Hoofdpagina | Bachelor in het communicatiemanagement

Nederlands schrijf- en presentatietechnieken 2


Studiepunten3Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar2Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Missoul Lutgarde
  • Van den Eijnden Geert

Onderwijsvorm

  • Groepswerk
  • Hoorcollege
  • Oefensessie
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Eindcompetenties Nederlands schrijf- en presentatietechnieken 1 – Algemene competenties

Eindcompetentie

Eindcompetenties 1, 2 & 5

Informatiebeheerder:
Voor eindcompetentie 1A

1.1 De student verzamelt efficiënt de voor een opdracht vereiste gegevens uit bronnen die hij zelf heeft geselecteerd.
1.1 Hij schat daarbij de relevantie en de betrouwbaarheid van de informatie goed in.
1.4. Hij verwerkt de gegevens zelfstandig. Hij analyseert, structureert en synthetiseert de verzamelde informatie en presenteert die in een verslag, samenvatting, memorapport of PowerPointpresentatie met hand-out.
1.4 Hij verwijst op een correcte manier naar de bronnen.
1.6 Hij laat de verwerkte informatie doorstromen naar anderen, ontdekt lacunes in de informatie en zoekt naar oplossingen daarvoor.


Communicator
Voor eindcompetentie 2A

2A De student bedenkt een concept en schrijft in het Nederlands wervende en creatieve teksten die afgestemd zijn op het doel, de doelgroep en het medium. Hij gebruikt daarvoor gepaste overtuigings- en stijltechnieken.
2A Hij geeft op een boeiende en overtuigende manier een PowerPointpresentatie die afgestemd is op doel en doelgroep.
2A Hij schrijft een persbericht dat qua opbouw, vormgeving en taalgebruik voldoet aan de criteria voor een goed persbericht en afgestemd is op de doelgroep.
2.3 Hij analyseert kritisch een briefing, vraagt om verduidelijking en stelt een debriefing op.
2.4 Hij leidt op een gepaste manier een interview of enquête in, voert het gesprek en sluit het af. Hij voert informele en formele gesprekken.
2.5 Hij past zich in voorkomen, optreden en taalgebruik aan aan de omstandigheden en doelgroepen waar hij mee omgaat.
2.6 Hij maakt een onderwerpsverslag met besluiten- en actielijst van een werksessie en schrijft op een overzichtelijke manier memorapporten.
2.7 Hij neemt constructief deel aan brainstormsessies en werksessies.
2.9 Hij werkt samen met andere teamleden om opdrachten professioneel uit te voeren.
2.12 Hij communiceert naar aanleiding van de campagne beroepsspecifieke informatie, ideeën, problemen en oplossingen zowel aan specialisten als aan leken.
2.13 Hij verwelkomt een spreker, leidt hem in en sluit de spreekbeurt af. Hij stelt de opdrachtgever van de campagne voor.


Kwaliteitsbewaker
Voor eindcompetentie 5A

5.1. De student past de kwaliteitszorg integraal toe: hij stuurt de effectiviteit en de efficiëntie van zijn plannen, controleert ze, stuurt ze bij en komt zelf tot nieuwe inzichten en procedures (PDCA). Hij controleert daarbij voortdurend input (gegevens bij start), throughput (proces) en output (resultaten).
5.3 Hij evalueert het eigen functioneren kritisch en stuurt dat eventueel bij. Op basis van deze reflectie streeft hij naar een verdere ontwikkeling van de eigen competenties.
5.5. Hij lost concrete beroepsspecifieke problemen op met creativiteit en flexibiliteit. Hij schat in wanneer hij het best een beroep doet op begeleiding en ondersteuning om de gewenste kwaliteit te halen.
5.6 Hij vat een taak gedeeltelijk zelfstandig aan, schat in wanneer hij het best een beroep doet op begeleiding en ondersteuning om de gewenste kwaliteit te halen.
5.7 Hij rapporteert voor een taak zelfstandig over het proces en de resultaten. Hij verantwoordt de aanpak, het concept en de realisatie van zowel schriftelijke als mondelinge taken op een zakelijke, duidelijke en aantrekkelijke manier.
5.8.Hij voert de taken uit met aandacht voor correctheid en volledigheid. Hij kijkt alle taken grondig na wat spelling, taal en stijl betreft en gebruikt daarvoor de nodige hulpmiddelen. Hij spreekt verzorgd Nederlands als de situatie erom vraagt.

Inhoud

De inhoud van Nederlands schrijf- en presentatietechnieken 2 bouwt verder op Nederlands schrijf- en presentatietechnieken 1 en bestaat eveneens uit toepassingen en opdrachten.
Verschillende opdrachten staan in het teken van de campagne, die een uitstekende gelegenheid biedt om de opdrachten zo reëel mogelijk te maken:
de studenten schrijven een wervend tekstje voor een prentbriefkaart waarmee ze hun campagnebureau willen bekendmaken.
ze rapporteren in een vorderingsrapport over de voortgang van de campagne.
ze schrijven een persbericht naar aanleiding van de campagne.
ze analyseren kritisch de briefing van de opdrachtgever van de campagne en maken een debriefing.
ze schrijven een e-mailbericht waarin ze op een beknopte en overzichtelijke manier en volgens de netiquette informatie geven over het doel, de doelgroep en het onderzoek dat ze voor de campagne voeren.
ze schrijven een verzoek waarin ze de geadresseerde overtuigen om mee te werken aan de enquête of het interview voor het onderzoek van de campagne.
ze simuleren de introductie en de afronding van het interview of de enquête voor het onderzoek van de campagne.
ze maken een management summary van het onderzoek en schrijven een aanbiedingsbrief bij het onderzoeksrapport.
ze schrijven een onderwerpsverslag met besluiten- en actielijst van een werkvergadering.
ze geven een boeiende PowerPointpresentatie als voorbereiding van de tussentijdse presentatie van de campagne en maken een hand-out die inhoudelijk en vormelijk samenhangt.
ze schrijven een verslag van de feedback op de tussentijdse presentatie.

Andere opdrachten:
ze schrijven een creatieve tekst over de studiereis naar Berlijn (samenwerking met Beeld).
ze schrijven een verzoek om een stageplaats met een bijgevoegd curriculum vitae.

Voor al de hierboven opgesomde toepassingen krijgen de studenten de volgende onderbouwing: rapportagetechnieken, vier rapportsoorten (memorapport, vorderingsrapport, management summary, verslag van een vergadering), zakenbrief algemeen, verzoek om informatie, medewerking en een stageplaats (met cv), e-mailbericht en netiquette, persbericht, briefing en debriefing, technieken om op een aantrekkelijke, boeiende, duidelijke, creatieve en overtuigende manier te schrijven en te spreken.

Zij trainen zich in het correct schrijven en verzorgd spreken van de Nederlandse taal en in het herkennen en gebruiken van verschillende stijlregisters afhankelijk van doel en doelgroep.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Tussentijdse evaluatie100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten100%