijnde :
*de incentive-campagne die de incentive-reis voorafgaat
*het unieke ( inhoudelijk ) en creatieve van het programma
Uiteraard wordt dit toegelicht aan de hand van vele praktijkvoorbeelden.

- een gastcollege door een MICE-organisator die dagdagelijks in de incentive- en
corporate-wereld staat en zowel met klanten als met aanbieders te maken heeft.
Speciale aandacht wordt besteed aan de immens vlug veranderende vraag en hoe de aanbieders daarop efficiënt en klantvriendelijk moeten inspelen.

- een case waarbij de studenten een fictieve (maar wel erg reële) opdracht krijgen om
een MEETCENTIVE-programma uit te werken nav een fusie tussen 2 banken en dit
in een Vlaamse stad. Uiteraard is ook de presentatie van het programma (met budget)
een heel belangrijk onderdeel van de oefening omdat het overtuigend brengen van een
voorstel voor een kritische jury / klant de beste voorbereiding is op de latere werkwereld van de studenten. De studenten krijgen een periode van ruim 2 maanden om deze case uit te werken en kunnen gaande weg beroep doen, tijdens dit traject, op de docent die de case opstelde.

Parallel hiermee worden de studenten ook vertrouwd gemaakt met de geïntegreerde reservatiesystemen zoals die gebruikt worden door de logiessectoren en de IN/UIT winkels van Toerisme Vlaanderen. Ook de werking van de produktdatabank van Toerisme Vlaanderen wordt geïnitieerd.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Uitrustings- en werkmateriaal

• Praktijkmateriaal

Evaluatie

Er is slechts een examenkans. Het eindcijfer is een samengesteld cijfer op basis van individuele en groepsopdrachten voor 70% (140/200) en van het portfolio voor 30 % (60/200). De wijze van evalueren staat ter beschikking van de studenten op het leerplatform.

Gezien de specificiteit van de werkvormen en het actuele gehalte van de informatie en de opdrachten is een tweede examenkans uitgesloten.