Hoofdpagina | Bachelor in de toegepaste audiovisuele communicatie
Scenario
Docenten
Onderwijsvorm
Begincompetentie
De eindtermen van het behaalde bachelor-of masterdiploma.
Eindcompetentie
De student beschikt over voldoende creatieve feeling.
Dit betekent:
1. Hij scherpt zijn creativiteit aan om zijn audiovisueel product op technisch vlak te onderscheiden binnen en af te stemmen op het actuele audiovisuele landschap.
2. Hij is in staat om zijn audiovisueel verhaal voldoende creatief in te vullen.
De student is in staat een audiovisueel product een narratief fundament mee te geven.
Dit betekent:
1. Hij selecteert een relevant onderwerp.
2. Hij kiest een frisse invalshoek.
3. Hij vertaalt het onderwerp en de invalshoek naar een coherent scenario
4. Hij realiseert het gewenste effect bij de gekozen doelgroep.
De student kent de specifieke eigenschappen en verteltechnieken van een scenario voor een audiovisuele productie in het genre non-fictie.
Hij kent de bouwstenen van een scenario en de specifieke eigenschappen inzake scenario voor de verschillende genres.
Hij herkent de valkuilen die vaak voorkomen in scenario's voor de verschillende genres en kan ze oplossen.
Hij werkt een coherent en goed onderbouwd scenario voor een audiovisuele productie in het genre non-fictie uit.
Inhoud
Aan de hand van theoretische uiteenzettingen, analyse van scenario’s en videovoorbeelden uit de praktijk en schrijfoefeningen in kleine groepen wordt de student vertrouwd gemaakt met de verschillende scenariotechnieken.
De student maakt kennis met de functie, doelstelling en vorm van een scenario in zijn verschillende toepassingsgebieden en hun specifieke doelgroepen, zowel in het fictie, non-fictie, reality en corporate genre. Hij of zij verwerft inzicht in de diverse stappen in het tot stand komen van een scenario in het non-fictie genre- van de research tot het uitschrijven- en leert deze ook toepassen. Hij of zij leert een onderwerp degelijk voorbereiden en uitdiepen, een originele invalshoek kiezen en het geheel aan de hand van diverse verteltechnieken ordenen tot een coherente structuur. Hij of zij maakt kennis met de specifieke vormelijke en inhoudelijke vereisten van een scenario en leert audiovisuele taal te schrijven. Een kort overzicht van narratieve en structurele technieken eigen aan fictie, leren hem of haar welke fictie-elementen je kunt incorporeren in feitenprogramma’s.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Evaluatie
| Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Mondeling examen | | 100% | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Mondeling examen | | 100% |