Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs
Stage 1
Docenten
- Teunissen Els
- Biesmans Myriam
- Goovaerts Inge
- Maeseele Marie-Paule
- Marien Lucia
- Marit Kirsten
- Op de beeck Kim
- Provoost Lutgarde
- Roels Elisabeth
- Schellens Tessa
- Simons An
- Van Malderen Bernadette
- Van Stijvoort Linda
- Vanlommel Christiana
- Walschap Annelies
- Coorevits Sarah
- Loyens Sandra
- Van Sanden Petrus
- Van Vlem Ilse
- Keppens Karen
- Tutenel Piet
Onderwijsvorm
Begincompetentie
Eindtermen secundair onderwijs
Eindcompetentie
Functioneel geheel 1: Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.1 Het meten van betrokkenheid en dit gebruiken voor het opzetten, verantwoorden en evalueren van hoeken en zelfstandig aanbod.
1.2 Toepassen van het praktijkprincipe milieuverrijking:
- Ontwikkelingsdoelen gebruiken
- Op basis van de beginsituatie van de klas en de interesse van de kleuters een aanbod (hoeken en zelfstandig aanbod) creëren.
1.3 De gegevens van breed observeren gebruiken in functie van hoeken en zelfstandig aanbod (eigen realisatie in de stageklas).
1.4 Inhouden vertalen in hoeken en zelfstandig aanbod waarbij gepaste ontwikkelingsmaterialen gebruikt worden.
1.5 Stimulerend tussenkomen in hoeken en zelfstandig aanbod.
1.6 Terugblikken en plannen op de eigen aanpak en aanbod (hoeken en zelfstandig aanbod) waarbij de betrokkenheid centraal staat.
Functioneel geheel 2: Opvoeder
2.1 Grenzen stellen en verantwoorden bij hoeken en zelfstandig aanbod.
Geborgenheid bieden
2.3 Herkennen van een ervaringsgerichte visie.
2.1 Terugblikken en plannen in functie van competentie 2.1, 2.2 en 2.3 – PJ 1 (pedagogische omgang).
Functioneel geheel 3: Inhoudelijk expert
3.2 Beschikken over vaardigheden om gericht en kritisch informatiebronnen te raadplegen en informatie te verwerken mbt de leerstof van de leerdomeinen van PJ1.
Functioneel geheel 4: Organisator
Basiscompetenties 4.1 – 4.2 – 4.3 – 4.4 – 4.5 worden nagestreefd met het accent op organisatie van hoekverrijkingen en zelfstandig aanbod.
4.1 Rekening houdend met de beginsituatie van de kleuters, hun inbreng en veiligheid, de beschikbare ruimte optimaal indelen in hoeken tijdens de verschillende zones en deze ruimte systematisch aanpassen en bijsturen.
4.2 De opstelling van de materialen en activiteiten in de hoeken grondig overdenken vanuit de zorg voor een evenwichtig aanbod.
4.3 Een kindgericht dagverloop creëren waarbij gelijktijdig en/of opeenvolgende activiteiten met de kinderen vlot, soepel en flexibel verlopen.
4.4 Een klimaat creëren waarin kinderen een overzicht behouden over het klasgebeuren.
4.5 Administratieve en andere taken op een correcte en efficiënte wijze plannen en uitvoeren.
Functioneel geheel 5: Innovator
5.1 Inzichten uit de opleiding toetsen aan inzichten uit de stageklas.
5.2 Zich de attitude eigen maken om te werken aan een persoonlijk ontwikkelingsplan(portfolio/terugblikken en plannen) in functie van de deelcompetenties waaraan de studenten werken in PJ1.
Functioneel geheel 6: Partner van ouders en verzorgers
6.1 -(Vrijblijvend) gesprek voeren met ouders/verzorgers over het klasgebeuren.
- Zichzelf voorstellen aan de ouders/verzorgers.
6.2 Luisteren naar wat kleuters vertellen over hun thuissituatie
6.3 Discreet omgaan met alle info omtrent kleuters en hun ouders/verzorgers.
Functioneel geheel 7: Lid van een schoolteam
7.2 Participeren in enkele taken van de mentor (koek- en drankmoment, toilet, toezicht,…).
7.3 Overleggen met de directe betrokkenen in de klas (mentor, turnleerkracht, …) (over het klasgebeuren, de kleuters en de eigen pedagogische en didactische omgang).
Functioneel geheel 10: Cultuurparticipant
10.1 - Zich informeren op eigen niveau over de actualiteit
- Zich informeren over de omgeving van de school.
10.2 De actualiteit en diversiteit van de samenleving laten weerspiegelen in de klas (i.f.v. betrokkenheidsverhogende initiatieven).
Inhoud
We kiezen voor het referentiekader van het ervaringsgericht begeleiden van kleuters volgens het CEGO. Je staat samen met een medestudent in éénzelfde stageklas gedurende dit programmajaar.
In het begin participeer je aan het klasgebeuren. Je helpt de mentor en speelt met de kleuters. Daarnaast oefen je en pas je het breed observeren toe. Door te observeren, informeren, spelen met de kleuters, luisteren naar de kleuters krijg je zicht op de beginsituatie van de kinderen van je klas. Je kijkt echter verder, niet alleen de kleuter in de klas maar ook de thuissituatie en de samenleving waarin de kleuter opgroeit komt aan bod.
Daarnaast pas je de basisvaardigheden van het communiceren toe en dit zowel naar kleuters, leraren, ouders en andere betrokkenen bij het onderwijs.
In de laatste stageperiode pas je het praktijkprincipe milieuverrijking toe. Op basis van de eerder verworven informatie maak je een beginsituatie op van de kleuters. Je voorziet een rijk zelfstandig aanbod voor de kleuters (hoeken) aangepast aan deze beginsituatie. Je organiseert het klasgebeuren zo dat het spelen in de hoeken vlot kan verlopen.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Cursussen
Evaluatie
Eerste examenkans - tweede examenperiode: 100% geïntegreerde evaluatie
Geen tweede examenkans mogelijk
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Geïntegreerde evaluatie | | 100% |