Hoofdpagina | Bachelor in de toegepaste audiovisuele communicatie
Videotechnologie
Docenten
Onderwijsvorm
Begincompetentie
De eindtermen van het behaalde bachelor-of masterdiploma.
Eindcompetentie
De student heeft inzicht in het technische verhaal van het audiovisuele productieproces.
Dit betekent:
1. Hij kent de belangrijkste kenmerken van de apparatuur om een audiovisueel product van A tot Z te realiseren.
2. Hij heeft de technische basisvaardigheid om die apparatuur te bedienen in functie van de inhoud van zijn audiovisueel product.
Algemene omschrijving
De student is in staat een professioneel audiovisueel product te realiseren.
Dit betekent:
1. Hij kan werken met professionele technische apparatuur.
2. Hij beschikt over een professionele attitude en een basisnetwerk doordat hij in contact komt met lectoren die in het werkveld staan en geselecteerd werden op basis van hun professionele expertise en sterke reputatie binnen het audiovisuele landschap.
Hij kent en heeft inzicht in de basisbegrippen van de hedendaagse videotechnieken zoals deze gebruikt worden in de industrie.
Hij heeft inzicht in de werking van moderne videoapparatuur.
Hij begrijpt de werking van videomateriaal (zonder dat het daarbij de bedoeling is om een video-technicus te worden).
Hij kan de meest gangbare apparatuur elementair gebruiken.
Hij heeft respect gekregen voor het materiaal en beseft wat er al dan niet mee gerealiseerd kan worden.
Hij kan door zijn kennis inzake videotechnologie beter samenwerken en communiceren met de andere leden van het productieproces.
Inhoud
Het eerste hoofdstuk beschrijft de opbouw van een zwartwit- of kleuren videosignaal. In het tweede hoofdstuk wordt de camera besproken: de verschillende types, de omzetting van licht naar elektriciteit, het optisch pad komen aan bod. Het derde hoofdstuk behandelt digitale video met vooral de nadruk op de verschillende compressietechnieken. In hoofdstuk 4 wordt de opname van video op band toegelicht. Hoofdstuk 5 is gewijd aan de videomixage. Hoofdstuk 6 is ‘monitoren en projectie’. De werking van monitoren en projectoren en vooral de praktische richtlijnen voor het gebruik ervan komen aan bod. Het voorlaatste hoofdstuk beschrijft verschillende transportmogelijkheden voor de signaalverdeling van video. In hoofdstuk 8 “studio-inrichting” tenslotte wordt de werking van een studioregie en de technische mogelijkheden op de studiovloer.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Evaluatie
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Schriftelijk examen | | 100% | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | | 100% |