Hoofdpagina | Bachelor in de verpleegkunde

Module ziekenhuis


Studiepunten4Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar2Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Kutten Miriam
  • Kutten Miriam
  • De Wachter Peter
  • Van Camp Nathalie

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege
  • Werkcollege

Begincompetentie

Eindcompetenties van de opleidingsonderdelen:

Anatomie fysiologie, en pathologie 3

Verpleegkundige diagnostiek en interventies 3

Eindcompetentie

De verpleegkundige als PERSOON handelt naar beroepsspecifieke attitudes
1. Empathie, verantwoordelijkheidszin, kritische ingesteldheid, aanpassingsvermogen en
stressbestendigheid aanwenden in de verpleegkundige context
De student
- kan eigen houding en handelingen verantwoorden
- verwoordt eigen werkpunten op eigen initiatief
- neemt initiatief om situaties ( casus en oefensituaties) te verbeteren

De verpleegkundige als KLINISCH BEOORDELAAR EN ZORGVERLENER verleent professioneel verpleegkundige zorg op maat
5. verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk perspectief
- de student kan verbanden leggen tussen gegevensuit meerdere bronneno.a.theorie en praktijk.
6. Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde
- de student herkent en erkent de klinische symptomen en klachten van eenvoudige disfuncties en de reactie op hun ziek-zijn
7. Verpleegproblemen en behoeften identificeren en onderscheiden
- de student identificeert de samenhang tussen verpleegproblemen en - diagnoses in matig complexe zorgsituaties.
8. Doelstellingen bepalen en een verpleegkundig zorgplan opmaken, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem
- de student bepaalt concrete doelstellingen en een individueel zorgplan in matig complexe zorgsituaties.
9. Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren
- de student kan correcte informatie geven aan cliënt en familie
- handelt volgens de verpleegkundige basisprincipes in matig complexe situaties
- voert de zorg vlot en handig uit in matig complexe situaties
- neemt maatregelen ter bescherming van de eigen veiligheid en die van collega's
10. De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen
- evalueert de kwaliteit van de verleende zorg
- stuurt de zorg, indien gewenst, bij
11.Relevant en efficiënt schriftelijk en mondeling rapporteren
- rapporteert volledig, relevant en beknopt
12.primaire en secundaire preventie toepassen
- identificeert gezondheidsrisico's bij cliënten
- met clienten gezondheidsrisico's bespreken
Goede verpleegkundige zorg start met een zorgvuldige verpleegdiagnose.
Deze cursus wil studenten verpleegkunde een theoretische onderbouw bieden om te komen tot een correcte verpleegdiagnose: verpleegkundigen moeten in staat zijn om belangrijke diagnostische gegevens waar te nemen, te herkennen en te rapporteren.

De kennis van de anatomie is noodzakelijk om gegevens synthetisch te kunnen weergeven en die informatie correct te kunnen uitwisselen. De fysiologie of normale werking van het menselijk lichaam is dan weer de basiskennis voor de studie van de pathologie of ziektenleer.
De student kan de functies van cellulaire en anatomische structuren duiden en hun normale werking uitleggen.
De student kan anatomische structuren schematisch tekenen in hun correcte onderlinge samenhang en kan deze correct lokaliseren op het lichaam.
De student kan het orgaanstelsel in het lichaam weergeven met de correcte wetenschappelijke anatomische termen en de bijhorende fysiologische processen.

De studie van de pathologie verleent inzicht in de actuele visie op ziekte, ziekte-oorzaken en ziektemechanismen (pathogenese). De cursus beoogt een globaal inzicht te geven in de meest frequente aandoeningen. Deze diverse aandoeningen worden systematisch behandeld. Achtereenvolgens belichten we: de bepaling, de etiologie, de symptomatologie, de diagnose en de behandeling.
De student kan een volledig beeld geven van de ernstige en frequent voorkomende aandoeningen volgens volgend stramien:
1. bepaling: definieer wat er fout loopt
2. etiologie: welke oorzaken zijn gekend?
3. symptomen: welke klachten vertoont de patiënt en waarom?
4. diagnose: welke pathologie heeft deze patiënt en waarom?
5. behandeling: schets in grote lijnen de therapie
De student kan de overige aandoeningen summier schetsen en situeren binnen het geheel van de pathologie.
De student kan op een heldere wijze correcte medische informatie over ziekten terugkopppelen naar de kennis van anatomie en fysiologie.

