Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs
Handel-Burotica 2
Docenten
- Rijmenams Marleen
- Jacobs Viviane
- Van Hecke Kristin
Onderwijsvorm
- Hoorcollege
- Groepswerk
- Oefensessie
- Zelfstudie
Begincompetentie
Handel-Burotica 2 Inhoudelijk expert
Economie en recht: geen specifieke voorkennis vereist.Van de kandidiaten wordt wel verwacht dat ze interesse hebben in het economisch gebeuren en dat ze beschikken over voldoende zelfdiscipline, alsook over het vermogen tot logisch redeneren.
Documentbehandeling: eindcompetenties Burotica 1
Handel-Burotica 2 Vakdidactiek: eindcompenties Algemene didactiek en module Basisvaardigheden van een beginnende leerkracht.
Eindcompetentie
* Handel-Burotica 2 Inhoudelijk expert:
De leraar als inhoudelijk expert op niveau 1/2:
V 3.1. De student beheerst de basiskennis, volgt en bevraagt de recente evoluties i.v.m. inhouden en vaardigheden uit het vakgebied.
De leraar als cultuurparticipant op niveau 1/2
V 10.1 : De student onderscheidt rond het sociaal- economische domein actuele thema’s en ontwikkelingen en benadert deze kritisch.
De leraar identificeert relevante informatie rond deze thema’s.
De student geeft blijk van volgende attitudes : A1 (beslissingsvermogen), A3 (kritische ingesteldheid),
A4 (leergierigheid), A10 (taalgebruik en communicatie).
Burgerlijk recht:
-> De student heeft inzicht in de juridische maatschappijordening waarbinnen het
economisch gebeuren zich voltrekt.
-> De student heeft een behoorlijke kennis van de verschillende onderwerpen van het
burgerlijk recht,
die hij volgens het vigerend leerplan mag onderwijzen in het secundair onderwijs.
-> De studenten is in staat - aan de hand van zijn basiskennis met betrekking tot het
burgerlijk recht- wijzigingen in de wetgeving te situeren en zelfstandig te leren.
Algemene economie:
-> De student maakt zich een economisch begrippenapparaat eigen om zo een globale kijk
te krijgen op het economisch aspect van onze samenleving. Een goede beheersing van
deze begrippen is primordiaal.
-> De student leert de sociaal-economische realiteit begrijpen.
-> De student begrijpt de economische wetmatigheden.
-> Hij denkt na over sociaal-economische verschijnselen.
-> De student plaats de leerstof binnen de economische realiteit (door voorbeelden te
geven, door vergelijkingen te maken,…)
-> De student is in staat om zelf een economische redenering op te bouwen aan de hand
van oefeningen.
Documentbehandeling:
-> De studenten maken teksten op met kennis van zaken en zij gebruiken de Bin-normen
waar nodig op alle soorten documenten.
-> De student maakt documenten op die door hun structuur en layout de leesbaarheid en
bruikbaarheid bevorderen.
-> De studenten structureren steeds de leerinhouden bij het maken van oefeningen,
toepassingen en opdrachten in MS Word.
De leraar als opvoeder (V2.1 – V2.6)
-> De studenten dragen zorg voor de apparatuur in de computerklas.
-> De studenten kunnen omgaan met de didactische hulpmiddelen in een computerklas.
* Handel-Burotica 2 Vakdidactiek:
Functioneel geheel 1:
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen – eindcompetentie 2
1. Op basis van de beschikbare leerplannen van het VVKSO omschrijft de student de specificiteit van het BSO-
(en TSO-)onderwijs (V1.1)
2. De student kiest doelstellingen op basis van het leerplan Handel, eerste graad (D/2002/0279/045), bepaalt
de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep en formuleert doelstellingen concreet en operationeel.
