Begincompetentie
De eindcompetenties van het opleidingsonderdeel Televisietechnieken 1 en journalistiek portfolio 2 (volgens het modeltraject geprogrammeerd in het tweede jaar).
Eindcompetentie
1.11. gericht informatie kan registreren in tekst, beeld en geluid.
1.12. bij de informatieregistratie de mogelijkheden van het medium goed kan inschatten en gebruiken.
2A - De young professional kan via de geijkte kanalen een boodschap conceptueel, redactioneel en visueel communiceren, aangepast aan het medium en de specifieke doelgroep (uit diverse geledingen van de maatschappij).
2.1. ordeningen vormtechnisch zichtbaar kan maken en hierbij rekening kan houden met huisstijlregels.
2.6. zichzelf en zijn ideeën kan presenteren bij collega’s en opdrachtgevers.
5.10. in een (multicultureel, multidisciplinair) team of redactieverband een constructieve inbreng kan hebben met respect voor de inbreng van de anderen.
2.10. contact kan creëren en kan luisteren.
2C - De young professional kan doelgericht communiceren met contactpersonen uit diverse geledingen van de maatschappij. Hij/zij heeft voldoende empathie en diplomatie om op een professionele manier om te gaan met de contactpersonen en kan zich in voorkomen, optreden en taalgebruik aanpassen aan de omstandigheden en doelgroepen.
5.13. de impact die de informatie heeft op zijn doelgroep en het verloop van het maatschappelijk debat kan inschatten.
3B - De young professional kan zijn werk in tijd plannen, prioriteiten stellen, deadlines halen, ook als hij onder (zware) stress staat.
3.1. afspraken en deadlines kan naleven.
3.4. journalistiek werk kan plannen.
5A - De young professsional kan bij de uitvoering van de verschillende beroepsrollen instaan voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.
5.5. een breed gamma aan concrete beroepsspecifieke problemen met creativiteit en flexibiliteit kan oplossen.
5.6. goed kan inschatten in hoeverre hij de werkuitvoering volledig zelfstandig kan en mag afhandelen, hoeveel initiatief hij zelf kan en mag nemen en ook de impact van zijn initiatief goed kan inschatten.
5.3. het eigen functioneren kritisch kan evalueren en eventueel bijsturen. Op basis van deze reflectie streeft hij ook naar een verdere (levenslange) ontwikkeling van de eigen competenties.
5.9. de ten behoeve van zijn product gemaakte keuzes ten aanzien van bronnen, aanpak en uitvoering kan toelichten en verantwoorden.
5.12. zijn product en journalistiek handelen op basis van ethische maatstaven kan verantwoorden.
5B - De young professional kan bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen een bijdrage leveren tot het verbeteren van de kwaliteit van zijn beroepsomgeving.
5.4. nieuwe ontwikkelingen in het werkveld kan volgen, zich eigen maken, en op basis daarvan innoverende voorstellen kan doen.
Inhoud
1 Beeldtaal(inleiding, standpunten, optische as, kadrages, soorten shots, perspectieven, bewegingen, overgangen in de camera). 2 Compositie(inleiding, functie van compositie, compositie elementen, voorbeelden). 3 Licht(inleiding, element van de beeldtaal, belichting, driepunts-belichting, kleurtemperatuur, filters, lichteffecten, licht-plannen). 4 Regie voor (preproductie, productie, postproductie) 5 Camera voor(camcorder, videoformaten, cameratypes, lenzen, scherpstelling, diafragma, scherptediepte, viewfinder, externe monitor, camera instellingen, statieven). 6 Audio(inleiding, geluidsregistratie, richtingsgevoeligheid, microfoontypes, geluid afregelen). 7 Montage(functie van montage, montagesystemen, beeldovergangen, matchen, montageregels, montageregels, montage theorieën, monteren en geluid, grafiek, time code, the edit, manier van overgang, basisregels, compressie). 8 Oefeningen
Evaluatie
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Mondeling examen | | 75% | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Opdrachten | | 25% | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Mondeling examen | | 75% | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | | 25% |