Na de identificatie van de verpleegproblemen en –diagnosen moeten deze weergegeven worden volgens prioriteit en haalbaarheid.
Vervolgens worden deze doelstellingen en geïndividualiseerde zorgplannen continu aangepast volgens de noden van de cliënt en na (eventueel interdisciplair) overleg. Een professionele rapportering is hierbij vereist.
Daarna moet de cliënt naar de toekomst toe geïnformeerd en begeleid worden om gezonde keuzes te maken (primaire preventie) en vroegtijdig actie te ondernemen bij alamerende kenmerken wanneer de cliënt behoort tot een risicogroep (secundaire preventie).

De verpleegkundige als ORGANISATOR EN COÖRDINATOR organiseert en coördineert de diverse aspecten van de zorg
13. De zorg organiseren en coördineren
- de student kan prioriteiten stellen in de zorg voor een cliënt in matig complexe zorgsituaties
- de student geeft - na kritische reflectie - aan in welke omstandigheden moet doorverwezen worden naar andere disciplines voor de verdere opvolging en zorg van de zorgvrager.
De student bezit de nodige vaardigheden om in functie van prioriteiten deze verwijzing te realiseren naar intra-, trans- en extramurale instanties.


De verpleegkundige als PROFESSIONAL levert een bijdrage aan het bevorderen van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg.
14. Handelen in functie van kwaliteitszorg
- analyseert eigen verpleegkundige handelen in functie van de kwaliteitscriteria
- reflecteert over de kwaliteit van het eigen handelen in functie van het theoretisch onderwijs en klinische praktijkrichtlijnen.
15.Zich professioneel ontwikkelen
- de student toont interesse voor nieuwe inzichten en vernieuwingen en is bereid via permanente vorming het eigen handelen bij te sturen. De student neemt de verantwoordelijkheid op om zich levenslang bij te scholen want de medische wetenschap evolueert voortdurend.

Inhoud

Ziekenhuisverpleegkunde:

Medische zorgen en interventies: NN (9 CU)

Zorgen rond intraveneuze therapie
Inbrengen van perifeer infuus
Gebruik van infuuspomp en spuitpomp
Verzorging van centraal veneuze katheter
Opvolgen van een vochtbalans
Voorbereiden en toedienen van bloed en bloedderivaten

Basiszorgen in de oncologie
Verpleegkundige basiszorgen bij oncologische patiënten
Port – a – cath: basisprincipes en het aanprikken

Heelkundige zorgen en interventies: R. Leroy (9 CU)
Pré – en postoperatieve zorgen bij gastro- enterologische ingrepen
Zorg aan intestinale stomata
Orthopedische verpleging : repositie en fixatie, gips en steunverbanden,
tractie, osteosynthese, THP, externe fixator.

Ziekenhuispathologie (16 CU, Dr. Kutten)
Inhoud
1. Neurologie (9 CU)
2. Endocrinologie (3 CU)
3. Neus-keel-oorheelkunde (3 CU)
4. Oftalmologie (1 CU)

Bibliografie
Algemeen
* Belgisch centrum voor farmacotherapeutische informatie, Gecommentarieerd geneesmiddelenrepertorium, 2007.
* L.J. Carpenito, Zakboek verpleegkundige diagnosen, Noordhoff Uitgevers B.V., 2e druk.
* M. B. Coëlho, Zakwoordenboek der geneeskunde, 2006.
* J.T.E. De Jong, Interne geneeskunde, Bohn Stafleu Van Loghum, 5e druk, 2007.
* J.T.E. De Jong, Chirurgie, Houten / Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, 2002.
* J. Dequeker, De kunstenaar en de dokter, Davidsfonds / Leuven, 2006.
* D. De Veer (e.a.), Beknopte Integrale ziektenleer, Maarssen, 2003.
* H. de Vries (e.a.), Diagnostiek van alledaagse klachten II, Bohn Stafleu Van Loghum, 2004
* A. S. Fauci (e.a), Harrison’s Principles of Internal Medicine, Mc Graw-Hill, 17e druk, 2008.
* H. Feneis, Geïllustreerd anatomisch zakwoordenboek, Bohn Scheltema en Holkema, 2006
* H. Ferner (e.a), Sobotta Atlas van de menselijke anatomie, deel 1 en 2, Bohn Stafleu Van Loghum, 3e druk.
* H. Fritsch, W. Kühnel, Sesam atlas van de anatomie, deel 2 Inwendige organen, HBUitgevers, V.H. Univers. Pers, 2006
* E.G. Harff, Algemene en speciële pathologie, Elsevier, 5e druk, 2000.
* L.C. Junqueira, J. Carneiro, Functionele histologie, 10e druk.
* L.L. Kirchmann, Anatomie en fysiologie van de mens, Utrecht, 2003.
* K. Kok, Anatomie, fysiologie en pathologie, Reed business, 13e druk, 2008.
* W.D. Reitsma (e.a), Differentiële diagnostiek in de interne geneeskunde, Houten / Diegem, 1998.
* C.F.H. Rosmalen, S. Thomas, Farmacotherapie voor de huisarts, Bohn Stafleu Van Loghum, 1996.
* S. Silbernagl, Sesam atlas van de fysiologie, HBUitgevers, V.H. Univers. Pers, 2008.
* A. Stevens (e.a.), Pathologie, Bohn Stafleu Van Loghum, 2003.
* L.M. Tierney (e.a), Current medical diagnosis and treatment, Stanford / Connecticut, 1999.
* E.H. Van de Lisdonk (e.a), Ziekten in de huisartspraktijk, Utrecht, 1994.
* P. Van Royen (e.a), Bundeling aanbevelingen voor goede medische praktijkvoering, Domus medica, 2006.
* W. Van Steenbergen, Handboek medische ziektenleer voor niet-medici, Uitgeverij Acco, 2006.
* F. Verstappen (e.a.), Medische basiskennis, Lemma BV, Utrecht, 2004.
* M. J. Zaagman-van Buuren, Algemene ziekteleer, Houten / Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, 1997.