(V 1.2)
3. De student selecteert leerinhouden. Hij maakt keuzes uit een gegeven aanbod (in dit geval een lesopdracht
uit het leerplan Handel, eerste graad (D/2002/0279/045), rekening houdend met de criteria van de
beginsituatie, de beschikbare tijd en relevantie. Hij kan de afgebakende leerinhouden structureren. (V 1.3
en V 1.4)
4. Rekening houdend met de specificiteit van BSO-leerlingen en de pedagogisch didactische wenken vermeld in de
leerplannen, kiest de student een (aan)gepaste methodische aanpak. (V1.5)
5. De student kiest individueel en in team didactische materialen en past deze aan met het oog op een
didactisch verantwoorde aanbreng van een afgebakende leerinhoud. (V1.6)
6. Rekening houdend met de specificiteit van BSO-leerlingen en de pedagogisch didactische wenken vermeld in de
leerplannen, realiseert de leerkracht een krachtige leeromgeving (in micro-teaching oefeningen). (V1.7)
7. Op basis van de verworven vakdidactische inzichten realiseert de student didactische oefeningen (micro-
teaching) binnen het vak Handel gericht op:
- het verwerven van functionele vaardigheden
- realistische leersituaties
- actief leren. (V1.13)
(cfr. werken op toepassingsniveau i.f.v. beroepsbekwaming)
Functioneel geheel 2:
De leraar als opvoeder – eindcompetentie 2
1. De student creëert tijdens de micro-teaching oefeningen een positief leefklimaat in klasverband. (V2.1)
Functioneel geheel 3
De leraar als inhoudelijk expert – eindcompetentie 2
1. De student hanteert de correcte begrippen bij het uitwerken en voorbereiden van de micro-teaching
oefeningen. (V3.2)
2. De student legt de nodige verbanden tussen het aangereikte theoretisch begrippenkader en zijn didactisch
handelen. (V 3.2)
Functioneel geheel 4
De leraar als organisator – eindcompetentie 2
1. In de micro-teaching oefeningen formuleert de student gepaste organisatorische instructies en bouwt
relevante controlemomenten in om een gestructureerd werkklimaat te bevorderen (V 4.1) Binnen de micro-
teaching opdrachten en bij het voorbereiden van een les(fragment) streeft de student ernaar om de
beschikbare tijd zinvol te gebruiken. (V4.2)
2. Voor de micro-teaching oefeningen realiseert de student een lesvoorbereiding op de ter beschikking gestelde
lesvoorbereidingsformulieren en overeenkomstig de gekregen richtlijnen. (V 4.3)
Taalcompetentie
Naar aanleiding van het voorbereiden en realiseren van een les(fragment) hanteert de student zowel mondeling als schriftelijk een correct taalgebruik:
- bij een onderwijsleergesprek
- bij het formuleren van vragen en opdrachten
- bij het opbouwen van een gestructureerd bordschema
Inhoud
* Handel-Burotica 2 Inhoudelijk expert bestaat uit 3 deelvakken: recht, algemene economie en documentbehandeling
RECHT
Burgerlijk recht : 1. Inleiding tot het recht
2. Personen- en familierecht
3. Vermogensrecht
4. Zakenrecht
5. Verbintenissenrecht
6. Benoemde contracten
7. Voorrechten en hypotheken
8. Verjaring
ALGEMENE ECONOMIE
1. Inleidende begrippen
2. Het consumentengedrag
3. Het producentengedrag
4. Marktvormen en prijsvorming
DOCUMENTBEHANDELING:
BIN-normen
- spatiëringsnormen
- adresschikking
- brieven zonder referentieregel
- brieven met referentieregel
- tekstschikking
Ms Word 2007
De gevorderde functies van het pakket.
* Handel-Burotica 2 Vakdidactiek:
Een onderzoek naar motivering en activering van de (BSO)leerling als eerste stap naar de didactische oefeningen
Werken op toepassingsniveau met aandacht voor welbevinden en betrokkenheid
Didactisch verantwoord concreet materiaal
Een motiverende en activerende aanpak – concreet en gericht probleemstellend lesgeven
Lesfasen
- de reactivatie
- de leerstofverwervingsfase
- de leerstofaanwendingsfase
Soorten leerinhouden
- begrippen
- procedures
* algoritme
* heuristiek
-probleemoplossend leren
Didactische oefeningen: Micro-teaching
- klassikale/individuele voorbereiding
- realisatie
- individuele reflectie
- klassikale bespreking
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Inhoudelijk expert
Handboeken
- Economie Vandaag 2009
- MS Word 2007
- Praktisch burgerlijk recht (editie 2009)
Vakdidactiek
Cursussen
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
Voor beide examenkansen wordt het eindcijfer bepaald door het gewogen rekenkundig gemiddelde van de deelopleidingsonderdelen. Het gewicht van de deelopleidingsonderdelen wordt bepaald door het aantal studiepunten voor de deelopleidingsonderdelen.
Uitzonderingsregel (toe te passen op scores die werden afgerond tot op een geheel getal op twintig):
1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore
2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar:
* 8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt
* 9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is
Inhoudelijk expert |
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Schriftelijk examen | Recht 25 % + 25 % Economie | 50% | Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Tussentijdse evaluatie | | 50% | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | Recht 25 % + Economie 25 % | 50% | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Mondeling examen met computer | | 50% | Vakdidactiek |
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Mondeling examen | | 70% | Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Opdrachten | | 30% | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Mondeling examen | | 100% |