Hoofdpagina | Bachelor in de journalistiek

Spaans 1


Studiepunten3Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar1Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Rouneau Inge
  • Legrand Ann

Onderwijsvorm

  • Oefensessie
  • Hoorcollege

Begincompetentie

De vierde taal wordt van nul opgestart. Er is geen specifieke voorkennis Spaans vereist, tenzij de algemene grammatica-inzichten uit andere taalvakken en vorige jaren.





Eindcompetentie

De eindcompetenties worden binnen het Europese taalniveau A1 gesitueerd.

5.3
De student streeft naar een gestadige verbetering van zijn mondeling en schriftelijk taalgebruik. Daarbij werkt hij systematisch aan woordenschatuitbreiding, taalstructuren, uitspraak en spelling. (zie ook inhoud)

3.1.
De student is tijdens de lessen regelmatig aanwezig en neemt er actief deel aan.




































Inhoud

Meest voorkomende structuren in eenvoudige gesprekken en teksten over alledaagse onderwerpen.(zie ook inhoudstafel handboek: Aula Internacional 1, unidades 1-6 (o.v.))

Unidad 1:
persoonlijke gegevens meedelen en ernaar vragen
groeten en afscheid nemen
leren hoe naar de betekenis van bepaalde woorden te vragen
het geslacht
de drie vervoegingen: -ar, -er, -ir
de werkwoorden: ser, tener, llamarse
de getallen van 1 tot 100
het alfabet
de nationaliteiten
de beroepen

Unidad 2:
een intentie uitdrukken
interesse uitdrukken voor iets
uitleggen waarom men iets doet
de indicatief presens (van werkwoorden op -ar, -er en -ir)
bepaalde gebruiken van a, con, de, por en para
het bepaald lidwoord
de persoonlijke voornaamwoorden (onderwerp)

Unidad 3:
plaatsen en landen beschrijven
het bestaan van iets uitdrukken
vertellen waar iets gelegen is
spreken over het klimaat
bepaalde gebruiken van hay
het werkwoord estar
de superlatief
het onbepaald lidwoord
woorden die een hoeveelheid uitdrukken
vraagwoorden

Unidad 4:
objecten identificeren
een noodzaak uitdrukken
gaan winkelen: vragen naar producten/ naar de prijs,...
praten over voorkeuren
de aanwijzende voornaamwoorden
el/ la/ los/ las + bijvoeglijk naamwoord
qué + zelfstandig naamwoord/cuál/cuáles
tener que + infinitief
het werkwoord ir
de getallen vanaf 100
de kleuren
de kledingstukken
objecten uit het dagelijks leven

Unidad 5:
uiterlijk en karakter beschrijven
spreken over smaken en interesses
het werkwoord 'gustar'
spreken over (familie)relaties
de bezittelijke adjectieven

Unidad 6:
spreken over gewoontes
frequentie uitdrukken
de indicatief presens van een aantal onregelmatige werkwoorden
de wederkerende werkwoorden
het uur
de dagen van de week
de dagindeling

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Handboeken

  • Aula Internacional 1 Tekstboek + Audio Cd

Evaluatie

Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Schriftelijk examen70%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen30%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen70%
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Tussentijdse evaluatie30%