Neurologie
* Zie algemeen
* H.J. Gelmers, Neurologie voor verpleegkundigen, Van Gorcum, 8e druk, 2006
* R. Gonsette, Multiple sclerose, de ziekte, hoop en werkelijkheid, Brussel, 1997.
* J.B.M. Kuks, J.W. Snoek, H.J.G. Oosterhuis, Klinische neurologie, Bohn Stafleu Van Loghum, 16e druk, 2007.
* J.B.M. Kuks, H.J.G.H. Oosterhuis, J.M. Fock, Praktische neurologie, Bohn Stafleu Van Loghum, 1e druk, 2004.
* H.J.G.H. Oosterhuis, Oefenboek Neurologie, Elsevier Gezondheidszorg, 5e druk, 2008.
* H. Van Crevel (e.a), Handleiding neurologisch onderzoek, Houten / Zaventem, 2e druk, 1995.
* E. Ch. Wolters, H.J. Groenewegen, Neurologie, 3e druk, 2004
* E. Ch. Wolters, G.J. Hazenberg, Leidraad Neurologie, Bohn Stafleu Van Loghum, 1e druk, 2003.
* B. Zonneveld, Het neurologisch onderzoek, Utrecht, 2e druk.
Endocrinologie
* Zie algemeen
* R.I.S. Bayliss, W.M.G. Tunbridge, Ziekten van de schildklier, Houten / Utrecht, Bohn Stafleu Van Loghum, 1998
* A. Kooy, R.K.J. Hoorn, Strategische diagnostiek van endocriene ziekten, Houten / Antwerpen, Bohn Stafleu Van Loghum, 2004
* E. P Krenning (e.a.), Endocrinologie, Elsevier Gezondheidszorg, 3e druk, 2007.
Neus-keel-oorheelkunde
* Zie algemeen
* P. Delaere, Keel-, neus-, oorheelkunde in beeld, Universitaire Pers Leuven, 2007
* M. Franssen, E. Soudijn, Het onderzoek van het oor, de neus, de mond, de keel en de hals, Mediview, 2005
* P. van den Broek, L. Feenstra (e.a.), Zakboek keel-, neus-, oorheelkunde, Leuven / Voorburg, Uitgeverij Acco, 2007
Oftalmologie
* Zie algemeen
* J.L. Baggen (e.a.), Oogheelkunde, Elsevier Gezondheidszorg, 1e druk, 2004
* B. James, C. Chew, Zakboek oogheelkunde, Elsevier Gezondheidszorg, 3e druk, 2004
* J.J. Kanski, Klinische oogheelkunde, Prelum uitgevers, Maarn, 2005
* A.G.M. Ransijn, Oogheelkundige zorg, Elsevier Gezondheidszorg, 1e druk, 2006

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Evaluatie

Ziekenhuispathologie: mondeling examen
Studiematerialen en onderwijsvorm
Er wordt een cursus ter beschikking gesteld, opgesteld door de betrokken lector.
De student dient notities te nemen tijdens de hoorcolleges en wordt gestimuleerd tot het stellen van vragen en het raadplegen van de bibliotheek.

Ziekenhuisverpleegkunde: schriftelijk examen

Om te slagen voor dit opleidingsonderdeel dien je 10/20 op het totaal te behalen. Indien je op 1 van de afzonderlijke delen (pathologie-verpleegkunde) minder dan 7/20 behaalt ben je niet geslaagd voor het geheel van het opleidingsonderdeel.

Ziekenhuisverpleegkunde
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Schriftelijk examen100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen100%
Ziekenhuispathologie
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Mondeling examen100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen100%