Hoofdpagina | Avond- en weekendopleiding - Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs

Domeinspecifieke onderwijsvaardigheden MUVO 1


Studiepunten6Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar2Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Demesmaeker Suzanne

Onderwijsvorm

    Begincompetentie

    eindtermen secundair onderwijs

    Eindcompetentie

    1.Leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen: kan muzische activiteiten in de uiteenlopende domeinen uitwerken en aanpassen aan de doelgroep
    2.Leraar als inhoudelijk expert: bezit voor elk deeldomein van het leergebied de nodige basiskennis en - vaardigheden
    3.Leraar als organisator: kan muzische activiteiten praktisch aanpakken en begeleiden
    4.Leraar als partner van externen: heeft de nodige basiskennis en -vaardigheden om met externe aanbieders van muzische activiteiten te communiceren vanuit een didactisch verantwoord oogpunt
    5.Leraar als cultuurparticipant: staat open voor een ruim en uiteenlopend muzisch aanbod op niveau van de doelgroep en op eigen niveau.

    Inhoud

    Algemene doelen
    - De eigenheid en het belang van het muzisch werken kunnen omschrijven.
    - Het belang van een muzische grondhouding en hoe je die kan stimuleren bij kinderen weergeven.
    - Lesmomenten kunnen opbouwen rond verschillende inhouden: een thema, een materiaal, een kunstzinnig product of een thema uit de leefwereld van kinderen.
    - Zelf een muzische ingesteldheid bezitten met als kenmerken open staan voor het muzische, respect voor de smaken en stijlen van anderen (i.b. kinderen), bereid zijn tot samenwerking en communicatie met anderen.
    Didactische competenties
    - vanuit het concept van een muzische activiteit uitleggen (onderwerp, instrument en domein-eigen doel) de grote lijnen van een activiteit kunnen uitzetten.
    - Muzische opdrachten bedenken in functie van een bepaald doel dat de leerkracht wil bereiken en hierbij kunnen verwijzen naar de leerplannen.
    - Diverse vormen van muzisch werken hanteren in een activiteit (receptief moment (kijk/luistermoment), reflectie met kinderen, productief werken of actief exploreren)
    - Opdrachten verzinnen waarbij ‘vrijheid en veiligheid’ centraal staan en die aanpassen aan de doelgroep.
    Domeingerichte competenties MUZIEK
    -activiteiten opbouwen waarin de muziekcomponenten klank, vorm of betekenis als focus gehanteerd worden om op een speelse manier de muzikaliteit bij kinderen te stimuleren.
    -activiteiten opbouwen waarbij diverse vormen van muzikaal werken aan bod komen: spelen met liedjes, componeren, grafische partituren, werken met instrumenten, spelen met ritme.
    -Beschouwend werken met muziek: muziek beluisteren en kunnen spreken (reflecteren met kinderen) over muziek.
    -Diverse vormen van het vastleggen van muziek kunnen hanteren, zowel naar kinderen gericht als voor de leerkracht.
    -Juist stemgebruik hanteren en expressief stem kunnen gebruiken, een waaier van liedjes kunnen zingen en aanleren.
    Domeingerichte competenties DRAMA
    -Activiteiten opbouwen met een dramavaardigheid als focus om de dramatische gevoeligheid bij kinderen te stimuleren.
    -Aangeven welke stimulansen kinderen aan het spelen kunnen zetten.
    -Opdrachten kunnen bedenken om de dramatisch vormgeving te stimuleren.
    -Beschouwend kunnen werken met drama en met kinderen een gesprek over theater kunnen opzetten.
    -Technieken zoals poppenspel, standbeeldentheater, maskersspel of bewegingstheater kunnen omzetten in heldere opdrachten.
    -Een drama-opdracht kunnen aanpassen aan de vaardigheden/ervaring van kinderen.
    Domeingerichte competenties BEELD
    -Beeldende activiteiten opbouwen waarin aandacht besteed wordt aan een van de beeldaspecten licht, kleur, vorm, lijn, compositie, ruimte, textuur.
    -In een gekozen werk de beeldcomponenten aanduiden en op niveau van kinderen kunnen uitleggen.
    -Een beeldende activiteit praktisch organiseren.
    -Technieken en materialen aanbieden in experimenteeropdrachten.
    -Gerichte eindopdrachten bedenken volgens het gekozen concept
    Domeingerichte competenties BEWEGING
    -Bewegingsactiviteit opbouwen met een bewegingsaspect (tijd, kracht, ruimte) als focus.
    -In opdrachten bewegingsstimulansen geven door beweging- en belevingsimpulsen.
    -Met kinderen een bewegingsreeks opbouwen en suggesties doen om die reeks te bewerken.
    -Plezier in bewegingsactiviteiten verwerken door de bewegingsopdrachten speels te maken.
    -Onderscheid maken in activiteiten gericht op de motorische competenties (lichaamsbesef) en gericht op muzische competenties en een suggesties kunnen geven voor integratie tussen beide.
    -Verwoorden hoe je door middel van het lichaam als instrument aan bewegingsverruiming kan doen.
    Domeinspecifieke competenties MEDIA
    -Een camera, (digitaal) fototoestel en klankopnameapparatuur kunnen hanteren om ze in de klas te kunnen gebruiken.
    -Kunnen een gesprek voeren met kinderen over beelden, film, klankopnames, …
    -Beelden kunnen gebruiken als communicatiemiddel.
    -Een korte opdracht kunnen bedenken waarin kinderen zelf met de media-apparaten kunnen leren werken.

    Studiematerialen

    Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

    Evaluatie

    Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Mondeling examen50%
    Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Opdrachten50%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen50%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten50%