Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Communicatieve vaardigheden 1


Studiepunten3Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar1Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Kelly Niomi
  • De Coninck Kristof

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege
  • Oefensessie
  • Zelfstudie
  • Werkcollege

Begincompetentie

Eindcompetenties secundair onderwijs Nederlandse taalvaardigheid
Eindcompetenties secundair onderwijs met extra nadruk op de vakoverschrijdende eindtermen leren leren en sociale vaardigheden

Eindcompetentie

Functioneel geheel 1: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.1 De student verwoordt de theoretische basis om de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep via observatie en bevraging te achterhalen en om een klasproces te observeren .
1.11 De student bespreekt de theoretische basis om met leerlingen doelgericht gesprekken te voeren, om feedback mondeling en schriftelijk te formuleren en om een heldere uiteenzetting te geven, al of niet ondersteund met visuele of andere hulpmiddelen.

De student kan vertellen en voorlezen, en is zich daarbij bewust van zijn eigen mogelijkheden om die vaardigheden optimaal in te zetten en eventuele beperkingen te compenseren.
De student hanteert een correct Nederlands zowel mondeling als schriftelijk. Hij is zich bewust van de verwachtingen wat betreft het gebruik van het Standaardnederlands, kent zijn eigen werkpunten en weet hoe hij vooruitgang kan boeken. Dit toont hij aan in zijn portfolio.

De student maakt verslagen waarbij hij rekening houdt met: juiste spelling, correcte grammatica, vlotte stijl en aangepast lay-out.
De student geeft een presentatie waarbij hij rekening houdt met: non-verbale aspecten, stemgebruik,taalgebruik, aangepast materiaal en opbouw.


Functioneel geheel 5: de leraar als innovator en onderzoeker
5.3 De student heeft inzicht in de vaardigheid feedback, waarbij hij de spelregels bij feedback geven en feedback ontvangen uitvoerig kan bespreken. Onder begeleiding van lectoren kan hij deze vaardigheid in een veilige klassituatie ten toon spreiden. Langs deze feedback kan hij de communicatieve vaardigheden van medestudenten en ook zijn eigen communicatieve vaardigheden bespreekbaar maken.
De student kan kritisch kijken naar zijn eigen leerproces. Aan de hand van eigen praktijkervaringen en door gebruik te maken van de feedback van anderen, formuleert hij voor zichzelf nieuwe werkpunten en stuurt hij zijn eigen leertraject bij. Dit alles is te vinden in zijn portfolio. Hij ziet ook in hoe hij zijn eigen competenties verder kan ontwikkelen. Hij krijgt een zicht op de relevante en toegankelijke informatiebronnen (boeken, tijdschriften, het internet,…), weet waar hij betrouwbare informatie (onder andere over correct taalgebruik, in het bijzonder de Woordenlijst Nederlandse Taal -online- en de Leidraad Nederlandse Taal -online-) kan vinden. Deze informatiebronnen kan hij kritisch bekijken en raadplegen. Een weerslag hiervan is te vinden in het portfolio.

Functioneel geheel 7: de leraar als lid van een schoolteam
7.5 De student verwoordt de theoretische basis rond volgende communicatievaardigheden: spreken, luisteren, een verzoek doen, observeren, feedback geven en feedback krijgen.
De student past deze kennis ook toe in een veilige klassituatie en zal aldus onder begeleiding van lectoren de eigen aanpak – alsook die van anderen – in een groep bespreekbaar kunnen maken.
7.5 De student is zich bewust van de verwachtingen wat betreft het gebruik van het Standaardnederlands, kent zijn eigen werkpunten en weet hoe hij vooruitgang kan boeken.
De student kan een korte, heldere uiteenzetting geven en daarbij flexibel gebruik maken van ondersteuning in schrift en beeld.
De student hanteert een correct Nederlands zowel mondeling als schriftelijk (klassikale presentatie, zakelijke e-mail, belang van beleefde en verzorgde interactie met docent, mentor en schoolhoofd ).
De student maakt verslagen waarbij hij rekening houdt met: juiste spelling, correcte grammatica, vlotte stijl en aangepast lay-out.
De student geeft een presentatie waarbij hij rekening houdt met: non-verbale aspecten, stemgebruik, taalgebruik, aangepast materiaal en opbouw

De student heeft een permanente aandacht voor de volgende attitudes:
o A1 beslissingsvermogen
o A2 relationele gerichtheid
o A3 kritische ingesteldheid
o A4 leergierigheid
o A5 organisatievermogen
o A6 zin voor samenwerking
o A7 verantwoordelijkheidszin
o A8 flexibiliteit

Inhoud

Stemgebruik en uitspraak
Voorlezen en vertellen
Beoordelen en toegankelijk maken van teksten, tekststructuren kunnen herkennen en ontleden.
Spelling, grammatica, tekstopbouw
Definiëren, analyseren en kunnen duiden van non-verbale communicatie en paraverbale communicatie, zowel in de klas als bij oefeningen op video.
Definiëren van communicatie, een nieuw communicatiemodel, motieven om te communiceren, luisteren en parafraseren, een verzoek doen, waarnemen en observeren, feedback geven en krijgen, mondelinge examens afleggen

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Evaluatie

Opmerking: Het eindresultaat is niet noodzakelijk een optelsom van de verschillende punten. Een zwaar tekort op het mondelinge deel kan bijvoorbeeld leiden tot een vermindering van het eindcijfer, ook al is het schriftelijke examen ruim voldoende (en omgekeerd). Bij het mondelinge examen wordt rekening gehouden met zowel inhoud als presentatie (structuur van het antwoord, vlot en correct taalgebruik, uitspraak, expressiviteit en communicatieve vaardigheid).

Berekening totaalscore
Algemene regel: de totaalscore is het gewogen gemiddelde van de deelscores.
Uitzonderingsregel (in geval een zwaar tekort op één deelopleidingsonderdeel maakt dat het credit voor het volledige opleidingsonderdeel niet kan toegekend worden; toe te passen op scores die werden afgerond tot op een geheel getal op twintig):
1. bij gewogen gemiddelden - berekend op basis van de algemene regel - kleiner dan 9/20 of groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore
2. bij gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar:
*8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt
*9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Portfolio40%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Portfolio40%
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Mondeling examen30%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen30%
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Schriftelijk examen30%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen30%